Woordenschat trim 1 excl. Grijze woorden

Pseudoniem

Een schuilnaam die een schrijver gebruikt om zijn identiteit geheim te houden.

Impliciet

Zonder het duidelijk te zeggen; gesuggereerd.

Expliciet

Duidelijk; zonder ruimte voor misverstand.

Radicaal

Grondig; met wortel en tak.

Doorsijpelen

Langzaam doordringen.

Gangbaar

Gewoon; normaal.

Concluderen

Besluiten op basis van beschikbare informatie.

Variatie

Verschil of afwisseling.

Een standaard

Een norm of criterium binnen een bepaald gebied.

Formeel

Plechtig, officieel.

Informeel

Minder officieel en los.

Prescriptief

Voorschrijvend wat goed of fout is.

Descriptief

Beschrijvend zonder oordeel.

Statistisch

Cijfermatig berekend.

Accepteren

Aanvaarden of tolereren.

Acceptabel

Aanvaardbaar.

Context

Zinsverband waarin iets voorkomt.

Traditie

Gebruik of gewoonte die door de tijd is overgeleverd.

Principe

Beginsel of uitgangspunt.

Fonetisch

De uitspraak weergevend.

Morfologisch

Met betrekking tot de woordvorming.

Etymologisch

De herkomst of oorsprong van een woord.

Air

De uitstraling of indruk die iemand uitstraalt.

Trekpleister

Een populaire bestemming voor toeristen.

Bestemming

Het doel van een reis.

Transitzone

Zone voor een tussenstop.

Pretentieloos

Zonder verwachtingen te wekken.

Onbestemd

Zwevend; niet goed zichtbaar of herkenbaar.

Luchthartig

Losjes en onbekommerd.

Zelfkant

Dat deel van de samenleving waar mensen leven die zich niet kunnen aanpassen aan normen.

In de ban zijn van iets of iemand

Zeer geïnteresseerd zijn in iets of iemand.

Krantenkiosk

Winkeltje waar je kranten en tijdschriften kunt kopen.

Parallel

Evenwijdig.

Taiga

Een bosgebied van naaldbomen in Siberië.

Obsessie

Bezetenheid; een intens verlangen.

Lotgevallen

Gebeurtenissen of belevenissen.

Biograaf

Een schrijver van biografieën.

Biografie

Een levensbeschrijving.

Autobiografie

Een levensverhaal door de schrijver zelf verteld.

Een gevoelig/persoonlijke snaar raken

Een onderwerp waar iemand bijzonder veel belangstelling voor heeft.

Ascetisch

Levensstijl gericht op extreme zelfdiscipline.

Ascese

Onthouding van aardse genoegens.

Moreel

Gegrond op innerlijk gevoel van goed en kwaad.

Moraal

De leer van de plichten en deugden.

Land van melk en honing

Een paradijs.

Verzaken

Opgeven of niet uitvoeren.

Onomkeerbaar

Niet corrigeerbaar.

Verbijsterd

In verwarring door onverwachte informatie.

Correspondentie

Briefwisseling of mailwisseling.

Nobel

Edel; van hoge morele aard.

Betogen

Argumenteren en opmerken.

Conformisme

Zich aanpassen aan de heersende opvattingen.

Non-conformisme

Zich niet willen aanpassen aan normen.

Autobiografisch

Over je eigen leven vertellen.

Onbezonnen

Zonder nadenken, roekeloos.

Eer betuigen

Positieve feedback geven.

Mijmeren

Wegdromen of nadenken.

Trip

Een korte reis voor plezier.

Gebral

Onzin praten, vooral luid.

Van een dronkaard focussen

De klemtoon leggen op iets.

Handhaven

Behouden; de orde handhaven.

Tafereel

Een situatie of scène.

Visueel

Wat betrekking heeft op het zien.

Bezoedelen

Iets vuil maken, vaak figuurlijk.

Redigeren

Tekst aanpassen of verbeteren voor publicatie.

Neergang

Evolutie naar minder.

Zweverig

Vaag en zonder concrete richting.

Onafgebroken

Zonder onderbreking.

Paradox

Tegelijkertijd geldige strijdige ideeën.

Percipiëren

Waarnemen of begrijpen.

Een zwak hebben voor

Er veel van houden of gevoelig voor zijn.

Womanizer

Een man met veel korte relaties, vaak zonder serieuze bedoelingen.

Vrijbuiter

Een vrijgevochten persoon zonder vaste bestemming.

Promiscuïteit

Wulpsheid; voortdurende zin in seks.

Losbandig

Levensstijl niet geremd door conventies.

Getormenteerd

Gepijnigd van verdriet of last.

Deontologisch

Volgens de deontologie van je vak handelen.

Deontologie

Leer van morele plichten en ethische principes.

Ontwaren

Waarnemen in de verte.

Academisch

Gelieerd aan het universiteitsmilieu.

Par excellence

Bij uitstek; meest typerend.

Teerbeminde

Erg beminde.

Posterboy

Mooie jongen, vaak het gezicht van een campagne.

Op het schild tillen

Als icoon beschouwen.

Het juk van je afschudden

De dominantie van iemand beëindigen.

(je leven) wijden aan

Volledig aan iets ten dienste stellen.

Asceet

Boeteling, iemand die luxe vermijdt.

Bestseller

Goed verkopend boek.

Kapitalistisch

Economisch systeem gebaseerd op winst.

Conflict

Onenigheid of strijd.

Harmonie

Vrede en eensgezindheid.

Vergankelijk

Vluchtigheid of broosheid.

Prevelen

Mompelen of zachtjes uitspreken.

(jaren) verstreken

Voorbijgaan.

Strak

Onverstoorbaar; gespannen.

Toorn

Woede.

Uiten

Kenbaar maken; uitspreken.

Verzoek

Formele vraag.

Wrevel

Ongenoegen of ontevredenheid.

Sidderen

Beven.