1/89
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Agora
Een open publieke ontmoetingsplaats in de klassieke Griekse stadstaat, zowel fysiek als sociaal centrum van politieke en culturele activiteit.
Angst (Existentialisme)
Een fundamentele ervaring van onzekerheid of vervreemding over de eigen vrijheid en bestaan. (Heidegger)
Animisme
De ‘bezielde wereld’: Plaatsen en objecten worden bewoond door geesten, goed- of kwaadaardig.
Antropocentrisme
Wereldbeeld waarbij de mens centraal staat.
(Natuur en andere levensvormen worden vooral gewaardeerd in functie van menselijke belangen.)
Arbeid
Fysieke of mentale inspanning verricht voor de productie van goederen of diensten, of ter verwezenlijking van een doel. (Marxisme)
Archetype
Collectief overgeleverde voorstelling die een bepaald affect oproept, een bovenpersoonlijke structuur waarvan de concrete inhoud verandert naar gelang van de individuele context. (Jung)
Comfort
Een staat van gemak of fysieke/psychische ontspanning. (J. S. Mill)
Consumptiemaatschappij
Samenleving waarin consumptie van goederen en diensten centraal staat voor identiteit, sociale status en economische dynamiek.
Controlemaatschappij
Samenleving waarin toezicht, beheersing en regulering van gedrag via technologie, regels en normen sterk aanwezig zijn.
Cynisme
‘Leef als een hond’
Ascetisch leven volgens de natuur, nihilistische minachting voor culturele waarden als rijkdom, faam, aanzien enz., die dan ook schaamteloos bespot worden.
Dasein
“We kunnen de fenomenen van de wereld enkel ervaren en interpreteren vanuit ons particulier er-zijn op een bepaalde tijd, op een bepaalde plaats.” (Heidegger)
Democratie
Politiek systeem waarin macht uitgaat van het volk, vaak via verkiezingen, vertegenwoordiging en burgerlijke vrijheden.
Dérive
Psychogeografische techniek waarbij men zonder doel door de stad dwaalt om onverwachte ontmoetingen, gebeurtenissen, etc. van de stedelijke ruimte te ervaren. (Debord)
Deterritorialisatie
Proces waarbij sociale, culturele of politieke praktijken loskomen van traditionele geografische of territoriale banden.
Dialectiek
Methode van gedachte en discussie waarin tegenstellingen (these en antithese) tot een synthese worden gevoerd. (Hegel)
Dualistisch Wereldbeeld
Opvatting die de werkelijkheid splitst in twee fundamenteel verschillende principes, zoals lichaam/geest of goed/kwaad.
“Onze zintuiglijke ervaringswereld is slechts schijn, de filosoof moet de sluier oplichten en kijken naar de échte wereld.” (Plato)
Empirisme
De ervaring is de bron van alle kennis. (o.a. Hume, Berkeley en Locke)
Epicurisme
‘Geniet, maar met mate’
Evenwichtig genot nastreven, zowel geestelijk als lichamelijk.
Eros
Een verlangen naar al wat mooi en goed is, om zo dichter bij die verloren, volmaakte wereld te komen.
Ethiek
Gewoonte, karakter, imago, maar oorspronkelijk ook: woonplaats, ‘zwijnskot’
Evolutie
Spontane, willekeurige mutaties in levende organismes – de mutaties die toevallig het best zijn aangepast aan de omgeving, overleven en planten zich voort. (Darwin)
Existentialisme
Een denken dat vertrekt vanuit het concrete existeren (d.w.z. bestaan) van de enkeling. (Heidegger)
Existentiële Ruimte
De combinatie van universele elementaire structuren, socio-culturele aspecten en persoonlijke eigenschappen. (Norberg-Schulz)
Fantasma
De meest intieme uitdrukking van de affectieve verhouding van het lichaam tot zijn omgeving, maar tegelijk is het een formulering die het subject lijkt te overvallen van buitenaf. (Barthes)
Gastvrijheid
Houding of praktijk van ontvankelijkheid en zorg voor bezoekers of vreemden, met aandacht voor respect en bescherming.
Geborgenheid
Gevoel van veiligheid, bescherming en emotionele warmte; belangrijk voor welzijn en thuisgevoel.
(Bollnow)
‘Gelukkige Ruimte’
Populaire term voor ruimtes die welzijn, comfort en positieve ervaringen bevorderen; vaak gebruikt in ontwerp en psychologie.
(Bachelard)
Genius Loci
Lat.: ‘de demon van een plaats’
De specifieke karakteristieken van een plaats (h)erkennen en respecteren. (Norberg-Schulz)
Geviert
Letterlijk ‘het viertal’: de hemel en de aarde, de goden en de sterfelijken. (Heidegger)
‘Grote Verhalen’
Algemene verhalen of ideeën die een hele cultuur of geschiedenis verklaren en richting geven.
Bv.: verlichtingsideaal, communisme, nationalisme…
Hermes
Het exterieur.
God van de deur, de drempel, van de passage, de beweging, de ontmoeting, god van de reizigers, de handelaars, de dieven, het onbekende.
Hestia
Het interieur.
Godin van de haard, het huiselijke, van het centrum, het private, de eigen gemeenschap, het bekende, het blijvende.
Huiselijkheid
Eigenschap van een ruimte die gezelligheid, comfort en thuiskomen bevordert; vaak gekoppeld aan verzorging en dagelijkse routines. (J. S. Mill?)
Hodologische Ruimte
De richting, de beweging via voorkeurspaden. (Bollnow)
Hoofse Liefde (of ‘Minne’)
Een heftige en absolute overgave aan de liefde, die tegelijk geheim, verboden (want overspelig) én moreel verheffend was, gericht op een een vaak sociaal en/of geografisch onbereikbare geliefde.
Homo Economicus
Het zelfbepalend individu, dat vrij moet zijn om te denken en handelen op basis van rationele beslissingen (= ideaal van de Verlichting).
Homo Universalis
“De veelzijdige kunstenaar wetenschapper.”
Ideaal van de veelzijdige, universeel ontwikkelde mens (Renaissance‑type) die kunst, wetenschap en handelen verenigt.
Humanisme
Denkstroming waarbij de mens en zijn wereld opnieuw centraal staat, vanuit het ideaal van de ‘homo universalis’. Vaak verbonden met renaissancistische idealen.
Idioritmie
Een vorm van samenleven van kleine groepen, waarbij de groep de individuele vrijheid van zijn leden niet beknot, een “evenwicht tussen eenzaamheid en ontmoeting”. (Barthes)
Individuatieproces
Via de ontmoeting met het onbewuste, via archetypische beelden, streeft het ‘ik’ naar de realisatie van het Zelf, een proces waarbij de waarnemingshorizon van het ‘ik’ verbreedt, en onbewuste inhouden in het bewustzijn kunnen worden opgenomen om zo tot een unieke, gezonde persoonlijkheid te komen. (Jung)
Industrialisatie
Historisch proces van mechanisering, massaproductie en economische herstructurering dat sociale en ruimtelijke veranderingen met zich bracht.
Kapitaal
Middel voor productie en welvaart (geld, machines, kennis). In Marxistische analyse ook een sociale relatie van macht en uitbuiting.
Leegte
Het is door de afstand (zowel in ruimte als in tijd) dat die dingen zich tot elkaar kunnen verhouden en er iets mogelijk is. Term als een actief begrip. (Oosterse filosofie)
Logos
Het redelijk denken.
Mediamaatschappij
Samenleving waarin media en communicatie‑technologieën sterk de publieke opinie, cultuur en sociale relaties vormgeven.
Het wonen wordt gemediatiseerd via televisie en internet, en krijgt een verdubbeling in een virtuele wereld (soaps, reality-tv, netwerksites…).
Mensvisie
Overkoepelende opvatting over wat de mens is (bv. rationeel wezen, moreel subject), met gevolgen voor beleid en cultuur.
Monotheïsme
Religieus systeem dat in één enkele, allesomvattende God gelooft.
Mystieke Liefde
Vorm van liefde waarin het individuele subject zich verbonden voelt met het goddelijke of het universele.
Mythos
Het mythisch denken. (Verhalend, symbolisch, …)
Naastenliefde
Ethisch principe van zorg en solidariteit met medemensen. Sterk aanwezig in religieuze en humanistische tradities.
Nihilisme
Voorbij waarheid en fictie, voorbij goed en kwaad: mens en maatschappij worden bepaald door uiteenlopende, soms conflicterende krachten, die allen naar macht streven. Elke overtuiging is een fictie die een zeker machtstreven dient. (Nietzsche)
Nomadisch
Levenswijze gekenmerkt door verplaatsing en tijdelijk verblijf, geen vaste woonplaats.
‘Non‑Lieux’
Term van Marc Augé voor plekken zonder eigen verhalen (bv. luchthavens, snelwegen) die de anonimiteit, en dus homogenisering, van een landschap bevorderen. (Vb voor theorie van de Certeau)
Objectieve Cultuur
Aspect van cultuur dat bestaat uit materiële en symbolische objecten (kunst, gebouwen, technologie) los van individuele subjectiviteit.
De mens wordt de slaaf van de dingen, ipv omgekeerd. (Simmel)
Omnipolis
De uitbreidende stad, die overal en nergens is: permanente mobilisatie, permanente bereikbaarheid, permanente angst voor een mogelijk dodelijke technologische catastrofe. (Virilio)
Onbewuste
Deel van de psyche dat buiten directe bewuste waarneming ligt, en toch gedrag en dromen beïnvloedt (psychoanalyse).
‘Het ik is geen baas in eigen huis.’ (Freud)
Ontwerpfilosofie
Denktraditie die reflecteert op uitgangspunten, doelen en morele implicaties van ontwerpen en architectuur.
Vanuit welke denkbeelden ontwerp je? Welke denkbeelden zullen mensen geneigd zijn te koesteren in die ontworpen ruimtes?
‘Ontwerp’ (Existentialisme)
“Ik ben in het leven ‘geworpen’, afhankelijk van omgevingsfactoren, maar ik word hierdoor niet volledig bepaald. → Ik richt me op de toekomst, op nog onbekende toekomstmogelijkheden.: De mens als een ontwerp van/voor zichzelf.” (Heidegger)
‘Onzichtbare Hand’
Deze theorie stelt dat als iedereen zijn eigenbelang mag nastreven, de gemeenschap daar in zijn geheel beter van wordt. Het individu moet dus alle kansen krijgen om ‘het te maken’. (Smith)
‘Pathos van de Distantie’
“Een steeds hernieuwde vergroting van distantie binnen de ziel zelf, de ontwikkeling van steeds hogere, zeldzamere, vreemdere, verder strekkende, meer omvattende toestanden, kortom de verbetering van het type ‘mens’, de voortgezette ‘zelfoverwinning van de mens’, om een morele formule in bovenmorele zin te gebruiken.” (Nietzsche)
Permanente Mobilisatie
De huidige maatschappij bevindt zich in de toenemende greep van snelheid en communicatie. Wij worden blootgesteld aan een voortdurend bombardement van prikkels en informatie. (Virilio)
Plezier van de Architectuur
Aandacht voor het erotische term, zowel in de gebruikte materialen en vormen, als in het volgen én het overtreden van ontwerp- en gebruiksregels van gebouwen (bv. bij herbestemming). (Tschumi)
Polis
Griekse stadsstaat als politiek en sociale eenheid; Centrum van burgerschap en publieke beslissingsvorming.
Postindustriële Maatschappij
Samenleving waarin de dienstensector en kennisproductie domineren, in plaats van zware industrie en massaproductie.
Privacy
Recht of verwachting van individuen op persoonlijke ruimte, geheimhouding van informatie en controle over eigen gegevens. (J. S. Mill?)
Programma
Verwijst naar de reeks handelingen of gebeurtenissen die een gebouw moet huisvesten, die al dan niet stroken met de beoogde functie van die ruimtes. (Tschumi)
Psychogeografie
Studie van hoe stedelijke omgevingen emoties, gedrag en perceptie beïnvloeden; omvat technieken zoals de dérive. (Debord)
Rationalisme
Filosofische stroming die rede en logica als primaire bronnen van kennis ziet, boven zintuiglijke ervaring. (o.a. Descartes)
Relativisme (ook cultuur‑)
Opvatting dat waarheid, waarden of normen afhankelijk zijn van context, cultuur of perspectief, en dus niet absoluut.
Scepticisme
‘Twijfel aan alles’
Afwijzen van alle dogma’s; Het handelen enkel op waarnemingen en ervaringen baseren.
Sedentair
Met een vaste verblijfplaats of standplaats.
Sein zum Tode
“Het besef van mijn sterfelijkheid geeft de keuzes die ik maak hun betekenis, omdat ze, retrospectief bekeken vanuit dat ene onvermijdelijke eindpunt van mijn mogelijkheden, zullen bepalen wie ik ben geweest.” (Heidegger)
Semiotische Competentie
Hierdoor is een organisme in staat om van zijn omgeving een leefwereld te maken, een territorium waarin het kan overleven een encyclopedie van betekenissen. (Deleuze)
Spektakelmaatschappij
Dingen en gebeurtenissen worden meteen ‘gerepresenteerd’ via allerlei media. Hierdoor worden wij de passieve, luie consument van beelden in plaats van een actieve deelnemer aan een situatie: “al wat direct werd beleefd, heeft zich in een voorstelling verwijderd”. (Debord)
Sofist
(Duurbetaalde) leraars, die zowel wetenschap als welsprekendheid onderrichtten.
Stoïcisme
‘Volg de rede’
Deugdzaam leven volgens wat verstandig, redelijk is, jezelf bevrijden van heftige passies (woede, verdriet, lust) door een voortdurende zelftraining of ascese.
Subjectieve Cultuur
De kant van cultuur die bestaat uit persoonlijke betekenissen, gevoelens en individuele interpretaties. (Simmel)
Tactiek (Culturele)
Subtiele manieren waarop gewone mensen de cultuur naar hun hand zetten, hun eigen ding doen, zonder openlijk te rebelleren: de ‘onzichtbare afwijking en stille creativiteit’. - Laermans (de Certeau)
Temenos
Een afgebakend en gemarkeerd stuk land, toegewijd aan een god, waarin het sacrale kon verschijnen.
Topoanalyse
De analyse van de inrichting en het beeld van het huis als instrument voor de analyse van ons intieme zelf. (Bachelard)
Tragedie
Theatervorm die de ondergang van de held toonde, die pijnlijk moest beseffen dat hij/zij de speelbal was van oncontroleerbare krachten en noodlottige gebeurtenissen. Vb. Oedipus
Transgressie
Het overschrijden van grenzen, regels of normen; kan subversief, creatief of problematisch zijn, afhankelijk van context.
Bv. de dood, het obscene, het gewelddadige, de verspilling, het verval, … (Tschumi)
Unheimliche
Angstig gevoel dat ontstaat wanneer iets van ons onbewuste op de buitenwereld wordt geprojecteerd. Het onbekende wordt vreemd, het vreemde lijkt ons bekend. (Freud)
Vervreemding
Marxistisch begrip voor de ontkoppeling van arbeider en product, werk en zelf, veroorzaakt door kapitalistische productiewijzen.
Virtuele Ruimte
Digitale of gesimuleerde omgevingen die sociale interactie en ervaring mogelijk maken buiten fysieke ruimte.
Vluchtlijn
Conceptuele of letterlijke route voor ontsnapping of beweging weg van een plek. Kan ook strategisch of symbolisch bedoeld zijn. (Deleuze)
Vooruitgangsideaal
De mens ‘verlichten’, d.w.z. bevrijden uit zijn onmondigheid, zijn kritiekloze onderwerping aan religieuze en maatschappelijke autoriteit.
Waardenpluralisme
Erkenning dat meerdere, soms conflicterende waarden geldig kunnen zijn binnen een samenleving en dat er geen enkelvoudige norm overheerst.
Wordingsproces
Dynamisch proces van ontwikkeling, ontstaan of transformatie. Kan slaan op individuen, gemeenschappen of culturele vormen. (Deleuze)
Zelf (Jungiaanse Pyschoanalyse)
Het centrum en totaliteit van de psyche dat bewust en onbewuste integreert; ideaal van individuatie. (Jung)