Looks like no one added any tags here yet for you.
Met sociale media kan je steeds …
je status kwantificeren en monitoren (aantal vrienden, volgers, likes, opmerkingen)
Sociale media is …
makkelijk en relatief veilig (in de zin dat je het alleen op je zolderkamertje kan doen)
Door sociale media zijn er nieuwe…
onveiligheden gekomen, en die zijn ook makkelijker geworden (zoals delen van naaktfoto’s)
Tieners zijn niet verslaafd aan sociale media, maar …
aan elkaar
Wat zijn de problemen m.b.t. communicatie en media theorieën?
Veel ouderwetse media theorieën beschouwen individuen nog als passieve consumenten
Niet alleen selectie van medium, maar ook creatie van content. Hierdoor zijn deze theorieën niet meer helemaal van toepassing
Co-constructie theorie m.b.t. sociale media
Sociale media is een dynamische omgeving, waar waarden en normen worden gegeneerd en verspreid
Presentatie van digitale zelf (Meer bewust van hoe je dingen zegt, presenteert, doet, laat zien, etc. Kan later nog bewerken)
Online promotie van de offline zelf
Wat zijn de problemen m.b.t. sociale en ontwikkelingspsychologie rondom sociale media
Veel theorieën gebaseerd op offline beperkingen in tijd of aantal
Virale verspreiding van teksten of foto’s veel ingrijpender, doordat het snel en breed verspreid kan worden
Wat zijn de voor en nadelen van bestaande theorieën aanpassen aan sociale media?
Voordeel: Verbinding tussen onderzoek naar sociale media en eerdere onderzoeken.
Nadeel: Theorieën worden opgerekt buiten hun oorspronkelijke reikwijdte
Nieuwe theorieën ontwikkelen rondom sociale media
Idealiter zou het theorieën minder afhankelijk moeten maken van de offline of online context
Zou rekening moeten houden met het heen en weer gaan tussen offline en online omgevingen
Bestaande theorieën integreren m.b.t. sociale media
Integratie van bestaande psychosociale theorieën en nieuwe sociale media theorieën
Veranderende betekenis van privacy: eerst een belangrijk uitgangspunt voor offline contacten, maar nu steeds minder relevant voor online contacten (het wordt steeds lastiger te bewaken online)
Wat zijn uitdagingen bij meetmethodes rondom sociale media en de relatie met leeftijdgenoten?
Tijdsbesteding: online contacten kunnen zeer vluchtig zijn. (Hoe meet je dat?)
Jongeren kunnen zeer snel van medium veranderen. (Hoe volg je dat?)
Een ruzie ontstaan op FB kan voortgezet worden in een WA-groep. (Hoe integreer je dat?)
Fluctuatie in welk medium populair is
Wat zijn de meetmethodes rondom sociale media en de relatie met leeftijdgenoten?
Zelfrapportage vragenlijsten
Verzamelen van ervaringen
Directe observatie
Sociale compensatie hypothese
Als je offline verlegen bent, kun je sociaal vaardiger worden door online interacties
Versterkingshypothese
Als je offline sociaal vaardig bent, dan zul je nog sociaal vaardiger worden door online interacties
Co-constructie
Er is continuïteit tussen offline en online gedrag
Sociale media en de kwaliteit van hechte relaties
Versterkingshypothese
Er zijn zorgen geweest dat online contacten zich ontwikkelen ten koste van offline contacten. Echter, de versterkingshypothese lijkt bevestigd te worden
(Dus als je al een goede kwaliteit van de relatie had, wordt deze door sociale media nog beter)
Sociale media en de kwaliteit van hechte relaties
Positieve relatie offline en online contacten
Meer digitale communicatie, dan ook sterkere banden in een offline sociaal netwerk
Sterke overeenstemming tussen sociaal gedrag en FB kenmerken (aantal, steun)
Sociale media en de kwaliteit van hechte relaties
Jaloezie
Door zichtbaarheid van elkaars contacten en communicatie, kan er meer sprake zijn van jaloezie
Sociale media en de kwaliteit van hechte relaties
Vermenging van offline en online contact
Jongeren brengen een groot deel van hun tijd online door
Op een moment kunnen offline en online contacten en communicatie dwars door elkaar heen lopen
Sociale media en psychosociale ontwikkeling/aanpassing
Geef de overeenstemmingen tussen offline en online en sociale behoeftes
Ontwikkelen en testen van identiteiten
Activiteiten ondernemen en delen met leeftijdgenoten
Zelfpresentatie
Ontvangen van steun en bevestiging door leeftijdgenoten
Sociale media en psychosociale ontwikkeling/aanpassing
Continuïteit
Veel sociale contacten > via sociale media meer steun en feedback van anderen
Beperkte of maladaptieve sociale contacten > via sociale media juist gestimuleerd in deviant gedrag
Kwetsbaar > kunnen reacties via sociale media ook juist pijnlijk zijn
Identiteiten op sociale media zijn vaak …
doordacht en mooi gepolijst
Online contacten bieden de mogelijkheid van een …
intensivering van de ervaring van offline contacten
Passief surfen op sociale media kan …
je ongelukkig maken (sociale vergelijking)
Door een grotere kans op scheve leeftijd vergelijkingen kan een …
grotere interesse in leeftijdsongepast gedrag ontstaan
Het gebruik van sociale media kan bestaande …
gedragingen, cognities en emoties intensiveren
Een substantieel deel van het contact vindt …
online plaats
Sociale media bieden voortdurend …
feedback, steun en vergelijking
Kwetsbaarheden kunnen online …
ook vergroot worden
Welk perspectief lijkt bij sociale media het meest passend?
Co-constructie perspectief
Sociale media
door computers bemiddelde communicatiekanalen die gebruikers in staat stellen om in realtime of asynchroon te communiceren met een smal en breed publiek
Het aangaan en onderhouden van vriendschappen is een …
belangrijke ontwikkelingstaak
Benoem de kenmerken van close vriendschappen
ondersteuning
toegankelijkheid
responsiviteit
intimiteit
Wat kan je concluderen vanuit deze grafiek?
In de laatste jaren is het sociale media gebruik/telefoongebruik toegenomen en ook het aantal jongeren dat aangeeft dat het niet goed voelt om te leven. Ook het aantal keer dat jongeren met elkaar afspreken is afgenomen in de laatste jaren
Telefoongebruik/sociale media gebruikt hoeft niet persee de oorzaak hiervoor te zijn
stimulatie hypothese
Socialmediagebruik stimuleert friendship closeness
Voor welke hypothese rondom sociale media is er best veel bewijs?
stimulatie hypothese
Meisjes hebben zowel negatieve als positieve ervaringen met
sociale media (11 tot 15 jaar). Er zijn gemiddeld genomen meer positieve ervaringen dan negatieve ervaringen
Sociale media zorgt voor real-time …
vluchtige ervaringen
(Sociale media adverteren om op 'dit moment' contact met elkaar op te nemen)
Stimulatie hypotheses:
Between-person
Welke adolescenten zijn het meest close met hun vrienden?
(we denken dat dit de frequente sociale media gebruikers zijn)
Stimulatie hypotheses:
Within-person
Wanneer voelen adolescenten zich het meest close met hun vrienden?
(We denken dat dit is na hun sociale media gebruik)
Stimulatie hypotheses:
Wat is het doel van Between-person?
verband bepalen tussen individuele verschillen in vriendschap closeheid en sociale media gebruik
Stimulatie hypotheses:
Wat zijn de resultaten van Between-person?
Adolescenten die meer sociale media gebruiken (gemiddeld genomen), zijn closer dan adolescenten die minder sociale media gebruiken.
Stimulatie hypotheses:
Wat is het doel van Within-person?
Bepalen van het effect van sociale mediagebruik op intra-individuele veranderingen in closeheid over tijd
Stimulatie hypotheses:
Wat zijn de resultaten van Within-person?
Adolescenten ervaren minder vriendschap closeheid (t) nadat ze meer sociale media hebben gebruikt (t-1)
Wat is het doel van Persoon-specifieke verbanden?
Bepalen hoe de effecten van sociale mediagebruik op intra-individuele veranderingen in closeheid verschillen van persoon tot persoon
Wat zijn de resultaten van Persoon-specifieke verbanden?
Sommige personen ervaren minder closeheid
Sommige personen ervaren meer closeheid
Voor sommige personen is er geen individuele verandering waargenomen na sociale mediagebruik in closeheid(t-1)
Sociale mediagebruik bij the socially rich volgens de versterkingshypothese
The socially rich get richer
(als je al goed bent in sociale interacties helpt sociale media je nog beter te worden in sociale interacties)
Sociale mediagebruik bij the socially poor volgens de sociale compensatie theorie
The socially poor get richer
(als je niet goed ben in sociale interacties helpt sociale media je beter te worden in sociale interacties)
Wie profiteert er het meest van sociale mediagebruik?
Empirisch bewijs niet eenduidig hierover
Heterogeniteit in conceptualisaties van richness, poorness, en sociaal kapitaal
Heterogeniteit in statistische methodes (regressie; mediatie; moderatie)
Wat kan je hieruit concluderen?
Gemiddeld genomen worden de socially poor niet richer maar ook niet poorer
Ongeveer 28% ervaart een positief effect van sociale mediagebruik op het gebied van support
Ongeveer 72% ervaart een geen effect van sociale mediagebruik op het gebied van support
Wat kan je hieruit concluderen?
Gemiddeld genomen worden de socially rich ietsjes poorer na sociale media gebruik
Ongeveer 12% ervaart een positief effect van sociale mediagebruik op het gebied van support
Ongeveer 88% ervaart een geen effect van sociale mediagebruik op het gebied van support
In welke mate voorspellen de korte-termijn effecten de langere termijn verandering in vriendschap closeheid?
Gemiddeld genomen zie je weinig verandering op de lange termijn
Wat op de kortetermijn gebeurt heeft weinig effect op wat er op
de lange terijn gebeurt.
Vriendschappen tussen jongeren die niet via sociale media contact hadden hadden gemiddeld genomen …
dezelfde vriendschapscloseheid als vrienden die wel contact hadden via sociale media
Rich Get Richer
Hoeveel prcent op korte termijn?
Hoeveel procent op korte & lange termijn?
12%
5%
Poor Get Richer
Hoeveel procent op korte termijn?
Hoeveel procent op korte & Lange termijn?
28%
6%
M.b.t. sociale media zijn de korte termijn effecten en de lange termijn effecten …
niet hetzelfde
M.b.t. sociale media: korte & lange termijn effecten …
verschillen van adolescent tot adolescent
Voor de toekomst wordt er aanbevolen voor onderzoek naar sociale media om bottom-up onderzoek te gebruiken. Wat is dat?
Ten eerste wordt er bepaald hoeveel adolescenten er richer of poorer worden in termen van vriendschap closeheid en dan worden de participanten in twee groepen verdelen aan de hand hiervan. Ten tweede worden degenen die richer worden en de gene die poorer worden op verschillende indicatoren van sociale richness and poorness met elkaar vergeleken
Waar gaat Pro-sociaalgedrag over?
Intenties
Uitkomsten
Interpersoonlijke beoordeling
Pro-sociaalgedrag
gedrag waar andere voordeel van hebben (dus niet zo zeer jezelf, de behoefte van het andere persoon staat centraal)
Bij pro-sociaalgedrag kan reageren op de behoeftes van een ander persoon op 3 soorten behoeftes. Welke zijn dit?
Instrumentele behoeftes
Materiele behoeftes
Emotionele stress
Wat zijn de Pro-sociale gedragingen van één persoon voor een andere persoon?
Helpen
Delen
Steunen
Samenwerken
Pro-sociale gedragen van twee of meer personen, die elkaar helpen
Wat is pro sociaal gedrag niet?
Negatief gedrag van een ander blokkeren (bijvoorbeeld stop zeggen tegen iemand die jou pest, nu staan jouw eigen behoeftes centraal)
Sociaal vaardig gedrag (zoals opkomen voor jezelf (eigen behoeftes staan centraal) en nee zeggen tegen een onrechtvaardig verzoek)
Pro-sociaalgedrag is niet hetzelfde als …
sociale vaardigheden
Wanneer je sterkere sociale vaardigheden hebt, is er een grotere kans dat je …
pro sociaal gedrag laat zien
Noem 4 Intenties/motieven
De observatie dat iemand hulp nodig heeft
De wens om je met iemand te verbinden
De behoefte aan erkenning door andere
Het helpen van andere heeft een voordeel voor jezelf
Benoem de belangrijkste bevindingen van de ontwikkelingsverloop in de vroege kindertijd (0-4)
Start van pro sociaal gedrag
Eerst helpen, daarna delen, vervolgens samenwerken, uiteindelijk steunen
Benoem de belangrijkste bevindingen van de ontwikkelingsverloop in de kindertijd (5-11)
Toename van pro sociaal gedrag, met name steun
Benoem de belangrijkste bevindingen van de ontwikkelingsverloop in de adolescentie
Wisselende patronen: toename/afname
(Het is een periode waarin je jezelf aan het ontdekken bent en dus veel aandacht naar jezelf gaat, dit kan ten koste gaan van pro sociaal gedrag)
Benoem de belangrijkste bevindingen over de ontwikkelingsverloop in motivatie
Naarmate kinderen ouder worden komt er meer afstemming tussen de eigen behoefte en die van een ander
Op alle leeftijden speelt sympathie voor de ander een rol
In de adolescentie gaat morele identiteit een grotere rol spelen
Kinderen die veel pro sociaal gedrag laten zien hebben/worden …
meer vrienden
meer stabiele relaties
betere kwaliteit van de relaties
aardiger gevonden
geaccepteerd door leeftijdsgenoten
Benoem de determinanten van pro sociaal gedrag (factoren die zorgen dat je meer pro sociaal gedrag laat zien)
Geaccepteerd worden door leeftijdsgenoten
Beter kwaliteit van de relaties
Reciprociteit
De relatie tussen geaccepteerd worden en pro-sociaal gedrag is een …
circulaire relatie, ook niet te achterhalen of eerst geaccepteerd worden of eerst pro sociaal gedrag laten zien komt
Naarmate je meer geaccepteerd wordt door leeftijdsgenoten, hoe …
meer pro sociaal gedrag je laat zien
Beter kwaliteit van de relaties en pro-sociaalgedrag is een …
circulaire relatie (niet te achterhalen welke eerst komt)
Goeie kwaliteit van de relatie lijd tot …
meer pro sociaal gedrag
Hoe groter de mate is waarin relaties elkaar helpen, hoe …
meer er sprake is van pro sociaal gedrag (van beide partijen)
Wisselwerking pro sociaal gedrag en relatie met leeftijdsgenoten:
Er is bij jonge kinderen bewijs dat …
de intentie waarmee iemand iets doet invloed heeft op het ontvangen van pro sociaal gedrag
(Heb je goede intenties, dan is de kans groter dat iemand anders zich pro sociaal gedraagt naar jou toe)
Wisselwerking pro sociaal gedrag en relatie met leeftijdsgenoten:
Wat is een mogelijke verklaring waarom bij oudere kinderen deze wisselwerking minder eenduidig te zien is?
Kan misschien komen doordat de intenties ook niet altijd eenduidig observeerbaar zijn of eenduidig geuit worden
Pro sociaal gedrag is een …
multidimensionaal construct, met verschillende uitingsvormen
Intenties voor pro sociaal gedrag kunnen …
verschillend zijn, en zijn niet altijd eenduidig
De bevordering van pro sociaal gedrag kan een bijdrage leveren aan …
een adaptieve psychosociale ontwikkeling en een meer harmonieuze relatie met leeftijdsgenoten
We moeten mensen gaan aanmoedigen die …
door bijna niemand aangemoedigd worden, we moeten elkaar zien
Wat is het doel van YETS?
De verandering niet van een ander vragen, maar erin voorgaan. Er onvoorwaardelijk zijn voor de kinderen/jeugd
Wat is de basis van YETS?
Basketbal teams opzetten in achterstandswijken in Nederland
Gedragsverandering met zelfregie als doel (Bv wanneer je cijfers niet goed zijn mag je niet trainen, maar wordt je geholpen om je cijfers op te halen)
De trainers/coaches zijn er 24/7 voor de jeugd/kinderen
Jongeren slagen alleen in gedragsverandering wanneer ze worden omringd door volwassenen die erin geloven dat ze kunnen slagen en hier naar handelen
Welke culturen vervullen het minst de sociale behoeften van de YETS doelgroep?
De thuis en school cultuur
Met welke cultuur / omgeving gaan de YETS doelgroep zichzelf het meest identificeren en in bewegen?
de peer cultuur
Noem de grootste verschillen in gedrag tussen de straat en school culturen m.b.t. geld
Straatcultuur: Korte termijn, ‘easy come’
Schoolcultuur: Lange termijn, discipline
Noem de grootste verschillen in gedrag tussen de straat en school culturen m.b.t. regels
Straatcultuur: Informeel, ongeschreven
Schoolcultuur: Formeel, orde, procedures
Noem de grootste verschillen in gedrag tussen de straat en school culturen m.b.t. vrouwen
Straatcultuur: Lust object
Schoolcultuur: Zelfbeschikking, assertief
Noem de grootste verschillen in gedrag tussen de straat en school culturen m.b.t. mannen
Straatcultuur: Macho, dominant
Schoolcultuur: Communiceren
Noem de grootste verschillen in gedrag tussen de straat en school culturen m.b.t. conflict
Straatcultuur: Agressief, geweld
Schoolcultuur: Argumentatie
Noem de grootste verschillen in gedrag tussen de straat en school culturen m.b.t. tijd
Straatcultuur: Flexibel, eigen schema
Schoolcultuur: Strict, volgen van het schema van een ander
Noem de grootste verschillen in gedrag tussen de straat en school culturen m.b.t. emoties
Straatcultuur: Uiten, expressief
Schoolcultuur: Rationeel kanaliseren
YETS probeert een positief alternatief aan te bieden voor …
de negatieve factoren van de straatcultuur en voor de absentie voor een rolmodel
5 sociale kernbehoeften van Fiske
Understanding
Enhancing self
Controlling
Trusting
(deze 4 samen zorgen voor) Belonging
5 sociale kernbehoeften van Fiske: Het vervullen van deze sociale kernbehoeften leidt tot …
het beter kunnen functioneren in groepen, organisaties en de maatschappij als geheel.
Het kunnen vervullen van de vijf sociale kernbehoeften van Fiske bij teamleden vraagt om …
secure base leiders die ‘playing to win’ zijn: caring en daring.