Begrippenlijst Voorbereiding tentamen DNA

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/177

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards voor DNA tentamen

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

178 Terms

1
New cards

Transformatie

Verandering in genotype en fenotype t.g.v. assimilatie van extern DNA door cel

2
New cards

Mogelijke genotypes

Mogelijke genotypes = n(n+1)/2 met n = aantal allelen

3
New cards

Virus

DNA/RNA omringd door beschermende laat (coat) bestaand uit eiwit

4
New cards

DNA

Stikstofhoudende base (nucleotides) + pentose(5)-suiker Deoxyribose + fosfaatgroep

5
New cards

DNA uiteinden

Het 5'-uiteinde van een DNA draagt een fosfaatgroep op het 5'- koolstofatoom. Het 3'- uiteinde heeft een vrije hydroxylgroep (–OH) aan het 3'-koolstofatoom van de suiker.

6
New cards

RNA

Stikstofhoudende base + 5-suiker (pentose) Ribose + fosfaatgroep, Minder stabiel, enkelstrengs

7
New cards

Purines

Guanine en Adenine met 2 ringen

8
New cards

Pyrimidines

Cytosine, Thymine en Uracil met één ring

9
New cards

DNA replicatie

Proces waarbij DNA wordt gekopieerd

10
New cards

Origing of replication

Replicatie van DNA molecuul begint op een specifieke sequenties

11
New cards

Semi-conservatief model

Type van DNA replicatie waarbij de gerepliceerde dubbele helix bestaat uit één oude streng en één nieuwe streng

12
New cards

Conservatief model

Ouderlijke streng komt compleet bij elkaar na replicatie

13
New cards

Dispersief

Alle 4 volgende gerepliceerde helices hebben mix van oud en nieuw

14
New cards

Replication fork

Y-gevormde locatie waar ouderlijke strengen van DNA ontwonden worden

15
New cards

Helicase

Enzym dat dubbele helix ontwind op replication forks waardoor ze beschikbaar komen als template strengen

16
New cards

Single-strand binding proteins

Binden aan ongepaarde DNA-strengen en stabiliseert zodat strengen niet opnieuw binden

17
New cards

Topoisomerase

Verlicht spanning door verbreken DNA-strengen, draaien en weer samenvoegen

18
New cards

Primer

Aanhechtingspunt voor DNA-replicatie = complementair aan oude streng

19
New cards

DNA-polymerase III

Blijft in replicatievork op templatestreng en voegt continue nucleotiden toe op leading-strand

20
New cards

Lagging strand

Achterblijvende streng die weg van replicatievork werkt (discontinue)

21
New cards

DNA-polymerase I

Vervangt RNA tot DNA die gevormd zijn door primer

22
New cards

DNA ligase

Verbindt suikerfosfaat-ruggengraat van alle Okazaki-fragmenten tot continue DNA

23
New cards

Mismatch-reparatie

Verwijderen en vervangen door enzymen van verkeerd gepaarde nucleotiden die het gevolg zijn van replicatiefout

24
New cards

Nucleotide- excisiereparatie

Excideren = eruit knippen van beschadigd DNA door het enzym nuclease

25
New cards

Telomeren

Bevatten geen genen, bestaat uit korte herhalingen van één nucleotide sequentie aan uiteinde van chromosoom

26
New cards

Telomerase

Katalyseert verlenging van telomeren in eukaryotische geslachtcellen, waardoor oorspronkelijke lengte wordt hersteld en verkorting gecompenseerd

27
New cards

Chromatine

Eiwit, waaruit chromosoom bestaat

28
New cards

Euchromatine

Minder compacte, meer erspreide interfase chromatine

29
New cards

Heterochromatine

Meer compacte, dichter ogende

30
New cards

Nucleosoom

Fase waarin het om histonen zit gewikkeld in bloemvorm

31
New cards

Nucleofilament

Samenkomst van nucleosomen in 30-nm fiber

32
New cards

Linker DNA

Verbindt de histonen

33
New cards

Genexpressie

Proces waarbij DNA synthese van eiwitten aanstuurt in twee fasen: Transriptie en Translatie

34
New cards

Wild-type

Normale niet gemuteerde vorm van gen, organisme of eigenschap

35
New cards

Transcriptie

Synthese van RNA door informatie uit template streng van DNA

36
New cards

Translatie

Synthese van polypeptide door informatie uit mRNA met behulp van ribosomen

37
New cards

Pre-mRNA

Waar intronen en exonen nog aanwezig zijn, worden verwijderd door DNA processing. Alleen in eukaryoten

38
New cards

RNA-polymerase

Wrikt twee DNA-strengen uit elkaar en verbindt RNA-nucleotiden die complementair zijn aan DNA-template streng

39
New cards

Promotor

Dna-sequentie waar RNA-polymerase bindt en transcriptie initieert

40
New cards

Terminator

Sequentie die het uiteinde van transcriptie signaleert

41
New cards

Transcription unit

Deel van DNA dat wordt omgezet in RNA

42
New cards

Startpunt

Nucleotide waar RNA-polymerase start met het maken van mRNA

43
New cards

Openreading frame (ORF)

Het gehele RNA

44
New cards

Promotor

DNA sequentie direct vóór gen

45
New cards

Pribnow box

Onderdeel van promotor

46
New cards

-35

Onderdeel van promotor

47
New cards

TATA box

Onderdeel van promoter

48
New cards

Transcriptie initiatie complex

RNA-polymerase II

49
New cards

Operator

Regulatie sequentie vlak naast de promoter

50
New cards

Operon

Groep genen die samen worden afgeschreven vanaf één promoter

51
New cards

Enhancer

DNA sequentie dat activiteit van een promoter versterkt

52
New cards

Silencer

Tegenovergestelde Enchancer

53
New cards

Core-elementen

Onderdeel core-promotor

54
New cards

Terminatie

RNA-polymerase schrijft sequentie over op DNA

55
New cards

5-cap

Gemodificeerde vorm van Guanine (G) op 5-end na transcriptie van eerste 20-40 nucleotides

56
New cards

Poly-A-tail

Enzym met meer dan 50-250 A nucleotides op 3’-end van pre-mRNA

57
New cards

UTR

Untranslated regions

58
New cards

Coding segment

Locatie waar protein-coding segments bevinden

59
New cards

RNA-splicing

Verwijderen van intronen en samenvoegen van exonen

60
New cards

Spliceosome

Splitst RNA door binden uiteindes RNA intron

61
New cards

Ribozym

RNA-molecuul wat functioneert als enzym

62
New cards

Alternatieve splicing

Type eukaryote genregulatie op RNA- verwerkingsniveau waarbij verschillende mRNA-moleculen worden geproduceerd uit hetzelfde primaire transcript

63
New cards

Domeinen

Afzonderlijke structurele en functionele regio van een eiwit

64
New cards

Transfer mRNA (tRNA)

RNA-molecuul dat functioneert als vertaler tussen aminozuur en eiwit taal door het oppikken van een specifiek nucleïnezuur en dit over te dragen naar ribosoom waar tRNA de juiste codon in het mRNA herkent

65
New cards

Ribosoom

Structuur gemaakt van proteïnes en RNA

66
New cards

Anticodon

Nucleotide triplet op een uiteinde van tRNA-molecuul dat basepaard met specifieke complementaire codon op een mRNA-molecuul

67
New cards

Initiator tRNA

Geeft tRNA het startsein

68
New cards

Aminoacul-tRNA synthetase

Koppelt aminozuur met tRNA

69
New cards

Wobble

Flexibele basenparing

70
New cards

Ribosomaal RNA (rRNA)

RNA moleculen dat samen met eiwitten een ribosoom vormt

71
New cards

Signal peptide

Sequentie van 20 aminozuren op of bij de N-terminus dat polypeptide naar ER of andere organellen brengt

72
New cards

Signal-recognition particle (SRP)

Herkent signalpeptide als het samenvoegd van ribosoom en helpt begeleiden van ribosoom naar ER door binden met receptro eiwit op ER

73
New cards

Polyribosomes

Groep verschillende ribosomen gebonden aan (en vertalen) hetzelfde mRNA-molecuul

74
New cards

Mutatie

Verandering in nucleotide sequentie van DNA van een organisme of DNA/RNA van virus

75
New cards

Puntmutaties

Verandering in één nucleotidepaar van een gen

76
New cards

Nucleotide paar substitutie

Één nucleotide in een DNA-streng en partner in complementaire streng is veranderd door een ander paar

77
New cards

Silent mutatie

Heeft geen effect op het fenotype

78
New cards

Missense mutatie

Resulteert in codon dat codeer voor ander aminozuur

79
New cards

Nonsense mutatie

Mutatie dat aminozuur verandert in stop-codon

80
New cards

Mutageen

Chemische of fysieke stof (agent) dat met het DNA interacteert, wat mutatie veroorzaakt

81
New cards

Gene echting

Veranderen van genen op specifieke, voorspelbare wijze

82
New cards

CRSPR-CAS 9 systeem

Techniek voor bewerken genen, door gebruik te maken van bacterieel eiwit CAS-9, gekoppeld aan gids RNA dat complementair is aan gen sequentie van interesse.

83
New cards

Feedback inhibition

Wanneer een stof ophoopt in de cel, stopt de synthese van de stof door enzymactiviteit te remmen

84
New cards

Promotor

Plek waar RNA-polymerase kan binden

85
New cards

Operator

In bacterieel en faag-DNA een reeks nucleotiden nabij het begin van een operon waaraan een actieve repressor zich kan binden

86
New cards

Operon

Eenheid van genetische functies die voorkomt in bacteriën en fagen

87
New cards

Regulator Gen

Gen dat codeert voor proteïne (zoals repressor) dat de transcriptie van ander gen of groep genen controleert

88
New cards

Repressor

Bindt met operator, wat voorkomt dat RNA-polymerase kan binden

89
New cards

Corepressor

Klein molecuul dat samenwerkt met repressorproteïne om een operon uit te schakelen

90
New cards

Repressible operon

Meestal aan, kan uitgeschakeld worden

91
New cards

Inducible operon

Meestal uit, kan aan geschakeld worden

92
New cards

Β-galactosidase

Katalysator van omzetting disaccharide lactose in glucose + galactose

93
New cards

Inducer

Specifiek klein molecuul dat bindt met bacteriële repressor

94
New cards

Negatieve feedback

Als er genoeg geproduceerd is, stopt productie dus eindproduct remt eigen productie

95
New cards

Positieve feedback

Eindproduct stimuleert eigen productie katabolies proces

96
New cards

Precursors

Beginstof die wordt omgezet in andere stof

97
New cards

Cyclisch AMP (cAMP)

Detecteert verlaagde glucose concentratie

98
New cards

Activator

Eiwit dat bindt aan DNA en transcriptie van gen stimuleert

99
New cards

Host controlled restriction

Experiment dat liet zien dat bacteriën viraal DNA kunnen afbreken, terwijl eigen chromosomaal DNA niet geknipt werd

100
New cards

Endonuclease

Verbreken van chemische verbindingen aan de binnenkant door restrictieenzymen