ENGLISH VOCAB P-Z

to participate (participation)

deelnemen aan

pastime

tijdverdrijf

patience

geduld

patronising

neerbuigend

pedestrian

voetganger

peer

mede-, collega

to penetrate (penetration)

doordringen

to perceive (perception)

waarnemen; bemerken

perilous (peril)

gevaarlijk

perk

extraatje, voordeel

perpetual

voortdurend

to persist (persistence)

volhouden; voortduren

persistent

volhardend

to persuade (persuasion)

overhalen, ervan overtuigen

to pervade

doordringen

phenomenon

fenomeen, verschijnsel

physician

arts

to pile (pile)

(op)stapelen

plain

1. vlakte 2) duidelijk; simpel

to police

controleren, toezicht uitoefenen

poll (opinie)peiling

to pollute (pollution)

vervuilen

to pose

vormen; stellen

posh

chic

to precede

voorafgaan

precious

waardevol; dierbaar

to predict (prediction)

voorspellen

prejudiced, to be (prejudice)

bevooroordeeld zijn

premature

te vroeg (geboren); voorbarig

preoccupied with

volledig in beslag genomen door

to prescribe (een medicijn)

voorschrijven

prescription

recept; voorschrift; preparaat

present (adj.)

huidig; aanwezig

at present

nu, tegenwoordig

to preserve (preservation)

bewaren, (be)houden

presumably

vermoedelijk

to presume (presumption)

veronderstellen; de vrijheid nemen

to presuppose (presupposition)

veronderstellen

to prevail (prevalence)

wijdverspreid zijn, heersen

prevailing

gangbaar, heersend

to prevent (from) (prevention)

voorkómen, verhinderen

to represent

vertegenwoordigen; weergeven

to reproach (reproach)

verwijten

to require (requirement)

vereisen

to resemble (resemblance)

lijken op

to resent (resentment)

verontwaardigd zijn over

to resign

zijn ontslag nemen, aftreden

resilient (resilience)

veerkrachtig

to resist (resistance)

zich verzetten

resolution

vast voornemen, besluit; oplossing

to resolve

een oplossing vinden voor

resources

hulpbronnen; middelen; voorraden

respect, in this

in dit opzicht

to respond (response)

reageren, antwoorden

to restore (restoration)

restaureren

restraint

terughoudendheid

to restrict (restriction)

beperken

to retain

behouden

to retire (retirement)

zich terugtrekken; met pensioen gaan

to retreat (retreat)

zich terugtrekken

to reveal (revelation)

onthullen, aan het licht brengen

to reverse (reverse, reversal)

omdraaien

to review (review)

recenseren, bespreken

to revive (revival)

weer tot leven brengen

to reward (reward)

belonen

to rid: to get/be ~ of

kwijtraken, kwijt zijn; zich ontdoen van

to ridicule

belachelijk maken

rife

wijdverbreid; vol

riot (rel)

oproer

rioter

relschopper

rivalry

rivaliteit; concurrentie

to row

roeien; ruziemaken

row

ruzies; rij

rubbish

rommel; onzin

rude

onbeleefd

to rule

heersen; bepalen

to rush

zich haasten; rennen

rush hour

spitsuur

ruthless

meedogenloos

to sack

ontslaan

to sacrifice (sacrifice)

opofferen, offeren

to safeguard

beveiligen, waarborgen

to sample (sample)

proeven; testen

to sanction

goedkeuren; bestraffen

sane (sanity)

verstandig, geestelijk gezond

to satisfy (satisfaction)

bevredigen

scarcely

nauwelijks, bijna niet

scheme

project; systeem

scholar

geleerde

scholarship

studiebeurs

scientific

(natuur)wetenschappelijk

second-rate

tweederangs

segregation

rassenscheiding

to seize

grijpen

sensation

gevoel

sense

gevoel; verstand; zintuig

sensible

verstandig

sensitive

gevoelig

to sentence

veroordelen

to separate (separation)

scheiden, uit elkaar gaan