Hoofdstuk 5: Ik heb wel wat te zeggen, maar hoe?

5.0(1)
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/25

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Psychology

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

26 Terms

1
New cards

Niet-waarneembaar gedrag (binnenkant)

Wat denk je, wat is je bedoeling, hoe voel je je ergens bij, 


2
New cards

Waarneembaar gedrag (buitenkant)

Wat doe je / zeg je / 


3
New cards

Observeren

Iemand observeren wil zeggen dat je het gedrag van die persoon doelgericht, nauwkeurig, systematisch en objectief waarneemt.

4
New cards

interpretatie

een eigen betekenis geven aan iets. Het gaat daarbij vaak om een oordeel dat uitgesproken wordt, een benoeming van gedrag. En dat is niet neutraal.

5
New cards

De transmissie

Overdracht van de boodschap van Zender naar Ontvanger

6
New cards

Ruis: 4 soorten

  • Fysieke / mechanische ruis of kanaalruis

  • Psychologische ruis

  • Semantische ruis

  • Fysiologische ruis

7
New cards

Fysieke ruis

Signalen van buitenaf

8
New cards

Psychologische ruis

Vooroordelen, interne gedachten of andere geestelijke obstakels

9
New cards

Fysiologische ruis

Lichamelijke obstakels

10
New cards

Semantische ruis

Gebrek aan kennis, verkeerde interpretatie of  Verschillende codes

11
New cards

Interne ruis

De miscommunicatie ontstaat tussen de Z & O

12
New cards

Externe ruis

Door factoren buiten het communicatieproces

13
New cards

Verbale communicatie

Geschreven / gesproken woorden

14
New cards

Non – verbale communicatie

Geen woorden! Wel: Gebaren / mimiek / tekens /afbeeldingen

15
New cards

Paraverbale communicatie

Extra info via: toon / pauzes /


Vb: “Weet jij hoe laat het is?

16
New cards

Axioma

een stelling die voor waar wordt aangenomen, maar niet bewezen is.

17
New cards

5 communicatieaxioma’s (communicatiewetten)

  1. Je kunt niet niet communiceren

  2. Iedere communicatie heeft een inhouds en betrekkingsaspect

  3. Ieder heeft zijn waarheid

  4. We beĂŻnvloeden mekaar digitaal en analoog

  5. Communicatie verloopt symmetrisch of complementair

18
New cards

1. Het is onmogelijk niet te communiceren

Alles wat je doet, ook ‘niets’ doen, heeft betekenis voor de ander. Elk gedrag (ook slapen is gedrag!) is een vorm van communicatie. Er bestaat niet iets zoals ‘niet-gedrag’.

19
New cards

2. Elke communicatie heeft een inhoudsniveau Ă©n een betrekkingsniveau

Inhoudsniveau = de letterlijke inhoud van de boodschap, wat er gezegd wordt.

Betrekkingsniveau = de manier waarop iemand de boodschap moet opvatten, hoe iets gezegd wordt.

20
New cards

3. Door verschillend te interpreteren heeft ieder zijn waarheid

De zender en de ontvanger interpreteren hun eigen gedrag als een reactie op het gedrag van de ander. Jouw reactie ontlokt bij de ander een reactie ... en dat draait maar door. Communicatie is een circulair proces. In de communicatieleer spreekt men van interpunctie als men het heeft over oorzaak en gevolg in de communicatie bv. ‘Jij bent begonnen!’ tegenover ‘Neen, jij bent begonnen!’

21
New cards

4. Mensen beĂŻnvloeden elkaar zowel digitaal als analoog

Digitale taal is communicatie die gebruikmaakt van tekens die door conventie vastgelegd zijn. Het gaat om woorden, symbolen en afgesproken gebaren. Digitale communicatie maakt gebruik van het verbale kanaal (woorden) en het non-verbale kanaal (tekens, symbolen). Je moet dit leren of iemand moet het je uitleggen. Analoge taal is communicatie die gebruikmaakt van tekens die niet door conventie zijn afgesproken. Men gebruikt die tekens niet altijd bewust. Analoge taal kan op verschillende manieren geĂŻnterpreteerd worden. Dit kan leiden tot misverstanden in de communicatie.

22
New cards

5. Communicatie verloopt symmetrisch of complementair

In een relatie hebben we een bepaalde positie die afhangt van de situatie. Ofwel ben je leidend, ofwel ben je volgend, ofwel ben je de gelijke.

23
New cards

Inhoudsaspect

Inhoud van de boodschap, overgebrachte informatie.

24
New cards

Betrekkingsaspect

Relationele aspect, zegt iets over de manier waarop mensen tegenover elkaar staan, We drukken hiermee uit hoe we naar onszelf en onze gesprekspartner kijken en wat we van hem of haar verwachten.

25
New cards

Symmetrische communicatie

Gelijkheid

26
New cards

Complementaire communicatie

Ongelijkheid

Twee posities

  • De leidende of superieure positie

  • De volgende of inferieure positie