1/40
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Imperialisme
Politiek waarbij een staat zijn macht uitbreidt door andere gebieden te veroveren of te domineren.
Kolonialisme
Vorm van imperialisme waarbij een gebied wordt bestuurd en economisch geëxploiteerd als kolonie.
New Imperialism
Periode ca. 1870-1918 waarin Europese staten versneld en systematisch overzeese rijken uitbouwden.
Napoleons invasie van Egypte (1798)
Franse expeditie met strategisch en wetenschappelijk doel; markeert vroege Europese inmenging in Noord-Afrika.
Vier drijfveren van kolonialisme
Economisch, godsdienstig, demografisch en geopolitiek.
Economische drijfveer
Zoektocht naar grondstoffen, markten en goedkope arbeid (o.a. slavenhandel, rubber, katoen).
Godsdienstige drijfveer
Verspreiding van het christendom en het ‘beschavingsideaal’ via missies.
Demografische drijfveer
Europese bevolkingsdruk leidde tot migratie, emigratie en opzoek naar nieuwe kansen in kolonie en strafkolonies.
Geopolitieke drijfveer
Wedloop naar kolonies. Een competitie tussen mogendheden (Scramble for Africa).
Handelscompagnie
Privaat bedrijf met staatscharter en soevereine bevoegdheden voor handel en bestuur (bv. VOC).
Scramble for Africa
Snelle Europese wedloop (1880-1914) om Afrikaanse gebieden te claimen.
Association Internationale Africaine (AIA)
‘Humanitaire’ schijn-organisatie (1876) van Leopold II voor zijn koloniale plannen in Afrika.
Henry M. Stanley
Ontdekkingsreiziger die voor Leopold II verdragen sloot met Congolese leiders.
Congres van Berlijn (1884-1885)
Bijeenkomst waar Europese machten
1: regels opstelden voor koloniale expansie in Afrika
2:onderlinge conflicten te voorkomen
Territoriale acquisitie
Manier waarop koloniale machten legaal aanspraak maakten op grond in Afrika.
Noem de 2 hoofdmanieren om Afrikaans territurium te claimen volgens slotakte van Berlijn
Occupatio en res nullius ("leeg land" doctrine: aanspraak maakten op gebieden die zij als 'leeg' of 'van niemand' beschouwden)
Verdragen met lokale leiders (vaak onder dwang)
Occupatio
Claim op ‘leeg’ land door fysieke bezetting; gekoppeld aan concept res nullius( ‘van niemand).
Res nullius
Latijn voor ‘van niemand’; rechtvaardigde Europese claims op zogenaamd onbeheerde gebieden.
Verdragen met lokale leiders
Juridische methode waarbij soevereiniteit via contracten werd overgedragen, vaak onder dwang.
Slotakte van Berlijn
DOEL: territoriale acquisitie te formaliseren.( regels vastlegde voor de verdeling van Afrika )
1) meldingsplicht (Art. 34) territoriale claims aan andere machten moesten worden gemeld
2) effectieve bezetting (Art. 35) een claiming van een gebied alleen legitiem was als de kolonisten er daadwerkelijk een bestuurlijke autoriteit vestigde.
Kernregels van de Slotakte van Berlijn (1885)
Meldingsplicht
Effectieve bezetting
Vrijhandel in de Congobekken ( Geen monopolies)
Vrije doorvaart op de grote rivieren
Verbod op slavernij en slavenhandel
Wat vereiste de Slotakte voor een geldige claim op territoriaal gebied?
Effectieve bezetting (Art. 35): .Eis dat een Europese macht een bestuurlijke autoriteit moest vestigen om een claim te legitimeren.
Meldingsplicht (Art. 34): Andere landen informeren.; Verplichting om nieuwe Afrikaanse territoriale claims te melden aan andere Europese mogendheden
Vrijhandel in Congo-bekken
Principe uit de Slotakte dat alle mogendheden mochten handelen op de Congo- en Niger-rivieren.
Association Internationale du Congo (AIC)
Schaduw-Organisatie die tijdens het Congres van Berlijn soevereiniteit over Congo kreeg en die aan Leopold II overdroeg.
Congo-Vrijstaat
Privékolonie van Leopold II (1885-1908) gekenmerkt door extreme exploitatie van rubber.
Kroondomein (Decreet 1896)
Uitbreiding van land direct onder Leopolds controle om monopolies te creëren en winst te genereren.
Concessiesysteem
Toewijzing van grote landstroken aan bedrijven die rubber en ivoor exploiteerden via dwangarbeid.
Force Publique
Koloniaal leger/politie in Congo, ingezet voor dwangarbeid en repressie (bv. afhakken van handen).
Koloniaal Charter (1908)
Wet die Congo van privébezit omvormde tot officiële Belgische kolonie onder ministerieel toezicht.
2 kolonisatie modellen
Frans; Assimilatie & Associatie:
Brits; Indirect Rule
indirect rule
Brits bestuursmodel waarbij bestaande lokale elites bestuur uitoefenden onder koloniale supervisie.
Assimilatie (Frans model)
Koloniaal beleid om gekoloniseerden Europese taal, cultuur en recht op te leggen.
Associatie (Frans model)
Latere Franse strategie: samenwerking met lokale elites terwijl macht bij koloniale overheid bleef.
Immatriculés
Kleine groep Congolezen met ‘Europese’ juridische status, maar beperkte rechten.
Res nullius kritiek
Europese ontkenning van bestaande Afrikaanse politieke structuren leidde tot willekeurige grenzen.
Onafhankelijkheid van Congo (1960)
Snelle dekolonisatie na internationale druk en Congolese nationalistische bewegingen (bv. ABAKO).
Wat was de status van Afrika volgens de regels van het Congres van Berlijn?
Beschouwd als res nullius, land dat niemand toebehoorde
Hoe omzeilde Leopold II de vrijhandelsregels van Berlijn in 1896?
Via het Kroondomein-decreet:
Privé-exploitatie van rubbergronden.
Concessies aan bedrijven (bv. ABIR) met dwangarbeid.
Doel: Economisch redden van de Vrijstaat.
In welk jaar werd de Congo Vrijstaat overgedragen aan België?
1908
Wat hield de Koloniaal Charter van 1908 in?
Congo werd Belgisch koloniaal bezit onder controle van Belgisch parlement en regering, met juridisch gescheiden bestuur
Hoe probeerde Leopold II geld te verdienen aan Congo tijdens financieel fiasco
Rubber- en ivoorexploitatie via natuurlijke rijkdommen.
Concessies aan bedrijven voor rubberoogst in ruil voor winstdeling.
Dwangarbeid en quotasysteem: gratis arbeid door geweld en terreur.
Uitbreiding kroondomein (1896) om vrijhandel te vermijden.
Leningen van België in ruil voor belofte tot overdracht.
➡ Resultaat: Leopold werd rijk, Congo werd uitgebuit en verwoest.