filosofie begrippen 2

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
full-widthCall with Kai
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/15

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

16 Terms

1
New cards

Maieutiek

  • de methode van Socrates waarbij hij zichzelf ziet als "vroedvrouw van de waarheid".
  • Door zijn methode van vraagstelling (de socratische methode) helpt hij mensen door een proces van afkeer van de zintuiglijke wereld, inkeer in zichzelf en bewustwording van de waarheid, in plaats van hen kennis van buitenaf bij te brengen.
2
New cards

Intelligibele werkelijkheid

  • een door filosofen geconstrueerde, onzichtbare en meer ware realiteit die volgens Plato reëler is dan de zintuiglijke werkelijkheid.
  • Het is de wereld van de zuivere ideeën, waaraan "het zijn" in de volle betekenis van het woord toekomt en waarheid door redenering kan worden bereikt, ontsluierd voor het "geestesoog".
3
New cards

Hylemorfisme

  • leer van Aristoteles die stelt dat zelfstandige dingen bestaan uit twee fundamentele componenten
4
New cards

Nicomachische ethiek

  • een belangrijk werk van Aristoteles, dat dient als een reflectie over de levenswijze die de mens tot zijn volkomenheid kan leiden.
  • Het bespreekt diverse mogelijkheden voor het hoogste goed, waaronder "het geluk" (eudaimonia), en is de basis geweest voor theorieën over rechtvaardigheid en deugdenleer.
5
New cards

Eudaimonia

  • vertaald als "geluk", is volgens Aristoteles het hoogste goed.
  • Het moet niet als louter genot of een aangenaam gevoel worden geïnterpreteerd, maar eerder als een vorm van activiteit, een praxis of levenswijze.
  • Het suggereert ook dat het slagen van het leven niet volledig zelf in de hand is, maar ook een "gift van de goden" is.
6
New cards

Oikonomia

  • volgens Aristoteles de "kunst (technè) van het goede gebruik van de rijkdom".
  • Dit staat tegenover de chrematistiek.
  • De oikonomia impliceert een waardering voor het uitgeven en gebruiken van rijkdom op een passende wijze (bijvoorbeeld via vrijgevigheid en prachtlievendheid), ondergeschikt aan de behoeften van de gemeenschap.
7
New cards

Chrematistiek

  • volgens Aristoteles de "kunst van de verwerving van rijkdom".
  • Aristoteles onderscheidde een "goede" chrematistiek, die ondergeschikt is aan de behoeften van de gemeenschap, van een "slechte" chrematistiek.
  • De slechte variant verwijst naar de tomeloze, onbegrensde accumulatie van abstracte tekens van rijkdom (geld), wat hij vreest als een bron van wanorde en een bedreiging voor de politieke orde, omdat het de logica van het geld boven alle andere waarden stelt.
8
New cards

Desantropomorfisme

  • een proces waarbij de wetenschap de werkelijkheid ontdoet van menselijke eigenschappen, perspectieven of interpretaties.
  • Dit betekent dat onderscheidingen die vanuit een subjectieve menselijke betrokkenheid belangrijk zijn (zoals goed/slecht, mooi/lelijk) geen rol spelen in de wetenschappelijke visie, omdat ze alleen vanuit het standpunt van de mens opgaan.
  • Dit draagt bij aan de "onttovering" van de werkelijkheid en neemt de mens zijn unieke, centrale positie in het universum af.
9
New cards

Utilitarisme

  • variant van het consequentialisme die de morele kwaliteit van handelingen evalueert op basis van de mate waarin ze "nut" (plezier en pijn) veroorzaken.
  • Het streeft naar het "grootste nut voor het grootste aantal" en beschouwt plezier en pijn als de belangrijkste meetbare factoren.
  • Het kenmerkt zich door een radicale onpartijdigheid, waarbij belangen van elk individu op gelijke wijze worden behandeld, ongeacht afstand of identiteit.
  • Het kan echter problematisch zijn met betrekking tot de verdeling van nut en de bescherming van individuele rechten.
10
New cards

Consequentialisme

  • een ethische theorie die stelt dat de morele kwaliteit van een handeling uitsluitend moet worden beoordeeld op basis van de gevolgen ervan.
  • Hoe beter de gevolgen, hoe moreler de handeling.
  • Het richt zich primair op de middelen om gestelde doelen zo goed mogelijk te realiseren, zonder dat er vooraf taboes of intrinsiek goede/slechte handelingen bestaan.
11
New cards

Deontologie

  • *plichtsethiek, is een ethische theorie die stelt dat er bepaalde morele plichten en rechten bestaan die mensen moeten respecteren, ongeacht de omstandigheden en gevolgen.
  • De morele kwaliteit van een handeling wordt bepaald door de handeling zelf en de intentie erachter.
  • Sommige handelingen zijn intrinsiek goed of fout, en er zijn absolute verboden en geboden die niet afgewogen kunnen worden tegen de gevolgen.
12
New cards

Maximin principe

  • beslissingsregel die volgens John Rawls mensen in de hypothetische "oorspronkelijke positie" (achter de sluier van onwetendheid) zouden volgen.
  • Dit principe houdt in dat men kiest voor de instituties die het beste resultaat opleveren (maximeren) voor de mensen die zich in de slechtst mogelijke positie bevinden (minimum).
  • De rechtvaardigheid van instituties wordt dus afgemeten aan hun impact op de minstbedeelden.
13
New cards

Adverse selection

  • treedt op wanneer er asymmetrische of te specifieke kennis over risico's bestaat, bijvoorbeeld op de verzekeringsmarkt.
  • Dit leidt ertoe dat verzekeraars risicovolle groepen hogere premies vragen of uitsluiten, waardoor alleen degenen met een hoog risico bereid zijn te betalen.
  • Hierdoor stijgen de premies en worden relatief gezonde mensen uit de markt gedreven, wat uiteindelijk kan leiden tot het verdwijnen van de markt voor die verzekering en vooral de meest kwetsbaren treft.
  • Verplichte verzekering is vaak een oplossing hiervoor.
14
New cards

Moral hazard

  • de vrees dat het afsluiten van een verzekering zal leiden tot onverantwoordelijk gedrag bij de verzekerden.
  • Mensen die verzekerd zijn, kunnen minder voorzichtig of voorzienig zijn, omdat een deel van de potentiële negatieve gevolgen van hun gedrag door de verzekering wordt opgevangen.
15
New cards

Ius in bello

  • verwijst naar de beperkingen die men zichzelf moet opleggen indien men oorlog voert, zelfs wanneer de oorlog als gerechtvaardigd wordt beschouwd.
  • Deze term heeft betrekking op de regels voor het voeren van oorlog.
16
New cards

Ius ad bellum

  • recht op economische sanct