1/52
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
neutronen en protonen
atomen hebben een kern met …
positief geladen
protonen zijn
neutraal, hebben geen lading
neutronen zijn …
evenveel
elk atoom heeft … elektronen als protonen in schillen om de kern heen
het aantal protonen
wat bepaalt welk atoom het is
neutronen
welke deeltjes houden de kern stabiel
elektronen in de buitenste schil (valentie-elektronen)
reactiviteit wordt bepaald door
valentie-elektronen vormen bindingen met valentie-elektronen van andere atomen
hoe worden moleculen gevormd
atomen hebben het liefst 8 elektronen in de buitenste schil (net zoals edelgassen) bij het vormen van bindingen
octet regel
octet (8) - valentie-elektronen
aantal bindingen =
de eerste schil heeft maar plek voor 2 elektronen
H (waterstof) is apart, omdat …
zouten
ionische bindingen
volledige overdracht van valentie-elektronen, meestal metaal met niet-metaal
eigenschappen van ionische bindingen
delen van valentie-elektronen, niet-metaal atomen
eigenschappen van covalente bindingen
bepaalt de kracht waarmee de kern aan zijn elektronen trekt
elektron negativiteit
dipool, stoffen die een O, N, F, S, Cl, Br, I bevatten
eigenschappen polair
alle koolwaterstoffen bestaande uit alleen C en H atomen, geen lading
eigenschappen apolair
asymmetrische verdeling van lading
polair
apolaire binding
verschil elektron negativiteit <0,5
polaire binding
verschil elektron negativiteit 0,5-1,7
verschil elektron negativiteit <0.5
een binding is apolair wanneer
verschil elektron negativiteit 0,5-1,7
een binding is polair wanneer
stoffen met een NH of OH groep
welke stoffen kunnen waterstofbruggen vormen
goed oplosbaar in water, kookpunt verandert
eigenschappen door waterbruggen
ionen
welke stoffen kunnen goed oplossen in polaire oplosmiddelen
half polair en half apolair
emulgatoren
de apolaire staarten richten naar de olie. bolletjes olie omringd door de emulgator (zeep). polaire koppen richting het water.
hoe kan water met olie worden gemengd als emulsie, met behulp van zeep
bindingen bevatten energie
enthalpie
er is energie nodig voor het maken van bindingen en er komt energie vrij bij het verbreken van een binding
beschrijf enthalpie
energie + kleinere moleculen —> groter molecuul
anabolisme
anabolisme
energie + kleinere moleculen —> groter molecuul
catabolisme
groter molecuul —> energie + kleinere moleculen
groter molecuul —> energie + kleinere moleculen
catabolisme
anabolisme
catabolisme
anabolisme en catabolisme
metabolisme
amine groep, carboxyl groep, restgroep
aminozuur
aminozuur
twee aminozuren koppelen, waarbij water vrijkomt
peptide binding
peptide binding
stabiel, maar kost energie om te maken
eigenschappen peptide binding
vele peptidebindingen achter elkaar
polypeptiden / eiwitten
polypeptide / eiwit
de genetische code van dat eiwit
de volgorde van aminozuren in een eiwit wordt bepaald door …
hydrofiel
ander woord voor polair
hydrofoob
ander woord voor apolair
hydrofobe interacties, waterstofbruggen, zoutbruggen en zwavelbruggen
wat kan ontstaan bij het vouwen van eiwitten
hydrofobe groepen willen in het waterige milieu van een cel liever naar binnen gevouwen zitten, om contact met water te vermijden. hydrofiele groepen zitten dan aan de buitenkant.
hoe spelen de eigenschappen van de restgroepen een rol in hoe een eiwit zich opvouwt
die vormen zoutbruggen
interacties tissen positief en negatief geladen restgroepen, bij het vouwen van een eiwit
stabiliseren een eiwit
wat doen S-S bruggen die kunnen worden gevormd door SH groepen
onderdeel van de genetische code, energiedrager in de vorm van ATP, GTP of UTP
nucleotiden
stoffen die biochemische processen kunnen beïnvloeden of verstoren
alkaloïden en terpenen
alkaloïden en terpenen
stoffen die biochemische processen kunnen beïnvloeden of verstoren