Juridische argumentatieleer - begrippenlijst 2024-2025

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/24

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards based on Juridische argumentatieleer begrippenlijst 2024-2025.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

25 Terms

1
New cards

Als-het-ware-verbanden (metaforen)

Een concrete entiteit uit een conceptueel domein (brondomein) gebruiken om abstractere entiteit uit een andere conceptueel domein (doeldomein) beter te begrijpen.

2
New cards

Mappings

Systematische set van conceptuele gelijkenissen tussen elementen van het brondomeinen elementen van het doeldomein.

3
New cards

Metonymie

Gaat over entiteiten in hetzelfde ‘conceptuele domein’ → doel: shortcut om zaken te begrijpen. Sneller iets kunnen zeggen.

4
New cards

Metafoor

Een concrete entiteit uit een conceptueel domein (brondomein) gebruiken om een abstractere entiteit uit een andere conceptueel domein (doeldomein) beter te begrijpen. Gaat over entiteiten in een ander conceptueel domein. → doel: begrip krijgen door abstract concept te vergelijken met begrijpbaar concept. Hetgeen duidelijk maken.

5
New cards

Voorwaardelijke uitspraak (‘als-dan’)

Uitspraak die bestaat uit twee delen. Het ene deel geeft een voorwaarde aan; het tweede deel geeft een gevolg aan dat afhangt van de voorwaarde in het eerste deel.

6
New cards

Antecedens

Komt als eerste in de uitspraak

7
New cards

Consequens

Komt als tweede in de uitspraak

8
New cards

Inferentieel verband

Gevolgtrekking, bevestiging van premisse

9
New cards

Conditioneel verband

Voorwaardelijke uitspraak blijft abstract en bevat geen duidelijkheid.

10
New cards

Premisse

Stelling die in een redenering gebruikt wordt om conclusie te rechtvaardigen

11
New cards

Propositie

Abstracte uitspraak die waar of onwaar kan zijn.

12
New cards

Noodzakelijke voorwaarde

Indien deze niet vervuld is, kan gevolg ook niet intreden.

13
New cards

Voldoende voorwaarde

Indien deze vervuld is, dan treedt het gevolg sowieso in werking.

14
New cards

Deductieve redenering

Redenering waarbij de conclusie onomstotelijk volgt uit de premissen

15
New cards

Inconsistentie

Onmogelijk dat proposities tegelijk waar zijn

16
New cards

Consistentie

Mogelijkheid dat proposities tegelijk waar zijn

17
New cards

Coherentie

Geeft aan dat een aantal proposities elkaars geloofwaardigheid ondersteunen

18
New cards

Logica

Normatieve studie van geldig deductief redeneren

19
New cards

Extern perspectief

Je plaatst je buiten het systeem en neemt het standpunt van een buitenstaander in. De regels van het systeem gelden niet meer voor jou.

20
New cards

Intern perspectief

Je kijkt naar het systeem terwijl je er in zit, je zoekt een oplossing binnen het systeem zelf.

21
New cards

Propositielogica

Verband tussen proposities (abstracte uitspraak die waar of onwaar kan zijn)

22
New cards

Modale logica

Redeneren met modaliteiten. Geeft aan of propositie bevestigt of ontkent dat haar inhoud mogelijk, onmogelijk, voorwaardelijk of noodzakelijk is.

23
New cards

Contradictorische uitspraken (= contradictoir)

Kunnen onmogelijk tegelijk waar en tegelijk onwaar zijn

24
New cards

Contraire uitspraken

Kunnen onmogelijk allebei waar zijn, maar mogelijk wel allebei onwaar

25
New cards

Subcontraire uitspraken

Kunnen mogelijk allebei waar zijn, maar onmogelijk allebei onwaar