1/130
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Neuraal systeem
Zenuwstelsel
Endocrien systeem
Hormoonstelsel
Lokale regulatoren
Stoffen die in de omgeving van de producerende cel effect hebben
Neurohormonen
Signaalstoffen die vanuit neuronen aan de bloedbaan worden toegevoegd, en zo naar de doelcel worden gebracht
Neurotransmitters
Signaalstoffen tussen neuronen
Feromonen
Chemische stoffen die naar het externe milieu worden uitgescheiden
Hormonen
Signaalstoffen die worden vervoerd door het lichaam dmv de bloedbaan
Paracrien
Signaal heeft invloed op cellen dicht in de buurt van de producerende cel
Autocrien
Signaal heeft invloed op de producerende cel zelf
Cytokinen
Signaalstoffen uit het immuunsysteem
Prostaglandines
Lokale ontstekingsstoffen
Innervatie
Dat er (uitlopers van) zenuwen in het weefsel liggen
Orgaan van Jacobson
Orgaan wat feromonen waar kan nemen bij reptielen
Vomeronasaal orgaan
Orgaan wat feromonen waar kan nemen bij mensen
Endocriene klieren
Klieren die hormonen direct afgeven aan het omringende weefsel
Exocriene klieren
Klieren met afvoerkanalen die stoffen afgeven aan lichaamsoppervlakte of lichaamsholte
Hydrofiel
Wateroplosbaar
Hydrofoob
Vetoplosbaar
Signaal-transductie-pathway
Vertaalslag van het hormoon in de cel die voor een reactie zorgt
Hormoon-receptor-complex
Actieve connectie tussen hormoon en de receptor (sleutel+slot)
Exocytose
Het proces waarbij een cel stoffen afgeeft aan of afscheidt naar het celmembraan of het externe milieu
Antagonisten
Twee klieren/spieren/stoffen die tegengesteld werken
Alfa-cellen
Liggen in de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier, produceren glucagon
Beta-cellen
Liggen in de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier, produceren insuline
Steroïdhormonen
Vetoplosbare hormonen
Intracellulair
In de cel
Second messenger
Molecuul in de cel wat het signaal van een wateroplosbaar hormoon kan doorgeven en wat in de cel voor een reactie zorgt.
Pancreas
Alvleesklier
Auto-immuunziekte
Het immuunsysteem valt lichaamseigen cellen en stoffen aan omdat het als indringers worden gezien.
Diabetes mellitus
Suikerziekte (type I en type II)
Hypothalamus
Hersenonderdeel waar de endocriene regelsystemen zitten.
Adenohypofyse
Produceert directe en indirecte hormonen als reactie op een trofisch hormoon uit de hypothalamus
neurohypofyse
Dient als opslag en laat hormonen uit de hypothalamus vrij.
Hormoon-cascade-pathway
Het domino-effect wat het vrijkomen van een trofisch hormoon veroorzaakt
TSH
Thyroïd stimulerend hormoon
Metabolisme
Stofwisseling
Hyperthyreoïdie
Overactieve schildklier
Hypothyreoïdie
Onderactieve schildklier
Adrenal cortex
bijnierschors
Adrenal medulla
Bijniermerg
Catecholamines
Epinephrine en norepinephrine
Glucocorticoïden
Beinvloeden glucose-huishouding en immuunsysteem
Mineralocorticoïden
Beinvloeden zout- en waterhuishouding
Androgenen
o.a. testosteron
FSH
Follikel stimulerend hormoon
LH
Luteïniserend hormoon
Epifyse
Pijnappelklier
Splitsen
Een individu deelt zichzelf in tweeën.
Knopvorming
Op een individu ontstaat een klein knopje, wat groeit. Als het knopje groot genoeg is, snoert het zichzelf af van het individu, en groeit zelf uit tot een groot individu.
Fragmentatie
Voortplanten door in kleine stukjes te breken
Regeneratie
Terug aangroeien
Parthenogenese
Maagdelijke voortplanting: Individuen kunnen ontstaan uit onbevruchte eitjes.
Dar
Mannelijke bij
Fertiel
Vruchtbaar
Steriel
Onvruchtbaar
Recombinatie
Herschikking van genetische eigenschappen
Diploïd
2n: van ieder gen zijn 2 versies aanwezig
Hermafroditisme
Individu heeft zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen
Paaien
Eiafzetting/paring bij vissen
Broedzorg
Zorg voor het nageslacht door ouders
Gonaden
Geslachtsklieren
Spermatheca
Opslagorgaan voor sperma bij insecten
Cloaca
Voortplantings-, uitscheidings- en verteringskanaal bij de meeste niet-zoogdieren
Sensorische neuronen
Zenuwellen die informatie van de zintuigen ('sensors') naar het centrale zenuwstelsel (CZS) brengen
Schakelcellen
Integratiecellen; bestaan alleen in het CZS
Motorische neuronen
Zenuwcellen die informatie van het CZS naar spieren en lieren sturen
Presynaptisch neuron
Neuron wat vóór de synaps zit
Postsynaptisch neuron
Neuron wat ná de synaps zit
Cellichaam
Centrale deel van een neuron, bevat celkern e.a. belangrijke celorganellen
Axon
Lange uitloper van neuron, vervoert actiepotentiaal
Dendriet
'antenne' van neuron, vangt neurotransmitters van andere neuronen op.
Cellen van Schwann
Isolatiemateriaal van axonen in perifeer zenuwstelsel
Oligodendrocyten
Isolatiemateriaal van axonen in CZS
Astrocyten
Steuncellen in het CZS, liggen tussen bloedvaten en neuronen in
Microgliacellen
Immuunsysteem van het CZS
Membraanpotentiaal
Verschil in lading tussen de binnenkant en de buitenkant van een neuron
Rustpotentiaal
In neuronen -70 mV. Neuron zal dit potentiaalverschil altijd willen herstellen
Refractaire periode
Ongevoelige periode voor een actiepotentiaal van een axon.
Natrium-Kalium-Pomp
Pomp in het celmembraan die actief natrium en kalium tegen de concentratiegradiënt in pompt
Knoop van Ranvier
Tussenstukje op een axon tussen 2 cellen van Schwann/oligodendrocyt
Myeline
Witte vetachtige stof in cellen van Schwann/oligodendrocyten
Saltatoir
Sprongsgewijs
Neuron
Zenuwcel
Gap junctions
Vaste connecties tussen neuronen bij electrische synapsen
Neurotransmitter
Signaalstof tussen twee neuronen
Depolarisatie
Het minder negatief worden (de-polariseren) van het ladingsverschil tussen binnen en buiten een neuron
Metabotrofe receptor
Receptor die een effect heeft door middel van een signaal transductie pathway
Ionotrofe receptor
Receptor die een effect heeft door het in/uit laten van Na+/Ka+.
EPSP
Exciterend Postsynaptisch Potentiaal signaal van een presynaptische cel wat het membraanpotentiaalverschil van het postsynaptische neuron een beetje minder negatief maakt
IPSP
Inhiberend Postsynaptisch Potentiaal signaal van een presynaptische cel wat het membraanpotentiaalverschil van het postsynaptische neuron een beetje negatiever maakt
Summatie
Som van alle EPSP's en IPSP's samen.
Ligand-gated
Ligand-gepoord receptor heeft een effect dmv een ionotrofe receptor.
Animaal zenuwstelsel
'bewust', aansturing spieren
Autonoom zenuwstelsel
Onbewust, aansturing interne milieu
Dorsaal
Rugzijde
Ventraal
Buikzijde
Cerebrospinale vloeistof
Hersenvloeistof, zorgt voor demping & uitwisseling voedings- en afvalstoffen van de hersenen.
Ependymale cellen
Cellen op de rand van de ventrikels, cilia van deze cellen zorgen voor stroming van de cerebrospinale vloeistof
Sympatisch systeem
Autonoom systeem voor 'actie'
Parasympatisch systeem
Autonoom systeem voor 'rust en vertering'