SOGE h2 VOC

protowetenschappelijke kennis

of voorwetenschappelijke kennis is kennis die niet wetenschappelijk is van afkomstig is van eigen overtuigingen en ervaringen

pseudowetenschappelijke kennis

theorieën en opvattingen die wetenschappelijk worden voorgesteld, maar dit helemaal niet zijn

ontwikkeling

de verandering van de tot dan toe aanwezige structuur van de mens, vanaf de conceptie tot de dood. Dit kan vooruitgang of achteruitgang betekenen.

epigenetica

tak binnen wet. die onderzoekt wat effect is van omgevingsinvloeden op genexpressie

genexpressie

het tot uiting komen van onze genen

epigenetische factor

invloed van buitenaf die genexpressie aantast: gen verandert niet, maar kan wel anders functioneren

systemisch perspectief

ontw van mens staat in relatie met zijn systeem, ook wel sociale en culturele context genoemd

persoonlijkheid

het geheel van stabiele en unieke, psychische en gedragsmatige kenmerken waardoor je je gedurende je hele leven min/meer op dezelfde manier gedraagt

PH-psychologie

tak binnen de psychologie die de pH-kenmerken onderzoekt

PH-stoornis

een psychische stoornis waarbij bepaalde psychische trekken in extreme mate tot uiting komen en hierdoor het dagelijkse leven verstoren

temperament

aangeboren stukje PH

karakter

aangeleerd stukje PH

IQ

= intelligentiequotiënt

score die de cognitieve vaardigheden van een persoon in vergelijking stelt met die van leeftijdsgenoten

zelfbeeld

het mentale beeld dat iemand van zichzelf heeft, bestaande uit alle gedachten, oordelen en overtuigingen over zichzelf

identiteit

het geheel van kenmerken, overtuigingen en eigenschappen die een persoon uniek maken

gewoonten

herhaaldelijke, aangeleerde gedragspatronen die vaak onbewust plaatsvinden

trek

stabiel, duurzaam en niet-lichamelijk kenmerk dat mensen van elkaar onderscheid

fenomenologische realiteit

de realiteit zoals die door een persoon zelf gezien wordt

humanisme: rogers

zelfactualiseringstendens

natuurlijke neiging van de mens om te streven naar ideale zelf humanisme: rogers

het zelf

de perceptie die een persoon van zichzelf heeft

zelfeffectiviteit

vertrouwen in eigen capaciteiten

locus of control

mate waarin je denkt controle te hebben over een situatie

typologie

mensen indelen in types

veel bloed

= sanguinisch

sociaal, vrolijk, spraakzaam, energiek

veel gele gal

= cholerisch

agressief, rusteloos, impulsief

veel zwarte gal

= melangolisch

neerslachtig, negatief, bang, pessimistisch, stil, introvert

veel slijm

=flegmatisch

kalm, rationeel, loyaal, voorzichtig, betrouwbaar

acting out of character

ons ‘anders’ gedragen dan onze authentieke zelf omwege ons persoonlijk project

Brian Little

Het bewuste

datgene waar je je op dit moment bewust van bent

Het voorbewuste

of onderbewuste

de kennis en herinneringen waar we niet aan denken maar die we wel gemakkelijk in het bewuste kunnen gehaald worden

het onbewuste

het deel van de geest waar we niet bewust van zijn, die ook niet zomaar toegankelijk zijn

introspectie

methode waarbij je ozk doet op jezelf

→ Wundt

Es

driften & reflexen

LUST-principe (+ orale fase bij de baby)

Ich

helpt es met het verkrijgen van wat hij wilt maar houdt rekening met de regels/realiteit

REALITEITS-principe (+ anale & fallische fase bij de peuter & baby)

Über-ich

het ideale zelf (=ons geweten)

MORALITEITS-principe (+ latentie & genitale fase bij de schoolkind & adolescent)

klassieke conditionering

→ Behaviorisme

= neutrale stimulus wordt gelinkt met nieuw G

• Pavlov (Little Albert & de hond van Pavlov)

operante conditionering

→ Behaviorisme

= nieuw gedrag wordt aangeleerd via een gevolg

• Skinner (Skinnerbox)

  • Straf vs. beloning

Client-centered therapy

• Therapeuten : begrijpen zonder oordeel

  • Onvolwaardelijke positieve waardering

  • echtheid

  • empathie

patiënt → cliënt

Freud

cliënt 

een volwaardig persoon die met een probleem worstelen