Hoofdstuk 3 woordenlijst

bestaan uit

to consist of

doorkomen

to come through

zeggen tegen

to say to

schrikken van

to be shocked by

reken op

to count on

opstaan

to get up, to stand up

op die manier

in that way

in dat geval

in that case

zijn bezig met

to be busy (with)

zorg dat

make sure that

de boosheid

anger

gefrustreerd

frustrated

vrolijk / blij

happy

gelukkig

happy / fortunate / lucky

langzaam

slow

tevreden zijn over

to be satisfied with

verdrietig

sad

sip

glum / sad

bang

scared

angstig

anxious / scared

de koele kikker

frigid frog / cold blooded / emotionless

nerveus

nervous

zenuwachtig

nervous (z)

de toekomst

future

gewoon

ordinary

de hoogtevrees

fear of heights / vertigo

verveeld

bored

de spin

spider

beïnvloeden

to influence

koppen dicht

to shut up (rude)

hoe... hoe

the + comparative the + comparative

hoe dan ook

no matter what

nou en?

So what? (rude)

achter de rug

it's over / in the past

met vallen en opstaan

by trial and error

dat heeft geen zin

that makes no sense / there's no point

een olifantenhuid hebben

to be thick-skinned

zeikerd

whiner

de zeurkous / zeurpiet

a nag / whinger

de stiltecoupé

quiet carriage

vanzelfsprekend

obvious

kweken

to grow

de roddelar

gossiper

pendelen

to commute

roddelen over

to gossip about

kletsen / babbelen

to chat

bijkletsen

to catch up

nuttig

useful

op en neer

up and down / back and forth

genoeg

plenty / enough

al snel merkte ik

I soon noticed

kort gezegd

in short / briefly

de eenling

loner / individual

ontzettend

awfully, very

de arbeidsconflicten

work disputes

rustig

quiet

de boodschap

message / errand / purchases

de mobiele telefoon op de ruststand staat

the mobile phone is on silent

helaas

unfortunately

eerder uitzondering dan regel

exception rather than the rule

opvallen

to stand out

het lawaai

noise

de zakenmensen

businesspeople

de ambtenaar

civil servant

algemeen

in general

verder

furthermore

de slaperigheid

sleepiness

de avondspits

evening rush hour

boos zijn op

to be angry with (person)

boos zijn over iets

to be angry about something

zich ergeren aan

to be annoyed with

ik heb me geërgerd

I was irritated

besmettelijk

contagious

eenmaal

once

onbewust

unconscious / unaware

fluisteren

to whisper

de ergernis

annoyance

verdwijnen

to disappear

inmiddels

by now

de verbazing

astonishment

ontwikkelen

to develop

de beweging

action

behoorlijk

quite

wees

be (imperative of zijn)

hardop zuchten

heavy sighs

negen van de tien keer

nine out of ten times

de opmerking

remark

de boosdoener

culprit

alsof

as if

hou je mond!

shut up!

beleefd

polite

de beleefdheid

politeness

de sleutel

key

de medepassagier

fellow passenger

terugverwachten

to expect back

verrassend

surprising

buigen

to bow / lean over

ergens

somewhere

schrikken

to be startled

rekenen op

to count on