1/19
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Wat is het fin de siècle en de décadence?
- Het fin de siècle verwijst naar de laatste twee decennia van de 19de eeuw. Mensen voelden zich vaak moe, pessimistisch en vonden dat de samenleving achteruitging.
- De décadence (=verval) was een houding binnen het fin de siècle. Kunstenaars vonden schoonheid in dingen die anderen lelijk, ziek of overdreven vonden. Ze waren vaak kritisch op de samenleving en zochten naar nieuwe vormen van schoonheid, zelfs in het negatieve.
Geef de historische achtergrond van het expressionisme.
Aan het begin van de 20e eeuw:
- De economie ging goed, technologie en wetenschap gaven mensen hoop op een betere wereld. Er was een sfeer van optimisme en vooruitgang.
MAAR
- Tegelijk ontstond er ook onzekerheid: nieuwe uitvindingen, snelle groei van steden en gebeurtenissen zoals de ondergang van de Titanic (1912) en de komeet Halley + dreigende oorlog zorgden voor een gevoel van dreiging en een ondergangsstemming.
Wat gebeurde er toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak?
Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, werd het optimisme vernietigd. De oorlog bracht puin, dood, trauma en zinloos geweld. De harde realiteit stond in groot contrast met de hoopvolle verwachtingen van ervoor.
Veel schrijvers en intellectuelen, vermoeid door het fin de siècle, zagen de oorlog eerst als iets GOEDS en zelfs noodzakelijk (thuisfront = enthousiast), een soort vernieuwing. Maar toen ze de gruwel zagen, voelden ze vooral teleurstelling, angst en woede.
Hoe gebeurde de omwenteling van het expressionisme?
Door het existensialisme. Aan het begin van de 20e eeuw dachten veel mensen na over de toekomst van de mens: gaat de mens ten onder of begint er iets nieuws? De ideeën van de filosoof Nietzsche waren erg belangrijk: hij zei "GOD IS DOOD", dat oude zekerheden zoals religie niet meer werkten. Volgens hem moest de mens zelf zin geven aan het leven, zonder te vertrouwen op God of geschiedenis. (=existentialisme)
- vooral jongeren zetten zich af van traditionele kunst + waarden
Hoe willen deze jongeren breken met de oude, burgerlijke kunst?
De jaren 1910 en 1925 waren een cruciale periode in de ontwikkeling van de moderne kunst: dadaïsme, surrealisme, kubisme, expressionisme, futurisme...
Die onrustige dynamiek hangt samen met fundamentele veranderingen in maatschappij:
1. technische vooruitgang POSITIEF : zorgt voor auto's, vliegtuigen -> mensen worden weer optimistisch => vooral futurisme: gekenmerkt door : naïef geloof in snelheid + vooruitgang
2. technische evolutie NEGATIEF:
- werkloosheid + gevolgen WWI
- in schilderkunst komt expressionisme vanaf 1905 allereerst in Duitsland voor
Wat is het futurisme?
Is een kunststroming die tussen 1900 - 1918 bestond. Futuristen geloven dat technologische uitvindingen goed zijn, ze geloven in de ontwikkeling van wetenschap en de industrie. Het is een positieve stroming die gebruik maakt van snelheid, machines en oorlog. Futuristen zien zichzelf als promotoren van de oorlog (want die werd met technologie gevoerd). Daarom konden na WOI schilderijen van futuristen niet tentoongesteld worden.
Wat is het kubisme?
Een stroming die voorwerpen of mensen afbeelden in vormen zoals kubussen, kegels en cilinders.
Wat is het dadaïsme?
Dadaïsten vonden dat er geen normen in de kunst moesten bestaan. Reactie tegen de oorlog en logica. Kunst mocht absurd, zinloos en provocerend zijn. Dadaïsten wilden laten zien dat de wereld gek en chaotisch was. Zo gebruikten ze bijvoorbeeld objecten uit het dagelijkse leven.
Wat is het surrealisme?
Het surrealisme is gebaseerd op dromen, het onbewuste en fantasie. Het combineert realistische elementen op een onlogische of bizarre manier. Deze stroming wilde de grenzen van de werkelijkheid doorbreken en toegang krijgen tot het diepere innerlijke.
Wanneer kent het expressionisme zijn hoogtepunt?
Na de Eerste Wereldoorlog in de jaren 20.
Geef kenmerken van het expressionisme.
1. Kunstenaars schilderen vanuit gevoel en niet vanuit werkelijkheid. (landschappen, dingen/ mensen weergeven zoals zij ze aanvoelen)
2. Expressionisten verzetten zich tegen ELKE VORM vn realisme of impressionisme.
3. Niet zomaar nabootsen wat je ziet, maar uitdrukken wat je denkt of voelt.
4. Expressionist vertrekt hoofdzakelijk uit : eigen ik (gevoelens + ideeën) + ZIJN visie v/d werkelijkheid/ wereld
5. Realiteit vervormde wijze: mensen/dingen worden overdreven, karikaturaal of vreemd afgebeeld.
6. Breuk met traditionele stijl en kunstnormen
7. Gebruik van felle, vloekende kleuren -> kleuren hoeven niet realistisch te zijn (bv. blauwe paarden van Franz Marc).
8. maatschappelijke boodschap: GEEN l'art pour l'art
9. Kunstenaar staat dus centraal.
Wat is nu het verschil tussen realisme - impressionisme - expressionisme?
De realist schildert een herkenbare oude bedelaar.
De impressionist schildert een ellendige man.
De expressionist toont het gevoel van armoede zelf.
Hoe evolueerde het expressionisme in Nederland?
In Nederland begon het expressionisme rond 1910, met jonge dichters (zoals Herman van den Bergh, later gevolgd door M. Nijhoff en J. Slauerhoff).Ze schreven voor het tijdschrift Het Getij, dat heel vernieuwend was. Vanaf 1924 werd die rol overgenomen door De Vrije Bladen.
Hoe evolueerde het expressionisme in Vlaanderen?
In Vlaanderen was de situatie ingewikkelder door de taalstrijd en de bezetting door Duitsland tijdens WO I. Sommige Vlamingen, noemden zich de activisten (omdat ze niet passief wilden blijven wachten), zagen de bezetting als een kans om Vlaamse zelfstandigheid te krijgen en wilden samenwerken met Duitsland. In Duitsland betekende "activisme" iets anders: kunstenaars wilden juist vrede en een maatschappij geleid door intellectuelen en kunstenaars.
Zowel de humanistische als de nationalistische-activistische expressionisme zijn in het Vlaamse expressionisme te vinden.
De expressionisme brak door met Paul van Ostaijen, die in 1916 zijn bundel Music-Hall uitbracht.
Wat zijn kenmerken van het expressionisme in de literatuur?
1. Geen traditionele vormschema
a) zinnen ontbreken
b) geen lidwoorden, geen strofebouw, geen leestekens... = modern (=VERZET ZICH TEGEN TRADITIE)
2. inhoud over: grote stad, humanistische broederschap, Vlaamse identiteit, universele solidariteit
3. gebruik alledaagse onderwerpen
4. Expressie over de maatschappij
5. associatie : inhoudelijke + vorm associatie(= uit zich door alliteratie + assonantie te gebruiken)
6. alliteratie + assonantie (+onamatopee)
7. GEEN l'art pour l'art
Wie was Paul van Ostaijen?
Paul van Ostaijen was een belangrijke vernieuwende dichter in Vlaanderen die het expressionisme hielp doorbreken. Hij experimenteerde veel met taal, typografie (de manier waarop tekst er visueel uitziet), en vorm, waardoor zijn gedichten niet alleen inhoudelijk, maar ook visueel vernieuwend waren. Zijn werk combineerde gevoelens van nihilisme, het moderne stadsleven, oorlogservaringen, reclame en film met humanistische idealen. Hij liet de traditionele poëzie los en gebruikte scherpe, vernieuwende beeldspraak die emoties en ervaringen direct en krachtig uitdrukte.
Examenvraag: welke procedé schijnt er achter dit gedicht (bv. Eenzame stad)?
ASSOCIATIE:
1. inhoudelijke associatie: betekenis/ emotie die woorden oproepen + met elkaar verbonden
2. vorm associatie: de structuur van het gedicht => ondersteunt of versterkt inhoud (bv. grote letters, witruimte, opmaak.. + door alliteratie + assonantie)
Wat is het verschil tussen thema en onderwerp?
Thema = abstract, kan je niet vastnemen
Onderwerp= vastnemen, concreet
Geef 2 schrijvers van het expressionisme.
1. Paul van Ostaijen
2. Moens
Geef 2 kunstenaars van het expressionisme.
1. Marc (Blauwe paarden)
2. Kirchner