ruimtelijke structuur van moleculen

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/18

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

19 Terms

1
New cards

molecuulorbitalen

Een molecuulorbitaal wordt gevormd wanneer twee naburige atoomorbitalen in elkaar dringen. De atoomorbitalen overlappen en vervormen tot een nieuwe ruimte die toebehoort aan de twee atomen. Een molecuulorbitaal is een ruimte waar de kans het grootst is het gemeenschappelijk elektronenpaar aan te treffen.

2
New cards

sigma-binding

Een sigma-binding (σ-binding) ontstaat door de overlapping van twee atoomorbitalen op de as die door de twee kernen gaat. Dit is een frontale of coaxiale overlapping.

  • sterk bindend molecuulorbitaal

  • vrije draaiing van de atomen rond de internucleaire as

3
New cards

pi-binding

Een pi-binding (π-binding) ontstaat wanneer twee atomen een dubbele of drievoudige binding aangaan. De atomen gaan naast één σ-binding supplementair één of twee π-bindingen aan. De overlapping van twee evenwijdige p-atoomorbitalen gebeurt in een gebied buiten de as die door de twee atoomben gaat: dit is een zijdelingse of parallelle overlapping.

  • minder sterk bindend molecuulorbitaal

  • geen vrije draaiing van de atomen rond de internucleaire as

4
New cards

hybridisatie

Bij hybridisatie ontstaan identieke hybride-orbitalen door samenstelling van twee of meer atoomorbitalen van verschillende aard. De gevormde hybride-orbitalen zijn gelijkwaardig in vorm en energie-inhoud.

5
New cards

sp3

. Een s-orbitaal en drie p-orbitalen van het koolstofatoom vormen vier gelijkwaardige sp³-hybride-orbitalen. De vier hybride-orbitalen gaan ver mogelijk uit elkaar liggen en schikken zich volgens een tetraëder met hoeken van ± 109,5°.

6
New cards

sp2

De twee C-H-bindingen en de C-C-binding liggen in één vlak en zijn gericht naar de hoekpunten van een driehoek. Hierdoor ontstaat een trigonaal planaire structuur met bindingshoeken van 120°.

7
New cards

sp

De C–H-binding en de C–C-binding liggen in één vlak zo ver mogelijk uit elkaar. Hierdoor ontstaat een lineaire structuur met bindingshoeken van 180°.

8
New cards

VSEPR staat voor

valentieschil-elektronenpaar-repulsie

9
New cards

Sterisch getal

Het sterisch getal (SG) van een atoom is de som van:

  • het aantal gebonden atomen of bindingspartners en

  • het aantal vrije elektronenparen van dat atoom

10
New cards

S₄(G) = 4 + 0 = 4

Een methaanmolecule heeft de structuur van een tetraëder met bindingshoeken van 109,5°.

11
New cards

S₄(G) = 3 + 1 = 4

De structuur van een ammoniakmolecule zal hierdoor een trigonale piramide zijn en geen tetraëder.

met bindingshoeken van 107

12
New cards

S₄(G) = 2 + 2 = 4

met bindingshoeken van 105

De structuur van een watermolecule zal hierdoor geknikt zijn.

13
New cards

1 + 3 = 4

De structuur van een waterstofchloridemolecule zal hierdoor lineair zijn.

14
New cards

sterische hinder

Bij sterische hinder stoten de vrije elektronenparen meer af, waardoor ze extra ruimte innemen. Hierdoor verkleinen de bindingshoeken. Bij ammoniak verkleint de hoek tot 107°, bij water tot 104,5°.

15
New cards

S(G) = 3 + 0 = 3

e structuur van een zwaveltrioxidemolecule is trigonaal planair met bindingshoeken van 120°.

16
New cards

2 + 1 = 3

De structuur van een zwaveldioxidemolecule zal hierdoor geknikt zijn en niet trigonaal planair.

17
New cards

S(G) = 1 + 2 = 3

De structuur van een zuurstofmolecule zal hierdoor lineair zijn.

18
New cards

S(G) = 2 + 0 = 2

e structuur van een koolstofdioxidemolecule is lineair met een bindingshoek van 180°.

19
New cards

S(G)(C) = 1 + 1 = 2

De structuur van het cyanide-ion is lineair.