1/19
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
In de naoorlogse historie van het nationale ruimtelijk-economisch beleid zijn verschillende periodes met verschillende beleidsaccenten te herkennen. Zo lag in de jaren 60 en ’70 de nadruk grotendeels op (regionaal) spreidingsbeleid. Met welke, tem wordt dit beleid ook wel aangeduid?
Equitybeleid
Zijn deze beweringen waar?
Bewering I uit onderzoek naar locatiedynamiek blijkt dat er bij bedrijven een sterke verbondenheid en verankering is aan de huidige vestigingsplaats.
Bewering II de bovenregionale locatiedynamiek is slechts een beperkt deel van de markt, maar heeft vaker een grotere directe economische impact en kent veel media-aandacht.
ja
De auteurs van het artikel Niet wéér een Randstad-kabinet betogen dat de investeringen van de Rijksoverheid gericht worden op de vier grootstedelijke regio’s rond Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Zijn noemen dit het ‘neoliberale concentratiebeleid’. De auteurs noemen die redenen om te stoppen met dit ‘neoliberale concentratiebeleid’. Welk antwoord is NIET één van de redenen zoals door de auteurs in het artikel benoemd?
Omdat demografische ontwikkelingen aantonen dat de vergrijzing in de Randstad het sterkst zal zijn, met als resultaat een gebrek aan geschoolde arbeidskrachten
Van welke ruimtelijk-economische theorie is de kern dat ‘economische activiteiten zich in toenemende mate concentreren in een beperkt geografisch gebied en dat zo de ruimtelijke tegenstellingen groter worden’?
Het cumulatieve causatiepincipe van Myrdal
In het artikel Een eeuw lang tuinieren beschrijven de auteurs dat het succes van regio’s zoals Silicon Valley mede verklaard kan worden door concentraties van gespecialiseerde bedrijvigheid, waarbij informele face-to-face contacten en kennisuitwisseling een belangrijke rol spelen. Hieruit ontstond de zogenaamde ‘clustertheorie’ van Michael Poter 1990. In het artikel worden die risico’s genoemd voor een “al te bevlogen” beleidsmatige toepassing van de ‘clustertheorie’ op regionaal schaalniveau. Welke van de onderstaande antwoorden is NIET één van die risico’s?
Een gebrek aan innovatie omdat alle bedrijven in dezelfde sector actief zijn
Over het algemeen kan gesteld worden dat de agglomeratievoordelen in monocentrische stedelijke regio’s zoals Londen, Parijs of München groter zijn dan in polycentrische regio’s zoals bijvoorbeeld de Randstad. Uit economische analyses is echter ook gebleken dat polycentrische regio’s in economische zin vaak even goed als of zelfs beter (kunnen) presteren dan stedelijke regio’s van gelijke omvang met een monocentrische structuur. Wat is, volgens de auteurs van De stad van de toekomst, in het geval van gelijkwaardig of beter economisch presteren de belangrijkste factor die de concurrentiekracht van polycentrische regio’s bepaalt?
Goede stedelijke netwerken in combinatie met ‘borowed size’.
De ruimtelijke spreiding van werklocaties in de stad verandert in de loop der tijd onder invloed van allerlei ontwikkelingen. Bijgevoegde infographic laat een vereenvoudigde weergave zien van de verdeling en ontwikkeling van werklocaties in de stad op een bepaald moment in de tijd, onder andere onder invloed van het steeds meer loslaten van het planningsprincipe van ‘functiescheiding’. Bij welk jaartal hoort bijgevoegde infographic?
2015
Menging van wonen en werken (en andere functies) kan verschillende voordelen hebben. Welk van de antwoorden is NIET één van die voordelen?
In gemengde woon-werkmilieus is voldoende ruimte voor bedrijven om uit te breiden.
Vul het juist begrip in op de plaats van A. Bij <… A…> kijken we niet alleen naar koopkracht, maar ook naar behoeftebevrediging met andere schaarse middelen, zoals bijvoorbeeld de hoeveelheid vrije tijd.
Welvaart in ruime zin
De mainports Schiphol en de Rotterdamse haven hebben op verschillende manieren effect op de Nederlandse economie. Zo trekken ze bijvoorbeeld bedrijven aan die op hun beurt weer werkgelegenheid opleveren. Denk aan Europese hoofdkantoren en distributiecentra, toerisme en congressen, handel en verhandelbare diensten zijn sectoren die veel baat hebben bij luchtverbindingen. Hoe worden bovenstaande effecten genoemd?
Indirect voorwaartse effecten
Met welk doel is de bedrijveninvesteringszone BIZ in de gemeente Hengelo in het leven geroepen?
Om te stimuleren dat de ondernemers in samenwerking met de gemeente én in onderlinge samenwerking met eigen budgetten gaan werken aan het verbeteren van de binnenstad.
Hoe kijkt een economisch geograaf naar vraagstukken in de samenleving? Een economisch geograaf zal...
...proberen precies aan te geven waar bedrijven zich in de ruimte vestigen en waarom ze een voorkeur hebben voor die locatie.
Industrieterreinen kennen net als alle andere deelgebieden een levenscyclusverloop. In de colleges zij er daarvan diverse voorbeelden voorbij gekomen. Wat kun je met de meeste zekerheid zeggen als de levenscyclus van het bedrijventerrein in de 1e fase zit?
Stuwende bedrijvigheid groeit om diverse redenen.
Het lectoraat ontwikkeling werklocaties heeft van de werkwijze van HMO zes gidsprincipes afgeleid. Welke van de vier hieronder getoonde gidsprincipes hoort daar NIET bij?
Altijd taakgericht sturen op efficiëntie.
Een voorbeeld van een klassieke locatie theorie is het model van Weber dat is gericht op industrie. Hij gaat uit van vier zogenaamde Standaardfactoren. De Standaardfactor 'geldigheid' werkt hij uit met behulp van twee begrippen, welke twee begrippen zijn dat?
Algemene factoren en specifieke factoren
In onderstaande figuur staan vier groepen genoemd waarmee je in een gebiedsgericht proces te maken kunt krijgen. Wat is in essentie het verschil tussen een stakeholder en een actor?
Wettelijk gezien mogen alleen stakeholders formeel bezwaar indienen tegen gebiedsontwikkelingen die hun belang raken.
Waar gaat het in essentie om bij de institutionele benadering van een locatiekeuze.
Instituties zijn regels. Die regels zijn nodig om de onzekerheden waar actoren op de markt mee te maken krijgen weg te nemen.
Welk van de onderstaande uitspraken, gerelateerd aan diverse vormen van demografische krimp, klopt?
De afname van het aantal huishoudens heeft voor de woningmarkt een grotere impact dan de krimp van de beroepsbevolking.
In Twente wordt om de economie te stimuleren ingezet op de Triple Helix benadering. Wat is de meest waarheidsgetrouwe omschrijving van de werking van het Triple Helix model?
Een intensieve samenwerking tussen overheid, onderwijs en ondernemers binnen Twente om de innovatiekracht van de regio vanuit een gezamenlijk welbegrepen eigen belang te versterken.
Volgens transitiemakers zijn Bedrijventerreinen een belangrijke sleutel voor succesvolle transities. Welke van onderstaande argumenten hoort niet in het overzicht
60% is te bereiken via Openbaar Vervoer en fiets.