Ethiek hoofdstuk 7

studied byStudied by 0 people
0.0(0)
learn
LearnA personalized and smart learning plan
exam
Practice TestTake a test on your terms and definitions
spaced repetition
Spaced RepetitionScientifically backed study method
heart puzzle
Matching GameHow quick can you match all your cards?
flashcards
FlashcardsStudy terms and definitions

1 / 27

encourage image

There's no tags or description

Looks like no one added any tags here yet for you.

28 Terms

1

Natuurtoestand

Hypothetische oertoestand waarin geen juridische en politieke orde bestaat.

New cards
2

Kapitalistische maatschappij

Maatschappij waarin de productiemiddelen het privé-eigendom zijn van een kleine groep.

New cards
3

Klasseloze maatschappij

Maatschappij waarin de productiemiddelen niet meer het privé-eigendom zijn van een kleine groep, maar waarin grond en productiemiddelen gemeenschappelijk bezit zijn.

New cards
4

Capability

Vermogen. De capaciteit om bepaalde dingen te doen die belangrijk zijn voor de persoon (Sen en Nussbaum).

New cards
5

Structureel probleem

Een niet-persoonsgebonden probleem.

New cards
6

Paternalisme

De fout dat een sociaal werker ingrijpt terwijl hij dat niet zou moeten doen.

New cards
7

Standaardmens

Een persoon die gezond is en die in staat is om betaald werk te verrichten.

New cards
8

Maatschappelijke vrijheid

Vrijheid van een individu binnen de samenleving.

New cards
9

Gesloten maatschappij

Samenleving waarin informatie van buitenaf wordt tegengehouden (Popper).

New cards
10

Negatieve vrijheid

Een situatie waarin iemand niet door anderen wordt gehinderd in wat hij wil doen. Vrij zijn van...

New cards
11

Bemoeizorg

Ongevraagde hulp voor mensen die het moeilijk hebben, maar het zelf niet kunnen of willen vragen.

New cards
12

Open maatschappij

Samenleving waarin ruimte is voor discussie en input van buitenaf (Popper).

New cards
13

Difference principle

Het principe dat ongelijkheid is gerechtvaardigd als dat ten goede komt aan de minst bedeelde (Rawls).

New cards
14

Individueel probleem

Een probleem dat vooral de persoonlijke levenssfeer betreft.

New cards
15

Sociaal contract

Fundamentele afspraken die burgers in een hypothetische natuurtoestand met elkaar maken.

New cards
16

Totalitarisme

Politiek systeem waarin burgers volledig onderworpen zijn aan dat systeem

New cards
17

Positieve vrijheid

Een situatie waarin iemand vrij is om bepaalde doelen te bereiken. Vrij zijn tot...

New cards
18

Schadebeginsel

De opvatting dat iemands vrijheid alleen beperkt mag worden voor zover dat nodig is om te verhinderen dat hij anderen schaadt (Mill).

New cards
19

Algemene wil

Burgers overleggen met elkaar tot er consensus is bereikt. Het individu past zich aan deze afspraken aan en realiseert zich dat daarmee eigenlijk wordt uitgedrukt wat hij zelf wil (Rousseau).

New cards
20

Utopie

Droombeeld van een ideale samenleving.

New cards
21

Wil van allen

De optelsom van alle individuele willen, zoals je die bijvoorbeeld in een referendum kunt bepalen (Rousseau).

New cards
22

Capabilitiesbenadering

Gaat ervan uit dat de kwaliteit van leven wordt bepaald door de mate waarin mensen kunnen doen wat ze willen doen, en kunnen zijn wie ze willen zijn.

New cards
23

Nieuwe marginalen

Personen die niet gezond zijn en niet in staat om betaald werk te verrichten.

New cards
24

Sociaal probleem

Een door mensen veroorzaakt probleem buiten de directe levenssfeer.

New cards
25

Rechtvaardigheid

1. Iedereen krijgt de plaats krijgt die bij zijn aard past.
2. Er zijn 'rechtvaardige wetten': Het gaat er dan om dat er eerlijke regels zijn.
3. Eerlijke verdeling van goederen en diensten.
4. Volgens Rawls:
I. Iedere persoon heeft evenveel recht op de elementaire vrijheden zoals persoonlijke onschendbaarheid, het recht om eigendom te bezitten, vrijheid van meningsuiting, geweten, vereniging en overige politieke rechten en vrijheden. Dit principe komt voor Rawls op de eerste plaats. Het gaat hier om een politiek uitgangspunt.
II. Sociale en economische ongelijkheid moeten zodanig georganiseerd worden dat:
a. de situatie voor de minstbedeelden zo gunstig mogelijk is (difference principle). Hier gaat het om de verdeling van welvaart;
b. de ongelijkheid verbonden is aan ambten en posities die voor iedereen toegankelijk zijn onder omstandigheden waarin de kansen gelijk zijn verdeeld. Hier gaat het om de gelijkheid van kansen. Rawls stelt dat dit prioriteit heeft boven de verdeling van welvaart.

New cards
26
New cards
27
New cards
28
New cards
robot