woorden CBAWL

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/52

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

53 Terms

1
New cards

interferentie

het proces waarbij 2 of meer golven door combinatie elkaar versterken of verzwakken

2
New cards

diffractie

is het beeld dat men ziet door het geheel van additieve of inhiberende interferentie van golven

3
New cards

brandpuntsafstand, focale lengte

is de afstand tussen de lens enerzijds en het punt waarin de stralen convergeren na passage doorheen de lens anderzijds

4
New cards

angulaire aperatuur

is de helft van de hoek alfa van de lichtkegel die vanuit het specimen doorheen de objectieflens gaat

5
New cards

resolutie

is de kleinste afstand tussen 2 punten waarbij deze 2 punten nog als 2 afzonderlijke punten kunnen gezien worden

6
New cards

aberraties

lensafwijking

7
New cards

schaduweffect

het effect bij de diferentieel interferentiecontrast microscoop doordat de fasenverschillen aan 1 kant van de cel positief zijn en negatief aan de andere kant

8
New cards

anisotroop

is een eigenschap van materialen waarbij de fysieke eigenschappen variëren afhankelijk van de richting waarin gemeten wordt.

9
New cards

luminescentie

is het proces waarbij licht geabsorbeerd wordt door een bepaald molecule waarna dze molecule zelf licht uitzendt

10
New cards

excitatielicht

is het specifieke licht dat wordt gebruikt om een bepaalde stof te stimuleren zodat deze luminescentie of fluorescentie vertoont.

11
New cards

emissielicht

is het licht dat wordt uitgezonden door een stof als gevolg van energieabsorptie en excitatie.

12
New cards

fosforescentie

is wanneer de emissie van licht blijft bestaan na de belichting

13
New cards

fluorescentie

is wanneer de emissie van licht met langere golflengte tijdens de duur van de belichting en stopt onmiddellijk wanneer de excitatiebron wegvalt.

14
New cards

versnellingsvoltage

hoe hoger we het voltage zetten, hoe hoger de versnelling van de elektronen tussen kathode en anode zullen zijn

15
New cards

beam deflectors

het concentreren van de eleketronenbundel tot 1 punt dat vervolgens het oppervlak van het specimen aftast.

16
New cards

autolyse

celdood, celafbraak

17
New cards

basofiel

negatieve geladen weefsel- of celdelen waar een basische kleurstof zich heeft opgezet

18
New cards

acidofiel, eosinofiel

positieve geladen weefsel- of celdelen waar een zure kleurstof zich heeft opgezet

19
New cards

orthochromatisch

het gekleurde weefsel draagt de kleur van de aangewende kleurstof

20
New cards

metachromatisch

het gekleurde weefsel draagt een andere kleur dan de aangewende kleurstof

21
New cards

cel

de inhoud van de compartimenten van levende organismen

22
New cards

nucleus

celker

23
New cards

protoplasma

alle levende substantie van de cel

24
New cards

nucleoplasme, karyoplasma

de materie van de kern

25
New cards

cytoplasma

de materie rondom de kern

26
New cards

kernmembraan, kernenvelop

membraan rondom de nucleoplasma

27
New cards

celmembraan

membraan rond de cel

28
New cards

organellen

structuren die in de meeste cellen voorkomen, kleine interne orgaantjes met een zeer specifieke functie in het metabolisme van de cel

29
New cards

interdigitationes

het contactvlak tussen de plasmalemmata rechtlijig, dat zorgt voor mechanische hechting van de cellen en het vergroten van het celoppervlak

30
New cards

macula

vlek

31
New cards

zonula

ring

32
New cards

nexus, gap junction

een vlekvormigd differentiatie, die wat de contactvorming betreft, een stadium vertegenwoordigt tussen occludens en adherenstype

33
New cards

cytose

waarneembare opname en afgifte

34
New cards

diapedese

verschijnsel waarbij cellen doorheen de weefsels migreren

35
New cards

polykaryocyten

cellen met talrijke kernen

36
New cards
37
New cards

ribosomen

korrels van Palade

38
New cards

polysomen, polyribosomen

gegroepeerde ribosomen

39
New cards

endoplasmatisch reticulum

ER

40
New cards

ruw endoplasmatisch reticulum

RER

41
New cards

glad endoplasmatisch reticulum

GER

42
New cards

ergastoplasma

een lichtmicroscopische weergave van dicht gestapelde RER en ribosomen

43
New cards

Stof van Nissl

verschillende groepjes basofiele stof verspreid over het zenuwcellichaam

44
New cards

sarcoplasmatisch reticulum

GER in de hartspiercel en dwarsgestreepte spiercel

45
New cards

microsoom

zijn artefacten die ontstaan tijdens de fractionering van cellen, vooral bij de isolatie van het ER. Het zijn kleine, gesloten vesicles gevormd uit fragmenten van het ER-membraan, ribosomen en andere cellulaire componenten.

46
New cards

golgie-apparaat, golgi-complex

geheel van structuren die behoren tot het apparaat en die in 1 bepaalde cel aanwezig zijn

47
New cards

dictyosoom, golgi-stapel

een morfologische eenheid van het complex waarin de voornaamste golgi-onderdelen aanwezig zijn

48
New cards

mitochondrie

organel dat instaat voor ATP aanmaak

49
New cards

chondrioom

het geheel van mitochondriën in de cel

50
New cards

sarcosoom, neurosoom, gliosoom

benamingen voor mitochondriën in de spiercellen (dwarsgestreept), zenuwcellen en neurogliacellen

51
New cards

cilium

trilhaar

52
New cards

flagellum

een grotere uitgave van een cilium

53
New cards

stereocilium

geen trilhaarslag en moet beschouwd worden als een oppervlaktetoename van de celmembraan