1/24
Flashcards based on Juridische argumentatieleer begrippenlijst 2024-2025.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Als-het-ware-verbanden (metaforen)
Een concrete entiteit uit een conceptueel domein (brondomein) gebruiken om abstractere entiteit uit een andere conceptueel domein (doeldomein) beter te begrijpen.
Mappings
Systematische set van conceptuele gelijkenissen tussen elementen van het brondomeinen elementen van het doeldomein.
Metonymie
Gaat over entiteiten in hetzelfde ‘conceptuele domein’ → doel: shortcut om zaken te begrijpen. Sneller iets kunnen zeggen.
Metafoor
Een concrete entiteit uit een conceptueel domein (brondomein) gebruiken om een abstractere entiteit uit een andere conceptueel domein (doeldomein) beter te begrijpen. Gaat over entiteiten in een ander conceptueel domein. → doel: begrip krijgen door abstract concept te vergelijken met begrijpbaar concept. Hetgeen duidelijk maken.
Voorwaardelijke uitspraak (‘als-dan’)
Uitspraak die bestaat uit twee delen. Het ene deel geeft een voorwaarde aan; het tweede deel geeft een gevolg aan dat afhangt van de voorwaarde in het eerste deel.
Antecedens
Komt als eerste in de uitspraak
Consequens
Komt als tweede in de uitspraak
Inferentieel verband
Gevolgtrekking, bevestiging van premisse
Conditioneel verband
Voorwaardelijke uitspraak blijft abstract en bevat geen duidelijkheid.
Premisse
Stelling die in een redenering gebruikt wordt om conclusie te rechtvaardigen
Propositie
Abstracte uitspraak die waar of onwaar kan zijn.
Noodzakelijke voorwaarde
Indien deze niet vervuld is, kan gevolg ook niet intreden.
Voldoende voorwaarde
Indien deze vervuld is, dan treedt het gevolg sowieso in werking.
Deductieve redenering
Redenering waarbij de conclusie onomstotelijk volgt uit de premissen
Inconsistentie
Onmogelijk dat proposities tegelijk waar zijn
Consistentie
Mogelijkheid dat proposities tegelijk waar zijn
Coherentie
Geeft aan dat een aantal proposities elkaars geloofwaardigheid ondersteunen
Logica
Normatieve studie van geldig deductief redeneren
Extern perspectief
Je plaatst je buiten het systeem en neemt het standpunt van een buitenstaander in. De regels van het systeem gelden niet meer voor jou.
Intern perspectief
Je kijkt naar het systeem terwijl je er in zit, je zoekt een oplossing binnen het systeem zelf.
Propositielogica
Verband tussen proposities (abstracte uitspraak die waar of onwaar kan zijn)
Modale logica
Redeneren met modaliteiten. Geeft aan of propositie bevestigt of ontkent dat haar inhoud mogelijk, onmogelijk, voorwaardelijk of noodzakelijk is.
Contradictorische uitspraken (= contradictoir)
Kunnen onmogelijk tegelijk waar en tegelijk onwaar zijn
Contraire uitspraken
Kunnen onmogelijk allebei waar zijn, maar mogelijk wel allebei onwaar
Subcontraire uitspraken
Kunnen mogelijk allebei waar zijn, maar onmogelijk allebei onwaar