DUITS examenidioom 5 havo hoofdstuk 6,7,8,9,10

0.0(0)
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/199

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

German

11th

200 Terms

1
New cards
streicheln
aaien
2
New cards
das Verschwinden
het verdwijnen
3
New cards
die Gattung
de familie, de soort
4
New cards
die Gestalt
de figuur, de persoon
5
New cards
das Gerippe
het skelet, het geraamte
6
New cards
das Genick
de nek
7
New cards
das Gewebe
het weefsel
8
New cards
die Miene
de gelaatsuitdrukking
9
New cards
der Duft
de geur
10
New cards
wuchtig
hard, krachtig
11
New cards
der Zweig
de tak
12
New cards
üppig
weelderig
13
New cards
geschmeidig
soepel
14
New cards
wuschelig
flink gekruld
15
New cards
der Weizen
de tarwe
16
New cards
das Muster
het patroon
17
New cards
entstellen
verminken
18
New cards
die Tatze
de poot, de klauw
19
New cards
die Kralle
de klauw
20
New cards
der Schädling
het schadelijke dier, het insect
21
New cards
die Küchenschabe
de kakkerlak
22
New cards
die Nutzfläche
het bruikbare gebied
23
New cards
die Zecke
de teek
24
New cards
der Schmetterling
de vlinder
25
New cards
die Ameise
de mier
26
New cards
der Strauß
het boeket
27
New cards
sich räuspern
zijn/haar keel schrapen, kuchen
28
New cards
schweifen
zwerven, dwalen
29
New cards
der Rückschlag
de tegenslag
30
New cards
kreisen
cirkelen
31
New cards
zeugen
verwekken
32
New cards
der Wilderer
de stroper
33
New cards
das Elfenbein
het ivoor
34
New cards
die Herde
de kudde
35
New cards
der Entzug
het afkicken
36
New cards
das Gelände
het terrein
37
New cards
das Gehege
het verblijf, het omheinde gebied
38
New cards
die Hecke
de heg
39
New cards
die freie Wildbahn
de vrije natuur
40
New cards
artgerecht
zo natuurlijk mogelijk
41
New cards
der Zoll
de douane
42
New cards
die Unterkunft
de accommodatie
43
New cards
befördern
vervoeren
44
New cards
der Gebrauchtwagen
de tweedehandsauto
45
New cards
beabsichtigen
van plan zijn
46
New cards
das Lastkraftfahrzeug
de vrachtauto
47
New cards
die Geschwindigkeit
de snelheid
48
New cards
gefährden
in gevaar brengen
49
New cards
der Zusammenstoß
de botsing
50
New cards
beschleuningen
versnellen
51
New cards
das Knöllchen
de bekeuring
52
New cards
die Maut
de tol
53
New cards
die Auskunft
de informatie
54
New cards
die Strecke
het traject, de afstand
55
New cards
zurücklegen
afleggen
56
New cards
die Panne
de autopech, het pechgeval
57
New cards
prallen
klappen, botsen
58
New cards
der Notruf
de noodoproep, 112-telefoontje
59
New cards
die Besatzung
de bemanning
60
New cards
die Baustelle
de wegwerkzaamheden
61
New cards
die Straßensperre
de wegversperring
62
New cards
der Engpass
het knelpunt
63
New cards
abstürzen
neerstorten
64
New cards
der Hubschrauber
de helikopter
65
New cards
der Fernzug
de internationale trein
66
New cards
der Fahrplan
de dienstregeling
67
New cards
der Bürgersteig
de stoep
68
New cards
die Schiene
het spoor, de rail
69
New cards
die Schranke
de slagboom, de spoorboom
70
New cards
der Schalter
het loket
71
New cards
der Lokführer
de machinist
72
New cards
der Schaffner
de conducteur
73
New cards
Pauschal
all-inclusive, volledig verzorgd
74
New cards
der Reiseveranstalter
de reisorganisatie
75
New cards
antreten
beginnen (aan)
76
New cards
verbringen
doorbrengen
77
New cards
sich auskennen
de weg weten
78
New cards
der Gipfel
de top
79
New cards
der Schnappschuss
het kiekje
80
New cards
die Sehenswürdigkeit
de bezienswaardigheid
81
New cards
gründen
oprichten
82
New cards
vorhanden sein
beschikbaar zijn
83
New cards
die Tätigkeit
de bezigheid
84
New cards
der Vorsatz
het voornemen
85
New cards
angreifen
aanvallen
86
New cards
beseitigen
opruimen, uit de weg ruimen
87
New cards
veranstalten
organiseren
88
New cards
veranlassen
ervoor zorgen
89
New cards
taugen
geschikt zijn
90
New cards
anordnen
voorschrijven, opdragen
91
New cards
Maßnahmen ergreifen
maatregelen nemen
92
New cards
Abhilfe schaffen
uitkomst bieden
93
New cards
erledigen
afhandelen
94
New cards
ausstatten
uitrusten
95
New cards
schrumpfen
krimpen
96
New cards
einräumen
geven, verlenen
97
New cards
aufhalsen
opschepen met
98
New cards
unterschwellig
verborgen
99
New cards
beeinträchtigen
schaden
100
New cards
verabreichen
geven, toedienen