Studied by 0 people
Looks like no one added any tags here yet for you.
aanpakken
aborder
aanraden
conseiller
ademen
respirer
het beginpunt
le point de départ
bekend zijn
être connu
betekenen
signifier
efficiënt
efficace
de geest
l'esprit
de kracht
la force
de levenskwaliteit
la qualité de vie
de levensstijl
le mode de vie
het lichaam
le corps
meestal
la plupart du temps
minstens
au moins
nodig hebben
avoir besoin de
omgaan met
gérer
op het spel staan
être en jeu
de raad
le conseil
regelmatig
régulièrement
samen
ensemble
soepel
souple
de soepelheid
la souplesse
talrijk
nombreux
toegeven
admettre
vroeger
autrefois
het welzijn
le bien-être
zich goed in zijn vel voelen
se sentir bien dans sa peau
zich ontspannen
se détendre
het been
la jambe
de behandeling
le traitement
de blaar
la cloque, la cloche, l'ampoule
de brandwond
la brûlure
de buik
le ventre
de diagnose
le diagnostic
de dokter
le médecin
de druppel
la goutte
de eetlust
l'appétit
de foto - een foto laten maken
la radiographie - faire une radiographie
het geneesmiddel
le médicament
het gips
le plâtre
de griep
la grippe
hoesten
tousser
het hoofd
la tête
de huisarts
le médecin traitant
in het gips zitten
être dans le plâtre
de insectenbeet
La morsure/piqûre d'insecte
de keel
la gorge
de koorts
la fièvre
last hebben van
souffrir de
lijden aan
souffrir de
de luizen
les poux
de maagontsteking
la gastroentérite
de neusspray
le spray nasal
ontsmetten
désinfecter
de ontsteking
l'inflammation
de ontstekingsremmer
l'anti-inflammatoire
overgeven
vomir
de patiënt
le patient
de pijn
la douleur
pijn hebben aan
avoir mal à
de pijnstiller
l'antidouleur
het pilletje
la pilule
de pleister
le pansement
de rilling
le frisson
de rust
le repos
de schram
l'égratignure
slecht
mal
snijden
couper
de spier
le muscle
de spoedgevallen
les urgences
het spuitje
L'injection, le vaccin
het vaccin
le vaccin
het verband
le bandage
de verstopte neus
le nez bouché
verzorgen
soigner
het voorschrijft
la prescription
voorschrijven
prescrire
vreselijk
horrible, horriblement
wat scheelt er?
Qu'est-ce qui ne va pas?
de wrat
la verrue
de zalf
la pommade, la crème
het ziekenhuis
l'hôpital
zwak
faible
het dieet - op dieet
le régime - au régime
dik
gros
de onzin
le non-sens
verdikken
grossir
vrolijk
joyeux
de wil
la volonté
Note 
Flashcard (31)