1/257
Deze 170 vraag-en-antwoord-flashcards behandelen de kernideeën uit Hoofdstuk 8 over de invloed van toegepaste psychologie op het dagelijks leven: klinische evoluties, testontwikkeling, arbeids- en organisatiepsychologie, psychometrie en kritische geschiedbeschouwing.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Wat bedoelen Jansz en Van Drunen met de term ‘psycholisatie van de maatschappij’?
De toenemende impact van psychologische theorieën en bevindingen op het dagelijks leven.
Welke drie klassieke gebieden vallen onder de toegepaste psychologie?
Klinische psychologie, testpsychologie en arbeids- en organisatiepsychologie.
Welke Amerikaanse socioloog beschreef de groei van de psychologie in ‘Modernizing the Mind’?
James Ward.
Wat was Sigmund Freuds basisopleiding?
Hij was opgeleid als medisch dokter.
Waarom wilden sommige psychiaters psychoanalyse uitsluitend door artsen laten uitvoeren?
Om erkenning als medische behandeling te behouden en het exclusief te houden voor mensen met een medisch diploma.
Wat was het gevolg voor psychologen zonder medisch diploma vóór WO II?
Zij mochten geen therapie geven zonder toezicht en hun privépraktijken waren niet verzekerd.
Wie opende in 1896 het eerste psychologische gezondheidscentrum?
Lightner Witmer.
Op welke doelgroep richtte Witmers kliniek zich oorspronkelijk?
Gedrags- en leerproblemen van schoolkinderen.
Hoeveel psychologische klinieken waren er in de VS in 1914?
Negentien.
Waarom steunden vele academische psychologen de vroege klinieken niet?
Zij wilden psychologie als experimentele wetenschap promoten en wilden medische collega's niet beledigen.
Hoe definieerde Witmer in 1907 ‘klinische psychologie’?
Als de tak van de psychologie die psychologische kennis toepast op onderzoek en behandeling van mentale stoornissen.
Waar werd in 1920 het eerste centrum voor klinische psychologie in het VK opgericht?
In Tavistock Square, Londen.
Wat is shell-shock volgens Myers?
Een angstreactie op het slagveld die soldaten verhindert normaal te functioneren.
Welke twee behoeften ontstonden door shell-shock tijdens WO I?
Psychologische tests om kwetsbare soldaten te selecteren én behandelingen voor getroffen soldaten.
Hoe noemden de VS hun psychologische test- en behandelingsdienst tijdens WO II?
Militaire psychiatrische diensten.
Wie publiceerde in 1942 ‘Counseling and Psychotherapy’?
Carl Rogers.
Wat is het belangrijkste kenmerk van cliënt-gerichte therapie?
De cliënt zoekt zelf oplossingen met een empathische, niet-oordelende therapeut.
Noem één van Rogers’ drie basisvoorwaarden voor een goede therapeut.
Onvoorwaardelijke acceptatie, empathie of oprechtheid.
Welke drie ontwikkelingen na WO II versterkten de positie van klinisch psychologen?
Kritiek op asielbehandelingen, wetenschappelijke evaluatie van therapieën en de opkomst van psychiatrische medicatie.
Wat beoogde de antipsychiatrische beweging in de jaren 60-70?
Respect voor de rechten van patiënten, kortere hospitalisatie en alternatieve behandelinitiatieven.
Wat is een lobotomie?
Het doorsnijden van zenuwbanen tussen frontale lobben en thalamus als vermeende behandeling.
Wie introduceerde de lobotomie?
De Portugese neuroloog António Moniz.
Wat is electro-convulsietherapie (ECT)?
Toediening van elektrische schokken op het brein om neuronale ontlading op te wekken.
Welke roman bracht misstanden in psychiatrie onder publieke aandacht?
‘One Flew Over the Cuckoo’s Nest’ van Ken Kesey (1962).
Welke psychiater schreef ‘The Myth of Mental Illness’?
Thomas Szasz.
Wat toonde Rosenhan aan in ‘On being sane in insane places’?
Gezonde mensen werden in psychiatrische ziekenhuizen foutief als schizofreen gediagnosticeerd.
Wat concludeerde Eysenck in 1952 over psychotherapie-effectiviteit?
Verbetering bij therapie was niet groter dan bij mensen zonder therapie.
Wat zijn psychoactieve drugs?
Medicijnen die voorgeschreven worden voor mentale stoornissen.
Noem de eerste veelgebruikte antipsychotische drug uit de jaren ’50.
Chloorpromazine.
Wat betekent ‘social management’?
Controle en zorg voor afwijkend gedrag via officiële sociale diensten.
Wat is een verzorgingsstaat?
Een systeem waarin burgers via belastingen verzekerd zijn van sociale diensten.
Waarom groeide de vraag naar therapie in geïndividualiseerde samenlevingen?
Mensen zochten professionele steun omdat traditionele sociale netwerken losser werden.
Noem een voorbeeld van psychologische kennis in populaire media.
Psychologische tips in kranten, magazines of tv-talkshows.
Welke drie historische testsoorten onderscheidt men?
Authenticiteitstesten, kwalificatietesten en diagnostische testen.
Wat is betrouwbaarheid van een test?
De mate waarin herhaalde metingen dezelfde resultaten opleveren.
Wie introduceerde in 1904 het betrouwbaarheidsconcept?
Charles Spearman.
Wat is validiteit van een test?
De mate waarin een test meet wat hij beweert te meten.
Welke onderzoekers maakten de eerste gestandaardiseerde intelligentietest voor kinderen?
Alfred Binet en Théodore Simon.
Wat concludeerde Hollingworth (1922) over ongestructureerde interviews?
Ze scoren laag op betrouwbaarheid en voorspellen prestaties slecht.
Wat is een impliciete persoonlijkheidstheorie?
Stereotypes en aannames die beoordelaars gebruiken om gedrag van anderen te voorspellen.
Hoe verhoogt een gestructureerd interview de betrouwbaarheid?
Iedere kandidaat krijgt exact dezelfde vragen.
Wat is een gestandaardiseerde psychologische test?
Een test onderzocht op betrouwbaarheid en validiteit, afgenomen op uniforme wijze.
Wat meet een IQ-test primair?
Het leerpotentieel of de algemene intelligentie van een persoon.
Wat ontdekte men bij grootschalige IQ-testing in WO I?
Culturele bias in informatie-gerelateerde vragen.
Welke IQ-test introduceerde David Wechsler in 1939?
De Wechsler Adult Intelligence Scale (WAIS).
Wat is een vaardigheidstest?
Een test die kennis over specifieke onderwerpen of domeinen meet.
Welke test wordt in de VS gebruikt als toelatingstest voor universiteiten sinds 1926?
De Scholastic Aptitude Test (SAT).
Waarom voegde Duitsland de ‘Test für Medizinische Studien’ toe aan toelating?
Om homogeniteit en discriminatie in selectie op basis van enkel cijfers te verminderen.
Welk rijk gebruikte al 2000 jaar geleden gestandaardiseerde examens voor ambtenaren?
De Chinese Han-dynastie.
Wat is een persoonlijkheidstest?
Een test die stabiele gedrags- en reactiepatronen van individuen meet.
Wat was het doel van Woodworth’s Personal Data Sheet (1920)?
Soldaten identificeren die kwetsbaar waren voor shell-shock.
Welke twee tekortkomingen had Woodworths vragenlijst?
Vragen waren klinisch gekozen zonder empirisch onderscheid en gevoelig voor sociaal wenselijke antwoorden.
Hoe pakte Langner (1962) itemselectie anders aan dan Woodworth?
Op basis van empirische verschillen tussen patiënt- en controlegroepen.
Wat is gezichtsvaliditeit?
Oordelen over validiteit op basis van subjectieve indrukken van de items.
Welke persoonlijkheidsvragenlijst introduceerde schalen tegen sociale wenselijkheid?
De Minnesota Multiphasic Personality Inventory (MMPI, 1943).
Wat is de trait-theorie van persoonlijkheid?
Mensen verschillen op een beperkt aantal stabiele persoonskenmerken (traits).
Hoeveel adjectieven nam Allport aanvankelijk op in zijn persoonlijkheidsanalyse?
4504 Engelse adjectieven.
Welke statistische techniek gebruikte Cattell om traits te reduceren?
Factoranalyse.
Hoeveel bipolaire factoren onderscheidde Cattell?
Zestien.
Welke drie kern-dimensies stelde Eysenck voor?
Introversie-extraversie, neuroticisme-stabiliteit en psychoticisme.
Welke vijf factoren omvat het Big-Five-model?
Openheid, consciëntieusheid, extraversie, vriendelijkheid (altruïsme) en neuroticisme.
Waarom winnen gestandaardiseerde testen aan belang in moderne samenlevingen?
Ze leveren objectieve, betrouwbare informatie passend bij individualisering en bewijs-gebaseerde beslissingen.
Wat was het doel van industriële psychologie begin 20e eeuw?
Productiviteit verhogen en de beste persoon voor de taak selecteren.
Wie is de grondlegger van wetenschappelijk management?
Frederick Winslow Taylor.
Wat kenmerkte Taylors benadering van werk?
Opsplitsen van complexe taken in simpele handelingen en externe controle door management.
Hoe definieert industriële psychologie werknemers?
Als verlengstukken van machines, eenvoudig vervangbaar.
Wat ontdekte Mayo in de Hawthorne-studies over productiviteit?
Sociale waardering en groepsgevoel beïnvloeden productiviteit meer dan fysieke omstandigheden.
Wat is het Hawthorne-effect?
Prestatieverandering doordat deelnemers weten dat zij onderzocht worden.
Wat benadrukt de Human-Relations-beweging?
De menselijkheid van werknemers en belang van sociale relaties op het werk.
Welke leidinggevingsstijl bevordert volgens Lewin (1939) creativiteit en tevredenheid?
Democratisch leiderschap.
Wat komt centraal te staan in Human Resource Management (HRM)?
Autonomie, verantwoordelijkheid en zelfactualisatie van werknemers.
Noem één verschil tussen industriële psychologie en HRM.
Industriële psychologie ziet mensen als vervangbaar; HRM ziet mensen als ontwikkelbare bronnen.
Waarom werd HRM belangrijker na 1980?
Mechanisch werk werd geautomatiseerd en kenniswerk vroeg om zelfstandigheid en innovatie.
Wat benadrukt Rogers’ humanistische psychologie in werkcontext?
Zelfactualisatie en intrinsieke groei van de werknemer.
Wat bekritiseerde Kompier (2006) aan de klassieke Hawthorne-presentatie?
Mayo baseerde zich op andermans rapporten, er was geen controlegroep en selectie-bias bij deelnemers.
Noem één reden waarom geïdealiseerde verhalen in psychologie blijven circuleren volgens Kompier.
Ze zijn ‘te mooi om niet waar te zijn’ en passen bij huidige waarden.
Wat is pseudogeschiedenis van wetenschap?
Een tekst die lijkt op wetenschapsgeschiedenis maar systematisch feiten verdraait om onderzoekers te verheerlijken.
Welke klassieke casus werd mogelijk overdreven in verslaggeving over angstconditionering?
Het experiment met kleine Albert.
Waarom is kritisch bronnenonderzoek belangrijk in psychologiegeschiedenis?
Omdat veel invloedrijke verhalen geromantiseerd of onjuist zijn.
Wie betoogde dat psychiatrische stoornissen vaak levensproblemen zijn i.p.v. ongeneeslijke ziektes?
Thomas Szasz.
Welke Schotse psychiater deelde Szasz’ kritiek op psychiatrie?
R.D. Laing.
Wat was de belangrijkste conclusie van Rogers over medische diploma’s en therapie?
Een goed therapeut hoeft geen arts te zijn, empathie en acceptatie volstaan.
Hoe zorgden psychoactieve medicijnen voor kortere hospitalisatie?
Ze verminderden symptomen zodat patiënten sneller terug naar de gemeenschap konden.
Hoeveel procent van alle medicijnen in ontwikkelde landen is psychoactief?
Ongeveer 15 %.
Wat is uroscopie in de Byzantijnse geneeskunde?
Diagnose stellen door visuele analyse van urine.
Wat zijn de drie kenmerken van testen volgens Hanson?
Vooraf gepland, zoekt een teken van een conditie en wordt afgenomen door iemand met hogere status.
Welke correlatietechniek maakte betrouwbaarheidsonderzoek mogelijk?
Spearmans correlatiecoëfficiënt.
Wat toonde Rehmans (2005) onderzoek over dokterskleding?
80 % van patiënten verkoos dezelfde arts wanneer hij een witte jas droeg.
Wat is face validity in het Nederlands?
Gezichtsvaliditeit.
Wat is sociale wenselijkheid in testsituaties?
De neiging antwoorden te geven die sociaal acceptabel zijn i.p.v. eerlijk.
Welke twee validiteitsschalen bevat de MMPI tegen sociaal wenselijke antwoorden?
Een schaal voor over-positieve én een voor over-negatieve zelfpresentatie.
Waarmee correleren IQ-scores doorgaans?
Schoolprestaties en succes in intellectueel veeleisende beroepen.
Wat liet de WAIS-test toe te vergelijken?
Verbale intelligentie versus performantie-intelligentie van één persoon.
Wat stimuleerde de introductie van leerplichtwetten voor IQ-testen?
De nood om kinderen met leerproblemen tijdig te identificeren.
Waarom zijn multiple-choice-vragen populair in vaardigheidstesten?
Ze verhogen objectiviteit en betrouwbaarheid.
Hoe beïnvloedt individualisering de vraag naar persoonlijkheidstesten?
Mensen willen weten wat hen uniek maakt en organisaties zoeken individuele profielen.
Welke cultuurverandering beschrijft Kagitçibasi (2002) in gezinnen?
Van afhankelijk collectivisme naar autonome individualiteit dankzij verzorgingsstaat.
Wat is het doel van wetenschappelijk management volgens Taylor?
Efficiëntie maximaliseren door standaardisatie en tijd- & bewegingsstudies.
Noem een kenmerk van autoritaire leiderschapsgroepen volgens Lewin.
Meer agressie en ontevredenheid onder leden.
Wat toont het voorbeeld van de Chinese examens over testgeschiedenis?
Gestandaardiseerde selectie is geen moderne uitvinding maar heeft oude wortels.