Wijsbegeerte begrippen deel II

5.0(1)
studied byStudied by 176 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/52

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

de uitleg van centrale begrippen in de cursus wijsbegeerte in de opleiding burgerlijk ingenieur aan de kuleuven tweede deel van de cursus; hoofdstukken 6 t.e.m. 8

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

53 Terms

1
New cards

religieuze pluralisme

er zijn nu meerdere religies die coexisteren in de samenleving

2
New cards

natuurtoestand

mensen zijn enkel en alleen gedreven door eigenbelang

THOMAS HOBBES

3
New cards

onzichtbare hand

een vrije markt slaagt er wel degelijk in om het eigenbelang van individuen te verzoenen met het algemeen belang van de samenleving

ADAM SMITH

4
New cards

private vices, public virtue

de private ondeugd van het winstbejag leidt op een magische wijze (als zijnde gestuurd door een onzichtbare hand) to een verhoging van het algemeen nut

ADAM SMITH

5
New cards

perfect vrije markt

een marktsysteem waarin goederen geproduceerd, verkocht en geconsumeerd worden

=> iedereen gedreven door eigenbelang

=> geen publieke goederen

=> iedereen is perfect geïnformeerd

6
New cards

evenwichtssituatie

economen verwijzen hiermee naar:

de situatie die ontstaat op het moment dat alle actoren hun eigen winst daadwerkelijk gemaximaliseerd hebben

7
New cards

pareto–optimale situatie

een situatie die je niet kunt pareto–verbeteren

8
New cards

pareto–verbetering

een overgang van 1 situatie naar een andere waarbij in de nieuwe situatie alle actoren er even goed of beter aan toe zijn dan in de oude en minstens 1 van de actoren en ook effecief op vooruit gaat

9
New cards

neoliberale ideologie

de vrije markt wordt beschouwd als basis voor een optimale en rechtvaardige maatschappelijke orde die ontstaat daar waar de overheid de principes van de vrije concurrentie maximaal laat spelen

10
New cards

homo economicus

een mens die zich uitsluitend laat leiden door eigenbelang zoals door Adam Smith wordt besproken in zijn perfect vrije markt ideaalbeeld

ADAM SMITH

11
New cards

prisoner's dilemma

= PD probleem

=> modelleert zeer veel situaties die ook in de werkelijkheid voorkomen

= situaties waarbij 'niet coöpereren' voor alle betrokkenen voordeliger is dan 'coöpereren'

12
New cards

morality of sympathy

ons vermogen om op altruïstische wijze onderen te helpen die hem nodig hebben of in nood zijn, ook als dat ingaat tegen onze eigen belangen

MICHAEL TOMASELLO

13
New cards

morality of fairness

ons vermogen om in groep met anderen samen te werken en ons daarbij te houden aan een 'rechtvaardige' verdeling van de lasten en de lusten die met die samenwerking gepaard gaan.

MICHAEL TOMASELLO

14
New cards

3 grote fasen in de geschiedenis van het coöperatief gedrag

1) primaten–coöperatie

2) tweede–persoons moraliteit

3) objectieve moraliteit

MICHAEL TOMASELLO

15
New cards

primaten-coöperatie

een vorm van samenwerking tijdens gevechten

men is in staat tot altruïstisch gedrag

geen notie van een ‘faire’ verdeling

MICHAEL TOMASELLO

16
New cards

tweede-persoons moraliteit

een toegenomen interdependentie waardoor de morele attitudes, nodig voor een intensieve en efficiënte samenwerking, evolutionair gepromoot

samenwerking tussen concrete individuen die elkaar kennen

versterking van de morality of sympathy

voor het eerst sprake van een morality of fairness

MICHAEL TOMASELLO

17
New cards

objectieve moraliteit

een schaalvergroting voor de morele attitudes

de morele regels en attituden worden nu relevant binnen alle activiteiten van het menselijke bestaan => binnen de eigen culturele groep

zowel een morality of sympathy als een morality of fairness

MICHAEL TOMASELLO

18
New cards

interdependentie

menselijke coöperatie was essentieel om te kunnen overleven

MICHAEL TOMASELLO

19
New cards

utilitarisme/utiliteitsprincipe

stelt dat moreel handelen erop gericht moet zijn om het totale geluk in de samenleving te maximaliseren

=> totale geluk = som geluk individuen

=> geldt zowel voor het handelen van individuen als voor de overheid

JEREMY BENTHAM/JOHN STUART MILL

20
New cards

economische 'recht van de sterkste'

iedereen mag zijn eigen winst trachten te maximaliseren

21
New cards

kantianisme

elk mensenleven is oneindig veel waard

respect voor de medemens als autonoom en redelijk individu

22
New cards

categorische imperatief

het is een soort testprocedure die ons in staat stelt om na te gaan of een morele wet ook echt een morele wet is

=> er zijn volgens Kant 3 formuleringen

IMMANUEL KANT

23
New cards

eerste formulering categorische imperatief: de universele wet

handel enkel naar die regel, waarvan je tegelijk kan willen dat ze een algemene wet wordt

IMMANUEL KANT

24
New cards

tweede formulering categorische imperatief: de mensheid als doel op zich

handel zo dat je de mensheid, zowel in je eigen persoon als in de persoon van een ander, nooit louter als middel, maar ook altijd als doel op zich behandelt

IMMANUEL KANT

25
New cards

derde formulering categorische imperatief: de autonomie

handel altijd volgens een regel die voortkomt uit een wil in onszelf die zichzelf tegelijkertijd ook als universele wetgever kan beschouwen

de morele wet is die wet die wij als redelijke en morele wezens aan onszelf opleggen

IMMANUEL KANT

26
New cards

Rawls formulering van een categorische imperatief: de originele positie

een gedachtenexperiment dat een soort testprocedure is om te beoordelen of morele principes al dan niet geldig zijn

=> we moeten ons inbeelden dat we achter een sluier van onwetendheid zitten en vanuit die positie redeneren

27
New cards

sluier van onwetendheid

men weet niet wie men is, welke positie men heeft in de samenleving, van welke achtergrond men komt

JOHN RAWLS

28
New cards

maximin strategie

achter de sluier van onwetendheid focussen we ons op de slechtst mogelijke positie ('min'), die positie trachten we dan te maximaliseren

=> het maximaliseren van de minst goede positie waarin we terecht kunnen komen

JOHN RAWLS

29
New cards

principe van de maximale gelijke vrijheid

Each person is to have an equal right to the most extensive scheme of equal basic liberties compatible with a similar scheme of liberties for others

JOHN RAWLS

30
New cards

principe van gelijke kansen

iedereen in de samenleving moet evenveel kans maken om op basis van zijn of haar eigen verdiensten toegang te krijgen tot bepaalde maatschappelijke functies en posities

JOHN RAWLS

31
New cards

differentieprincipe

economische ongelijkheid is toegelaten voor zover die ongelijkheid de positie van de zwaktsten verbetert

JOHN RAWLS

32
New cards

mondiale rechtvaardigheid

de vraag hoe we moeten omgaan met de grote verschillen tussen rijk en arm in de wereld (dus niet meer binnen de landsgrenzen zoals Rawls dat stelt)

33
New cards

mondiaal differentieprincipe

het differentieprincipe wereldwijd laten gelden

betekent dat ongelijkheden in de wereld enkel aanvaardbaar zijn voor zover die ongelijkheden de zwaksten in de wereld ten goede komen

THOMAS POGGE

34
New cards

mondiale basisstructuur

het geheel aan politieke en economische instellingen dat de vrije wereldhandel zoals we die nu kennen mogelijk maakt en ondersteunt

THOMAS POGGE

35
New cards

feodaal systeem

een soort hiërarchie waarbij de uitoefening van de macht verdeeld was over vele niveau’s

36
New cards

centralisatie van de macht

het hoofd van de adel, de koning, trekt steeds meer macht naar zich toe en dit ten koste van de macht van de lagere adel onder hem

ook tolereert de koning steeds minder de inmenging van de kerk, hij laat ook daar zijn hogere autoriteit gelden

37
New cards

het liberalisme

een ruime denkstroming die benadrukt dat alle burgers in een samenleving steeds moeten kunnen genieten van een maximale hoeveelheid individuele vrijheden zoals de vrijheid van:

religie / meningsuiting / te ondernemen en handel te drijven / recht op eerlijk proces ….

JOHN LOCKE

38
New cards

private sfeer

de sfeer waarin de burger vrij is om te doen en laten wat hij of zij wil zonder dat de overheid zich daarmee mag bemoeien

39
New cards

scheiding der machten

wetgevende, uitvoerende en juridische macht worden strikt van elkaar gescheiden

40
New cards

rule of law

dat de wet ( en met name de grondwet) een zeer belangrijk middel is om de willekeur van de machtsuitoefening aan banden te leggen

JOHN LOCKE

41
New cards

universalistische theorie

theorie die stelt dat alle mensen gelijk zijn en dus ook gelijke rechten moeten krijgen

JOHN LOCKE

42
New cards

democratische traditie

de soevereine macht van de koning komt eigenlijk het volk toe

= souvereiniteit van het volk, het volk zelf is de soevereine(gecentraliseerde) macht en niet de koning

JEAN-JACQUES ROUSSEAU

43
New cards

volonté général

algemene wil van het volk

JEAN-JACQUES ROUSSEAU

44
New cards

tirannie van de meerderheid

de democratische meerderheid in een samenleving haar wil oplegt aan een minderheid en daardoor ook de individuele vrijheden van die minderheid aantast

45
New cards

democratische paradox

de basisprincipes van het liberalisme en de basisprincipes van de democratie zijn niet met elkaar te verzoenen

CHANTAL MOUFFE

46
New cards

liberale of constitutionele democratieën

het politieke regime bevat elementen uit beide tradities

ze hebben een grondwet die een aantal fundamentele vrijheden garandeert

de besluitvorming is democratisch van aard en het volk kan parlementsleden verkiezen die namens het volk de wetten opstellen

47
New cards

pluralistische samenleving

niet iedereen moet dezelfde religie of hetzelfde geloof aanhangen, mensen zijn vrij om hun eigen leven naar eigen inzicht vorm te geven

48
New cards

omvattend wereldbeeld

dit is een geheel van overtuigingen en waarden die de wereld voor mensen inzichtelijk maakt en die hen helpt bij het maken van hun morele keuzes

49
New cards

redelijke wereldbeelden

als de wereldbeelden verenigbaar zijn met een aantal fundamentele principes van rechtvaardigheid

het moet fundamentele liberale vrijheden erkennen (religie, meningsuiting…)

JOHN RAWLS

50
New cards

integratievraagstuk

de vraag welke waarden nieuwkomers in de samenleving moeten aanhangen of overnemen om tot een geïntegreerde samenleving te komen

51
New cards

technocratie

een samenleving die bestuurd wordt door experten die omwille van hun specifieke expertise geschikt worden geacht om de samenleving te leiden en te besturen

52
New cards

decision makers moeten ook de decision takers zijn

diegenen die de gevolgen van bepaalde beslissingen moeten dragen (decision takers) moeten ook zelf mee die beslissing kunnen maken (decision makers)

DAVID HELD

53
New cards

westfaalse model

model dat veronderstelt dat de internationale politieke orde bestaat uit een hele reeks soevereine natiestaten die formeel op voet van gelijkheid en op vrijwillige basis met elkaar kunnen samenwerken