KNP neuropsychologisch onderzoek H1 | Quizlet

Hoe bepaal je of een journal geschikt is?

1. reputatie

2. doelgroep

3. open access/traditioneel

4. peer review

5. indexering en bibliometrie (bvb op pubmed)

6. duur van publicatieprocess

7. financiering

8. voorafgaande publicaties

functionele motrische hierarchie

reflexen

geautomatiseerde bewegingen

willekeurige/vrijwillige bewegingen

neurobiologische hierarchie beweging

ruggenmerg > hersenstam > basale ganglia

ruggenmerg functies bewegen

reflexen (pijnreceptor --> sensorisch neuron --> motorneuronen --> spieren

zenuwpaden (craniaal, cervicaal, thoracaal, lumbaal, sucraal)

hersenstam functie motoriek

houdingsregulatie en proximale bewegingen

hoe regelt de hersenstam bewuste bewegingen?

motorische schors --> corticospinalis

motorische schors --> corticonuclearis (hoofd nek gezicht)

hoe regelt de hersenstam onbewuste bewegingen?

cerebellum --> ruber --> rubrospinalis (grote spieren zoals armen en benen)

colliculus superior --> techtospinalis (hoofd en oogbewegingen)

nucleus vestibularis --> vestibulo spinaal (lichaamshouding)

formatio reticularis --> reticospinaal (spierspanning)

Nucleus caudatus

BG, striatum. zorgt voor planning beweging, oogsaccades

cerebellaire systemen motoriek

vestibulocerebellum: hoofd oogbewegingen, balans

spinocerebellum = proximale spieraansturing

neocerebellum = planning bewegingspatronen, fine tuning

functies corticaal motor systeem (globaal)

vrijwillige beweginegn, uitvoeren van nieuw motorisch gedrag, inhiberen, omschakelen

primaire motorische cortex functie en ziektebeeld

motorische commondo's regulatie van spierkracht

verlamming (paralyse) of krachtsverminderen (parese)

premotorische cortex, supplementair motorisch gebied, gyrus cinguli anterior functie en ziektebeeld

handelingsschemata, planning, selectie, initiatie en inhibitie van motorisch gedrag

appraxie en mototische verwaarlozing (motor neglect) contralateraal

primair sensorische cortex en ziektebeeld als lesie

tastzin (druk, gewicht, temperatuur, etc)

sensibiliteitsstoornissen en neglect

secundaire sensorische cortex en parietale associatie gebieden

ruimtelijke waarnemening

appraxie, neglect, stoornissen in ruimtelijke vaardigheden

spiegelneuronen

voelen hetzelfde als iemand anders het doet alsof ze het zelf doen als ze het zelf doen

vooral in posterieure parietaalcortex. functie:

• vocabulaire van beweging

• sociale cognitie

forward models

voorspelling van gevolg van actie door intern model

hierdoor:

- controle op succes : efference copy (vergelijken visueel wat we hadden verwacht en wat gebeurt)

- motorische consequenties: vervolgbewegingen

- sensorische conaequenties; je verwacht wat je voelt

bvb: jezelf niet kunnen kietelen

lichaamsrepresentatie

intern beeld van hoe lichaam er uit ziet

belangrijk voor:

- body ownership: dit is mijn arm, niet die van jou

- agency: ik kan met mijn hand de bel indrukken

- uitvoeren doelgerichte beweringen

--> hierdoor komt numb sense Na hersenlasie aanrakingen niet kunnen lokaliseren maar onaangedane hand wel naar de aangeraakte locatie (lichaamsbeeld verstoord, maar schema intact)

apraxie

moeite met het uitvoeren van bewegingen (sequenties en commandos).

Onafhankelijk van sensorisch/cognitief

bvb: moeite met nadoen tandenpoetsen na vragen

door: (links) parietaal of frontaal / basal ganglia schade

vormen apraxie adhv lichaamsdeel (klinische observatie)

limb: hand arm op commando verstoord (ideationeel, ideomotor)

optisch: oogbewegingen op commando

buccofaciale: mond tong verstoord

hoe test je apraxie?

1. kun je doen alsof ...? en kun je dit voorwerp gebruiken .. ?

2. kun je dit nadoen?

Bourmard & LeGall over Limb apraxie

* vaststellen belangrijk want het is een voorspeller voor functioneren

* diversiteit in defenities is verwaarend en bemoeilijkt diagnose

hoofdconclusies literatuur:

* apraxie-definities zijn niet sterk gekoppeld aan een specifieke test

* meest gebruikte tests

zijn pantomime (doen als voorwerp gebruiken)

--> frictie tussen task-based approach en process-based approach

voorstel 1: scheiden van specifieke en niet specifieke oorzaken van apraxie (symptomatic/idiopathic)

ataxie

verstoord evenwicht en bewerings coordinatie

cerebellaire ataxie

reguleren van spierbewegingen en stabiel lopen lastig

sensorische ataxie

als gevolg van een verstoord lichaamsbeeld "Proef vanRomberg" voeten tegen elkaar en de ogen te sluiten; patiënten vallen om.

optische ataxie

Aanwijsstoornis (vooral) in de visuele periferie. Tactiele en auditieve doelen worden wel goed aangewezen

vestibulaire ataxie

duiziligheid en bewegingsstoornissen als gevolg van slecht evenwichtsorgaan

alien & anarchic hand syndrome

loss of agency door verstoord lichaamsbeeld

alien: onvrijwillige, autonome bewegingen van een hand

anarchic: wanneer een patient zich er bewust van is

motorische symptomen in de psychotrie

- ADHD: problemen met timing, hyperactiviteit

- anorexia: verstoord lichaamsbeeld

- OCD: motorische tics

- Autisme: vertraagde, houterig, stereotypen, tenen lopen

- schizofrenie: katatonie (inactief)

- depressie: psychomotorische vertraging

ideationele apraxie:

conceptuele representatie van bewegingen niet goed. imitatie wel mogelijk

vormen apraxie ingedeeld via sensorisch

unimodaal: alleen verstorning bij bepaalde input (bvb alleen visueel)

tactiel: gebaren kunnen wel maar tactiel niet

- putamen (striatum)

BG, striatum. zorgt voor vrijwillige, vloeiende, geautomatiseerde bewegingen

- globus pallidus

BG, zorgt voor remmen

- nucelus subthalamicus

BG, zorgt voor remmen, controle van beweging

substantia nigra

BG, productie dopamine --> initiatie beweging

linszijdige AHS:

lesie in corpus callosum: intentionele premotr centra in de linkerhemisfeer kunnen de lagere primaire motorcortex in recht hemisfeer niet aansturen

frontaal AHS:

lesie in supplementary motor cortex (SMA): vooral grijpreflex en dwangmatice tactiele exploratie met 1 hand

posterieure AHS:

gevoel van vervreemding terwijl de hand zwevende of afwerende bewegingen maakt

ideomotorische apraxie

projectie van conceptuele representatie van bewegingen op pre- en primaire motorgebieden niet mogelijk: imitatie als commando niet mogelijk

contructieve apraxie

ruimtelijk aspect van handeling verstoord: WAIS-blokkentest kan niet

limb-kinetische apraxie

traagheid en stijfheid van bewegingen met verlies van fijne en orecieze bewegingen

fynamische ideomotorapraxie

verandering in lichaamsschema —> problemen met imitatie en het pantomimen van voorwerpgebruikc

conductieapraxie

problemen met imiteren van bewegingen. pantomimen relatief intact

constructieve apraxie

stoornis in vermogen om verschillende onderdelen te assembleren tot een geheel

orofaciale apraxie

stoornis in maken van mond en gezichtsbewegingen obv instructie of imitatie

spraakapraxie

selectieve stoornis in het vermogen om spraakklanken te kunnen produceren

disconnectie apraxie

appraxie door disconnectie tussen input en motor kan zowel verbaal, visueel als tactiel zijn