1/9
Flashcards over de hoge middeleeuwen in West-Europa (ca. 1000 - ca. 1250).
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Welke steden waren Atrecht en St.-Omer?
Welke twee steden die vandaag in Frankrijk liggen, behoorden in de hoge middeleeuwen tot het graafschap Vlaanderen?
Wat is de huidige provincie Luik (België) en Nederlands Limburg?
Wat is de huidige naam van het gebied dat toen het hertogdom Limburg was?
Wat is het graafschap Vlaanderen?
Welke regio behoorde niet tot het Duitse rijk, maar wel tot Frankrijk?
Wat is o.a. Vlaams laken, maar ook producten uit andere regio’s zoals Duitse wijn, Italiaanse specerijen en Spaans leer?
Welke producten kon een handelaar kopen als hij in Brugge aankwam?
Wat is Italië of Frankrijk?
Geef één regio waar een Brugse handelaar zijde kon kopen.
Wat is het ontstaan van de eerste echte steden en de organisatie van kooplui en ambachtslui in gildes?
Welke sociale veranderingen vonden plaats in West-Europa tijdens de hoge middeleeuwen?
Wie behoorden tot de clerus (zij die bidden), adel (zij die vechten) en de rest van het volk (zij die werken)?
Welke drie standen waren er in de middeleeuwse standenmaatschappij?
Wat zijn kloosterscholen, kathedraalscholen en universiteiten?
Wat zijn drie soorten scholen die ontstonden tijdens de hoge middeleeuwen?
Wat is de groei van economie en de toename van welvaart en de ontwikkeling van nederzettingen tot steden die handel dreven?
Wat waren de belangrijkste economische veranderingen tijdens de hoge middeleeuwen in West-Europa?
Wat is de opkomst van het feodale systeem en de bevordering van een standenmaatschappij door de adel en clerus?
Noem de belangrijkste sociale verandering die plaatsvond tijdens de hoge middeleeuwen in West-Europa