Biomedische Wetenschappen - Neuroanatomie en -fysiologie van taal, spraak en gehoor (H11)

0.0(0)
studied byStudied by 4 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/53

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

54 Terms

1
New cards

Welke corticale gebieden zijn betrokken bij spraak en taal?

  • Precentrale gyrus (primair motorische cortex) → 4

  • Somatosensorische cortex (post centralis) → 3, 1 & 2

  • Premotorisch gebied → 6

  • Gebied van Broca → 44 & 45

  • Primaire auditieve cortex → 41 & 42

  • Gebied van Wernicke → 22

  • Gyrus angularis, associatieve cortex → 39

  • Gyrus supramarginalis, associatieve cortex → 40

  • Primair visuele cortex → 17

  • Associatieve cisuele cortex → 18 & 19

2
New cards

Wat is de grootste zenuwbundel vanuit area 22?

Fasciculus arcuatus = lange associatiebaan die vertrekt van de temporaalkwab, en eindigt in de frontaalkwab in area 44 (Broca)

3
New cards

Wat is de functie multimodale associatiegebieden?

Integreren het gehoorde, geziene en gevoelde

(Ontvangen sensorische informatie van verschillende sensorische corticale gebieden)

4
New cards

Welke multimodale associatiegebieden zijn er?

Area 39 en 40

5
New cards

Hoe verloopt de baan bij het herhalen van een woord?

  • Gehoorsinformatie komt via de gehoorsbanen aan in de primaire auditieve cortex (41 & 42) → Verbinding met auditieve associatieschors, gebied van Wernicke (geluiden worden hier woorden)

  • Gebied van Wernicke stuurt informatie naar de area van Broca (44) via fasciuculus arcuatus

  • Gebied van Broca genereerd het motorisch patroon om het woord te vormen. Stuurt informatie door naar het deel van de primair motorische schors dat instaat voor articulatie en fonatie

  • Deel van primair motorische schors dat instaat voor articulatie en fonatie stuurt banen naar de hersenstam waar bevelen worden gegeven aan motorische neuronen van craniale zenuwen

6
New cards

Hoe verloopt de baan die betrokken is bij het benoemen van een voorwerp?

  • Visuele informatie bereikt de primair visuele cortex (17) via de gezichtsbanen

  • Lichtprikkels worden geïntegreerd tot vormen in de visuele associatieschors (18 & 19)

  • Gyrus angularis (39) is betrokken bij het herkennen van het voorwerp

  • Gebied van Wernicke (22) levert het bijpassend woord

  • Gebied van Wernicke stuurt informatie naar het gebied van Broca (44) via fascicularis arcuates.

  • Gebied van Broca levert het motorisch patroon om het woord na te zeggen

  • Gebied van Broca stuurt informatie naar de zone van de primaire motorische schors en de promotorische schors die instaan voor articulatie en fonatie

  • Deze zones sturen banen naar de hersenstam waar bevelen worden gegeven aan motorische neuronen van craniale zenuwen

7
New cards

Waarvoor zijn de prefrontale gebieden belangrijk?

Bij het genereren van het idee, de vloeiendheid van de taal, taal in een sociale context zetten etc

8
New cards

Bij wat is de rechterhersenhelft ook belangrijk?

Bij het normaal communicatief functioneren van de mens

9
New cards

Naar wat verwijst taalinhoud?

Naar de ideeën over objecten en gebeurtenissen in de wereld die gecodeerd worden via taal

10
New cards

Naar wat verwijst taalgebruik?

Naar de context waarin taal gebruikt wordt en de functies waarvoor taal wordt gebruikt

11
New cards

Wat is de functie van het cerebellum?

  • Belangrijke rol in de motoriek van de spraak

  • Rol bij cognitie en taal

12
New cards

Welke verbindingen heeft het cerebellum?

Veel gekruiste verbindingen

13
New cards

Wat is het gevolg van de gekruiste verbindingen in het cerebellum?

Het rechter cerebellum projecteerd zijn verbindingsvezels naar de linkerfrontaalkwab en omgekeerd

14
New cards

Welke problemen kun je waarnemen bij een rechter letsel ivb het cerebellum?

  • (Fonologische) verbale vlotheid en woordvinding

  • Stoornissen in grammatica

  • Wekgeheugen en taaldynamiek

15
New cards

Welke problemen kunnen een letsel aan de linker kant aan de basale ganglia en thalamus geven?

  • Problemen in de taal

  • Verminderde spreekinitiatie

  • Allerhande taalfouten

16
New cards

Welke 5 niveaus zijn volgens neurologisch standpunt belangrijk in functie van het spreken?

  • De cortex

  • De subcorticale nuclei van de grote hersenen

  • De hersenstam

  • Het cerebellum

  • Het ruggenmerg

17
New cards

In welke 3 grote subsystemen kan het motorische integratiesysteem via het klinisch standpunt worden ingedeeld?

  • Het piramidaal systeem

  • Het extrapiramidaal systeem

  • Het cerebellair systeem

18
New cards

Hoe komt spreken tot stand?

  • Idee wordt gevormd in het begripscentrum

  • Idee wordt omgezet in taalsymbolen in het motorisch centrum

  • Programmatie van de juiste spierbewegingen die nodig zijn voor het willekeurig articuleren van fonemen in het primair motorisch centrum van de spraak

  • 3 banen vertrekken hieruit naar de kernen van de craniale zenuwen in de hersenstam

  • Pyramidale banen lopen rechtstreeks naar deze kernen

  • De extrapiramidale banen lopen onrechtstreeks naar de kernen via de basale ganglia

    • Basale ganglia → algemene bevelen afkomstig van de cortex omzetten naar opeenvolgende concrete taken

  • Cerebellaire banen lopen onrechtreeks naar de kernen via het cerebellum

    • Cerebellum → regeling van kracht, timing, omvang, snelheid en richting van de bewegingen

19
New cards

Wat regelt de ademhaling?

Ademhalingscentrum → gelegen in het verlengde merg

Bevat inspiratorische en expiratorische werkzame neuronen die alternerend werken zodat in- en uitademing elkaar seteds afwisselen

20
New cards

Hoe werkt het ademhalingscentra?

  • CO2-gehalte in bloed

  • Chemoreceptoren reageren op de chemische samenstelling van het bloed en stimuleren het ademhalingscentrum via de nervus cagus en de nervus glossopharyngeus

  • Rekreceptoren in de longen

21
New cards

Wat bezenuwt de nervus phrenicus (c3, c4, c5)

Diafragma

22
New cards

Wat bezenuwt de thoracale ruggenmergzenuwen (T2- T12)

musculi intercostales externi

23
New cards

Wat bezenuwt C2, C3

Musculi scaleni

24
New cards

Wat bezenuwt T6 - T12

  • Musculus obliquue externus abdominis

  • Musculus obliquues internus abdominis

  • Musculus transversus abdominis

  • Musculus rectus abdominis

25
New cards

Wat bezenuwt T2-T12

Musculi intercostales interni

26
New cards

Wat is verantwoordelijk voor de mimische bewegingen van het gelaat?

De nervus facialis

27
New cards

Door wat worden de intrinsieke en extrinsieke tongspieren geïnnerveerd?

Door de nervus hyppoglossus

28
New cards

Door wat wordt de musculus palatoglossus bezenuwd?

Door de nervus vagus

29
New cards

Wat zorgt er voor de sensibele bezenuwing van de tongspieren

  • nervus facialis

  • nervus glossopharyngeus

  • nervus vagus

30
New cards

Door wat worden de 4 kauwspieren bezenuwd?

  • Nervus mandibularis

    • = Derde tak van de nervus trigeminus

31
New cards

Door wat worden de spieren van het zachte verhemelte bezenuwd

Door de nervus mandibularis

32
New cards

Door wat wordt de musculus uvulae bezenuwd?

Nervus vagus

33
New cards

Door wat worden de keelheffers bezenuwd?

Door takken van de nervus vagus

34
New cards

Door wat worden de keelafsnoerders bezenuwd?

Door de nervus glossopharyngeus en de nervus vagus

35
New cards

Wat bezenuwd het slijmvlies van de keelholte, het verhemeltebogen, de uitmonding van de buis van Eustachius en het zachte verhemelte?

Nervus glossopharyngeus

36
New cards

Wat bezenuwd de extrinsieke larynxspieren

  • Nervus trigeminus

  • Nervus facialis

  • Nervus hyppoglossus

37
New cards

Wat bezenuwd de intrinsieke larynxspieren?

  • Nervus vagus

    • Nervus pharyngealis

    • Nervus laryngeus superior

    • Nervus laryngeus recurrens

38
New cards

Wat innerveert de nervus pharyngealis?

  • Sensibele innervatie van het slijmvlies van de luchtpijn, slokdarm en de epiglottis

  • Motorische innervatie van de spieren van het zachte verhemelte en van de keel

39
New cards

Wat innerveert de nervus laryngeus superior?

Splitst zich in 2 takken ter hoogte van het tongbeen

  • Ramus externus → motorische innervatie van de musculus cricothyroideus

  • Ramus internus → sensibele innervatie van het slijmvlies van de larynx boven de ware stembanden

40
New cards

Hoe verloopt de nervus laryngeus recurrens?

  • Splitst zich af in de thorax nadat nervus vagus links over de aorta en rechts over de arteria subclavia is gegaan

  • Loopt links om de aorta heen en rechts om de arteria subclavia en loopt aan de achterkant hiervan weer omhoog

  • Loopt naar de larynx tussen de trachea en de oesophagus waaraan hij rami trachealis en rami oesophagei afgeeft

  • Eindtak = nervus laryngeus inferior

41
New cards

Wat innerveert de nervus laryngeus recurrens?

  • Motorische innervatie van alle intrinsieke larynxspieren

  • Sensibele innervatie van het slijmvlies van de larynx onder de ware stembanden

42
New cards

Hoe worden het perifeer gehoororgaan en de hersenschors verbonden?

Door de centraal auditieve banen die onderverdeeld worden in afferente en efferente banen

43
New cards

Hoe kunnen auditieve prikkels worden geïnterpreteerd?

De afferente auditieve banen geven de omgezette auditieve prikkels door aan de hersenen → verwerkt en geïnterpreteerd

44
New cards

Welke haarcellen voorzien 95% van de afferente informatie?

Inwendige haarcellen

45
New cards

Waar gaan de prikkels van de inwendige haarcellen naartoe?

  • Inwendige haarcel stuurt prikkels door naar 10-18 zenuwcellen

  • Zenuwvezels lopen doorheen lamina spiralis en de cellichamen verzamelen in de ganglia spirale in lamina spiralis en modiolus

46
New cards

Hoe verloopt de auditieve zenuwbaan?

  • 1ste neuronen

    • Ganglion spirale → nucleus cochlearis posterior (dorsalis) & nucleus cochlearis anterior (ventralis)

  • 2de neuronen

    • Nuclei cochlearis ventralis → ipsi- of contralaterale oliviacomplex

      • Informatie stroomt van linker- en rechteroor samen => inaurale vergelijking gemaakt

    • Nucleai cochlearis dorsalis → contralaterale lemniscus laterale

  • 3de neuronen

    • Oliviacomplex → lemniscus laterale en/of colliculus inferior

    • Lemniscus laterale → colliculus inferior

  • 3de of 4de neuronen

    • Colliculus inferior → corpus geniculatem mediale (thv thalamus)

  • 4de of 5de neuronen

    • Corpus geniculatem mediale → cortex

<ul><li><p>1ste neuronen</p><ul><li><p>Ganglion spirale → nucleus cochlearis posterior (dorsalis) &amp; nucleus cochlearis anterior (ventralis)</p></li></ul></li><li><p>2de neuronen</p><ul><li><p>Nuclei cochlearis ventralis → ipsi- of contralaterale oliviacomplex</p><ul><li><p>Informatie stroomt van linker- en rechteroor samen =&gt; inaurale vergelijking gemaakt</p></li></ul></li><li><p>Nucleai cochlearis dorsalis → contralaterale lemniscus laterale</p></li></ul></li><li><p>3de neuronen</p><ul><li><p>Oliviacomplex → lemniscus laterale en/of colliculus inferior</p></li><li><p>Lemniscus laterale → colliculus inferior</p></li></ul></li><li><p>3de of 4de neuronen</p><ul><li><p>Colliculus inferior → corpus geniculatem mediale (thv thalamus)</p></li></ul></li><li><p>4de of 5de neuronen</p><ul><li><p>Corpus geniculatem mediale → cortex</p></li></ul></li></ul><p></p>
47
New cards

Door wat wordt de efferente auditieve banen gevormd?

Olivocochleaire bundel

48
New cards

Wat innerveren de vezels van de olivocochleaire bundel?

Uitwendige haarcellen

49
New cards

Waar worden de frequentie-analyse en analyse van het stimulusniveau verdergezet die starten in de cochlea?

In de centraal auditieve banen en in de auditieve cortex

50
New cards

Welke verdere verwerking van geluid gebeurt er in de centraal auditieve banen en in de auditieve cortex?

Fusie van en vergelijking tussen input van het linker en rechter oor

Kan alleen maar op centraal niveau

51
New cards

Wat levert de fusie & vergelijking van input tussen het linker en rechter oor op?

  • Binaurale sommatie

  • Mogelijkheid om geluiden te lokaliseren

  • Beter spraakverstaan in ruis

52
New cards

Wat is binaurale sommatie?

Geluiden worden luider waargenomen wanneer binauraal geluisterd wordt

53
New cards

Hoe kunnen we geluiden lokaliseren?

Auditieve prikkels zullen met een beperkte verschillen in tijd (fase) en intensiteit aankomen in het linker en rechter oor

  • Op basis van die verschillen is lokalisatie mogelijk

  • Voor lage frequenties gelden tijds- (en fase-) verschillen

  • Voor hoge frequenties gelden de intensiteitsverschillen

54
New cards

Hoe kunnen we beter spraak verstaan in ruis?

  • Storende geluiden hebben meestal andere akoestische eigenschappen en bewinden zich meestal elders dan de geluidsbron waar op gefocust moet worden

  • Het detecteren van deze verschillen, laat het auditief systeem toe om bepaalde input te onderdrukken en te focussen op het meest belangrijke signaal