1/42
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Trommsdorf effect
Bij radicalaire polymerisatie
polymerisatie: viscositeit neemt toe —> remt beweging van groeiende ketens + remt terminatie
moleculen blijven langer groeien —> toename polymerisatiesnelheid + toename molecuulmassa
conversion = vorderingsgraad
Bij radicalaire polymerisatie: Hoeveel keer neemt de reactiesnelheid toe bij een stijging van 10°C
2 a 3 keer
ATRP
= Atom Transfer Radical Polymerisation
= gekatalyseerde reversibele binding van covalente binding in slapende species via redox proces
atoomtransfer tussen groeiende ketens en katalytisch systeem
Transitiemetaal oxideren
foto zie cursus pg 69
RAFT
= Reversible Addition Fragmentation Chain Transfer
= thermodynamische neutrale uitwisselingsproces tussen groeiende radicalen aanwezig in lage conc en slapende species
additie-fragmentatie chemie
foto zie cursus pg 69
ATRA / Karasch
= Atom Transfer Radical Addition
= Kharasch
transitiemetaal gekatalyseerde additie
foto zie cursus pg 69
Thermische homolytische splitsing / nitroxide gestuurde polymerisatie
Thermische homolytische splitsing van een zwakke binding in een covalent species dat een groeiend radicaal en een minder reactief radicaal oplevert
Foto zie cursus pg 68
ATRP voorwaarden
1) Initiator vroeg gebruiken in reactie —> DP wordt enkel bepaald door p van monomeer
2) Monoadditie: aantal monomeren die adderen per stap moeten klein zijn —> lage polydispersiteit
3) Contributie van ketentransfer en terminatie moet minimaal zijn —> polymeren met hoge eindgroepfunctionaliteit
ATRP (factoren die het proces bepalen)
Monomeer
Evenwicht tussen actief en slapend species: Keq = ka/kd
ka < kd: geen of trage polymerisatie
ka > kd:
homolytische splitsing: hoge concentratie aan vrije radicalen —> terminatie
Reversibele splitsing: ophoping M(n+1)X —> verschuiving naar slapend species
Initiator met transfereerbaar halogeen
bepaalt aantal groeiende polymeerketens
snelle en selectieve migratie van het halogeen tussen propagerend species en transitiemetaalcomplex
stabiliserend substituent moet zich op alfa-C atoom bevinden of een zwakke binding met heteroatomen bezitten
Transitiemetaalkatalysator
= transitiemetaal omringd door liganden
lage oxidatietoestand moet stabieler zijn dan hoge, anders vooral slapend species activeren
lage concentratie radicalen + hoge concentratie slapende ketens —> minimaliseren terminatie
Andere factoren
Temperatuur stijgt —> meer ketentransfer, meer degradatie
Langere tijd —> meer conversie
ATRP (radicalair karakter)
werkt niet met radicaal inhibitoren
trager in aanwezigheid van zuurstof
EPR (= elektron spin resonantie) analyses geven bestaan van radicalen
ATRP (voordelen)
eenvoudige verwijdering van halogenen
grote variatie in reactiecondities
mogelijkheid tot aanpassing via selectieve katalyse
Living polymer
Bij ionaire polymerisatie
reactie stopt als monomeren op zijn, maar als er opnieuw monomeer aan wordt toegevoegd, loopt reactie verder
syndiotactisch polymeer
= polymeer waarbij de zijgroepen afwisselend naar voor gericht en naar achter gericht staan langs de polymeerketen
isotactisch polymeer
= polymeer waarbij de zijgroepen allemaal langs achter of allemaal langs voor gericht staan op de polymeerketen
ROMP
behoort tot coördinatiepolymerisatie
= Ring Opening Metathesis Reaction
hoge MW polymeren bekomen
katalysatoren: Schrock (Ru), Grubbs (Mo)
Drijfkracht = ringspanning
ADMET
= Acyclic Diene Metathesis polymerisation
hogere MW krijgen via afsplitsing van etheen
Blokcopolymeren
Reeks A-monomeren afwisselend met reeks B-monomeren
Entcopolymeren
hoofdketen met 1 type monomeer en zijketens met ander type monomeer
Polyxameer
niet-ionische oppervlakte-actieve polymeren
ethyleenoxide- propyleenoxide- ethyleenoxide
vormen samen een amfifiel polymeer
bij bedrijf BASF heten dit pluronics
Flory temperatuur / theta temperatuur
de laagste temperatuur bij
een bepaald polymeer
een bepaald solvent
polymeer staat op punt om uit de oplossing te komen en te precipiteren
alfa = 1 = sqrt(r² / r02)
verhouding van gewone straal en straal van VDW-krachten
cohesieve energiedichtheid
maat voor de sterkte van intermoleculaire krachten in een polymeer
hoeveel energie er nodig is om moleculen van polymeer van elkaar te scheiden
indien deze te klein is kan een polymeer terug ontmengen
osmometrische druk
manier om polymerisatiegraad te achterhalen
pi = RTC/(Mn)
meten via semi-permeabel membraan
oplosmiddel gaat erdoor
polymeer blijft hangen
MALDI-TOF
behoort tot massaspectrometrie (manier om DP te achterhalen)
= Matrix Assisted Laser Desorption Ionisation Mass Spectroscopy
polymeer inbedden in matrix en matrix kan veel E opnemen uit laserstraal —> energie naar polymeer overbrengen —> polymeer vaporiseert + ioniseert —> massaspectrometer kan baan achterhalen
Normale weekmakers
Nog toe te voegen aan polymeer
Vertakkingen tussen keten voegen —> verlagen van Tg tot onder Tkamer
= “Plasticizers”
van glastoestand omzetten naar rubbertoestand
bv. ftaalesters
Interne weekmakers
weekmaker is al in polymeer aanwezig
bv. polyvinylbutyral
Spuitgieten
gesmolten materiaal in matrijs gieten —> afkoelen en uitharden
Persen
Een matrijs wordt gevuld met (soms koud) polymeer en toegeduwd (hoge druk) —> vorm aannemen
Extrusie
materiaal (vaak verwarmd) door matrijs persen met vaste doorsnede
continu vormen van buizen, staven, platen, draden, eventueel navorming van buizen tot folies, van draden tot vezels, van buizen tot flessen, van platen tot dozen …
Relaxatie
opwarmen polymeer —> interne spanningen versoepelen —> moleculen schikken zich naar toestand met laagste energie —> kruip of krimp
Anisotropie
Slechte vormstabiliteit door te snelle afkoeling na vormgeving
soms gewenst: vezels, folies … —> door uitrekken een grotere sterkte
hoe folie vorm geven?
1) uitrekken tijdens afkoeling —> polymeerketens richten zich tov de kracht
2) kort opwarmen —> folie krijgt E om terug naar oorspronkelijke toestand te gaan
compressie zone in extruder
p ↑ via as verbreden of dichtere schroefbladen
venting zone in extruder
waar materiaal gesmolten is —> druk laten wegvallen —> zuurstofbellen worden weggeduwd
RIM
= Reaction Injection Moulding
polymerisatie gebeurt in de matrijs
voordeel: viscositeit bij inbrengen is veel lager
bv. PU-schuimen, nylon-6
Reticuleren
Schuim in de oven steken en H2 en O2 bij doen —> gecontroleerd laten ontploffen —> alle belletjes scheuren
Young’s modulus
= Elasticiteitsmodulus
= initiële helling door spanning/rek
geeft aan hoe moeilijk/ makkelijk materiaal vervormt
vezels = hoog, elastomeren = laag
composieten
een thermoset (compressiesterkte + taaiheid), versterkt met vezels (treksterkte)
agglomeratie
tijdens recyclage
polymeer warmt lokaal op door wrijving—> polymeer verslapt —> deeltjes klonteren samen tot grote aggregaten
Backfolding
vindt plaats bij dendrimeren als ze in een slecht solvent zitten
Functionele groepen ↑ exponentiëel + Diameter ↑ lineair —> overbezetting functionele groepen —> als solvent hier geen gebruik van maakt vouwen functionele groepen zich terug naar intern
VERBUNT (BASF)
= evenwicht tussen endotherme en exotherme reacties
MDO (Amcor)
= mono-directional orientation
Stappen
verhitten
stretchen (v2> v1): ene koelrol draait sneller dan andere
gloeien
koelen
Pyrolyse (Amcor)
behoort tot chemische recyclage
verhitten in een inerte atmosfeer
polymeer terug afbreken tot bouwstenen
Ziegler Natta katalyse
vorming olefinen
4-ring —> 6-ring —> 4-ring
Typisch TiCl4 en (Et)3Al
Eigenschappen
Controle over stereochemie (syndiotactisch, atactisch, isotactisch)
hoge activiteit en stereoselectiviteit
TEMPO
Gebruiken bij homolytische splitsing —> controle DP