Thematische woordenschat 22

fiscal(e) <-aux>

fiscaal, belasting-

la fiscalité

belastingwezen; belastingwetgeving; fiscaal stelsel

l'impôt m, la taxe

belasting, heffing (liever niet: taks)

soumis(e), assujetti(e)

onderworpen, verplicht

l'asujettissement à l'impôt m, l'obligation fiscale f

belastingplicht

l'assujetti m , l'assujettie f

belastingplichtige (m/v)

le, la contribuable

belastingbetaler, belastingbetaalster

résider

wonen

être redevable de l'impôt

belastingplichtig zijn, belasting verschuldigd zijn

le collecteur, la collectrice

belastinginner (m/v)

la collecte d'impôts

belastinginning

le redevable définitif, la redevable définitive

uiteindelijke belastingplichtige (m/v)

imposable, taxable

belastbaar

imposer, taxer

belasten, met belasting bezwaren

l'imposition f, la taxation

belasting heffen

percevoir [des impôts/des taxes]

belastingen innen

la perception [des impôts/des taxes]

belastinginning

éxonérer, exempter

vrijstellen (van belasting)

l'exonération (d'impôt) f, l'exemption (d'impôt) f

(belasting)vrijstelling

détaxer

belastingontheffing verlenen, vrijstellen van belasting; belasting verlagen

la détaxation

belastingverlaging; belastingontheffing

non imposable

belastingvrij, niet-belastbaar

les prélèvements obligatoires mpl

verplichte heffingen, belastingen en sociale premies

la pression fiscale

belastingdruk

les recettes fiscales fpl

belastingopbrengst, belastinginkomsten

http://www.belgium.be/fr/impots/

http://www.impots.gouv.fr/portal/dgi/home

la ponction

afroming; aderlating

frapper

treffen

les revenus modestes mpl

lage inkomens

fiscaliser

belasten

la fiscalisation

het belasten

l'alourdissement m

verzwaring

alourdir

verzwaren

alléger

verlichten

l'allègement m

verlichting

défiscaliser

vrijstellen van belasting

net(te) d'impôts

belastingvrij

exempt(e) d'impôts

belastingvrij

la double imposition

dubbele belasting

le, la fiscaliste

fiscalist(e)

le conseiller fiscal, la conseillère fiscale

belastingadviseur (m/v), belastingconsulent(e)

directe belasting

l'impôt direct m

directe belasting

l'impôt d'Etat m

staatsbelasting

l'impôt local m

lokale belasting

l'impôt sur le revenu des personnes physiques (IRPP) m

personenbelasting

la catégorie (de revenu)

inkomstencategorie

la pension (de retraite)

pensioen

la pension alimentaire

alimentatie

la rente viagère

lijfrente

l'impôt sur les salaires et traitements m

loonbelasting

les revenus du travail mpl

inkomsten uit arbeid

les revenus du capital mpl

inkomsten uit vermogen

les revenus (de capitaux) mobiliers mpl

inkomsten uit roerend vermogen (vb. effecten)

les revenus fonciers mpl

inkomsten uit onroerend goed

les plus-values (de cession) fpl

belasting op vermogenswinsten

les revenus mixtes mpl

diverse inkomens

les bénéfices industriels et commerciaux (BIC) mpl

winst uit onderneming

les bénéfices non commerciaux (BNC) mpl

winst uit vrij beroep

les bénéfices agricoles (BA) mpl

winst uit landbouwbedrijf

l'impôt sur les sociétes (IS), l'impôt sur le bénéfice (des sociétés) m

vennootschapsbelasting

la contribution sociale généralisée (CSG) (F)

algemene sociale heffing (F)

la taxe professionnelle

lokale belasting voor bedrijven (F)

l'impôt foncier m

onroerendgoedbelasting

l'impôt sur le capital m

vermogensbelasting

l'impôt de solidarité sur la fortune (ISF) (F) m

solidariteitstoeslag op het vermogen (F)

www.impots.gouv.fr

Indirecte belastingen

l'impôt indirect m

indirecte belasting

l'impôt sur la consommation m

verbruiksbelasting

s'appliquer

van toepassing zijn, gelden

la taxe sur la valeur ajoutée (TVA)

belasting over de toegevoegde waarde, btw

le taux de la TVA

btw-percentage

le taux réduit (de la TVA)

laag btw-tarief

le taux normal (de la TVA)

normaal btw-tarief

la franchise en base de TVA

de vrijstellingsregeling

grever

belasten

déduire, retrancher

in mindering brengen, aftrekken

récupérer

verhalen

la récupération de la TVA

het verhalen van btw

les contributions indirectes fpl, les droits d'accises, les accises

accijns

la taxe intérieure de consommation sur les produits énergétiques (TICPE) (F)

accijns op energieproducten (F)

le droit de mutation

overdrachtsbelasting

le droit de timbre

zegelbelasting, zegelrecht

le timbre fiscal

belastingzegel

la redevance, la téléredevance

retributie, kijk- en luistergeld

le produit (d'un impôt)

opbrengst (uit een belasting)

la taxe d'apprentissage (F)

leerlingbelasting (F)

L'avis d'imposition

Belastingaanslag

le fisc, l'administration (fiscale) f

fiscus, belastingdienst

le centre d'impôts (CDI), les impôts mpl

belastingkantoor

le Trésor public

schatkist, staatskas

la trésorerie

schatkist, staatskas; geldelijke middelen

le recouvrement

inning

recouvrer

innen

le prélèvement (fiscal)

voorheffing

le taux de prélèvement

voorheffingspercentage

le précompte professionnel

bedrijfsvoorheffing

le précompte mobilier

roerende voorheffing