GESCHIEDENIS_begrippen (copy)

studied byStudied by 18 people
5.0(3)
Get a hint
Hint

verlichting

1 / 120

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

121 Terms

1

verlichting

cultuurstroming in 18e E

  • rationalisme en gezond verstand

  • oorzaak: wetenschappelijke revolutie

  • vrijheid en gelijkheid

  • afschaffing standensamenleving in Franse revolutie

New cards
2

cijnskiesrecht

verkiezingssysteem

  • belastingbetalers hebben stemrecht

New cards
3

constitutie / grondwet

document

  • opgesteld en goedgekeurd door volksvertegenwoordigers

  • rechten / plichten van burgers, vertegenwoordigers en staatshoofden

New cards
4

constitutioneel parlementarisme

  • bestuurlijk regime: besturing op basis van grondwet

  • vertegenwoordigers in parlement

New cards
5

constitutionele vorst

vorst regerend volgens grondwet

New cards
6

democratie

politiek regime

  • alle burgers nemen deel aan politiek

New cards
7

economisch liberalisme

economisch regime in 19e E tot WOII

  • vrije markt: vraag en aanbod

  • rol staat beperkt

New cards
8

Franse revolutie

revolutie in 1789 tot 1799

  • bewind van Napoleon (1799-1815)

  • afrekening verouderde structuren door revolutionairen --> afschaffing van vorstelijk absolutisme --> verovering van groot deel Europa --> verspreiding verlichtingsideeën <--> kloof tussen arm en rijk

New cards
9

liberale vrijheden

vrijheid van godsdienst, meningsuiting, drukpers,...

New cards
10

natuurrecht

onvervreemdbaar recht verworven door geboorte = mensenrechten

New cards
11

oligarchie

politiek regime

  • beperkte groep deelnemen aan politiek

New cards
12

rationalisme

leer: enkel verstand = ware kennis

New cards
13

rechtsgelijkheid

gelijkheid door onvervreemdbare rechten

  • onafhankelijk stand

  • niet afneembaar

New cards
14

rechtsstaat

staat

  • rechtsgelijkheid

  • rechtszekerheid

  • scheiding van de machten

  • volkssoevereiniteit

New cards
15

rechtszekerheid

zekerheid van onverveemdbare rechten

New cards
16

republiek

staatsvorm

  • verkozen burger staatshoofd

New cards
17

scheiding der staatsmachten

3 staatsmachten bij verschillende personen

  • wetgevende

  • uitvoerende

  • rechterlijke --> rechtszekerheid

New cards
18

soevereiniteit

hoogste macht binnen staat

New cards
19

staatsmachten

  • wetgevende: wetten opstellen en goedkeuren

  • uitvoerende: regels omzetten in concrete bestuursdaden

  • rechterlijke: nakijken van naleving wetten + overtreders bestraffen

New cards
20

volkssoevereiniteit

  • erkend gezag: macht door inwilliging van burgers

  • taak gezag: onvervreemdbare rechten waarborgen <--> gezag ontslaan door volk

New cards
21

idealen van mannen uit rijke burgerij

knowt flashcard image
New cards
22

abolitionisme

benaming voor internationale beweging: afschaffinf slavernij

New cards
23

algemeen enkelvoud stemrecht

verkiezingssysteem in België

  • na WOI: mannen

  • na WOII: vrouwen en mannen

  • alle meerderjarige burgers 1 stem

  • objectief: leeftijd en nationaliteit

New cards
24

antisemitisme

jodenhaat / racisme tegen joden

New cards
25

arische ras

  • ''volk" voor Hitler = ras <--> bevolking

  • Ariër = gezonde Germaan

New cards
26

autocraat

alleenheerser met 3 staatsmachten

New cards
27

autocratie

politiek regime

  • 1 persoon neemt deel aan politiek

New cards
28

BLM

  • activisten tegen racisme in 2012 opgericht

  • zwarte vuist uit jaren 60: symbool verzet

New cards
29

bureaucratie

toestand

  • alles volgens regels, papieren en formulieren

New cards
30

centralisatie

samenbrengen van macht in 1 persoon of instelling

New cards
31

christendemocratie

ideologie in 19e E

  • gebaseerd op encycliek (= brief paus) Rerum Novarum (1891)

  • afzetting tegen conservatieven door christen-democraten

  • opkomen voor gewone man

  • politieke landschap: centrumpositie tussen socialisme en liberalisme

New cards
32

collectivisatie

in USSR jaren 30 onder Stalin

  • communistische landbouw

  • onteigening boeren --> werken op kolchozen of sovchozen

  • gemeenschappelijke productiemiddelen

New cards
33

communisme

ideologie in 19e E

  • gebaseerd op Communistische Manifest door Karl Marx

  • via revolutie gemeenschappelijke productiemiddelen --> lot arbeiders en boerne verbeteren

  • communist = vrijzinnig

New cards
34

corporatisme

visie op maatschappij

  • corporatie: belangrijkste socio-economische pijler

  • klassentegenstellingen afgewezen

New cards
35

corporatie

vereniging in 19e E

  • werkgever en werknemer zijn lid

  • nadeel: patroon macht over arbeiders

New cards
36

coöperatieve

geheel van samenwerkende verenigingen in 19e E

  • werkgever is geen lid

  • voorloper latere vakbonden

New cards
37

derde rijk

Duitsland onder het bewind van Hitler (1933-1945)

New cards
38

darwinisme

evolutietheorie

  • natuur selecteert onbewust geschikte individuen om te overleven in lokale condities

  • mens ontwikkeld uit primitieve soorten

New cards
39

emancipatie

toekennen van gelijke rechten = ontvoogding

New cards
40

Europese democratie crisis

links totalitair regime

  • vanaf 1917: USSR olv Lenin

  • vanaf 1924: USSR olv Stalin

rechts totalitair regime

  • vanaf 1922: Italië olv Mussolini (Duce)

  • vanaf 1933: duitsland olv Hitler (rijkskanselier)

New cards
41

fascisme

politiek systeem

  • berustend op ultrarationalistische, onverdraagzame anticommunistische totalitaire beginselen

  • Italië: fascisme

  • Duitsland: nationaal-socialisme

New cards
42

feminisme

streven naar gelijkheid voor vrouwen en mannen

New cards
43

gender

sociale, culturele en psychologische invulling van man of vrouw

New cards
44

genocide

daden om deel of hele nationale, etnische, rationale of religieuze groep te vernietigen

  • begrip ontstaan na WOII

New cards
45

gemengde economie

= begeleide vrije markteconomie in 20-21e E

  • staat begeleid economie

  • doel: uitbuiting of crisis voorkomen --> gereguleerde markt

New cards
46

goelag

systeem van gevangenissen en werkkampen in Sovjet-Unie door Stalin

New cards
47

ideologie

geheel van overuitgingen / ideeën om samenleving beter / anders te functioneren

New cards
48

interbellum

periode tussen 2 wereldoorlogen

New cards
49

judeocide

= holocaust vernietiging joden in interbellum

New cards
50

kapitalisme

economisch regime

  • productiemiddelen privé

  • vrije markt

  • zoveel mogelijk winst zonder staatstussenkomst

New cards
51

oorlogskapitalisme

kapitalisme in tijdens kolonisaties van niet Europese gebieden

  • inzet van soldaten in koloniale gebieden

  • oorsprong: onteigening en geweld

New cards
52

industrieel kapitalisme

kapitalisme in 19e E

  • oprichting van katoenfabrieken

New cards
53

Keynes John Maynard

economist tijdens interbellum

  • theorie: volledige tewerkstelling inmenging van staat nodig

  • grote investeringen doen en belastingen verlagen door staat

  • geestelijke vader van gemengde economie

New cards
54

Keynesiaanse revolutie

revolutie in 1935-1940

  • landen grijpen in hun economie in --> gereguleerde markten

New cards
55

klassenmaatschappij

maatschappij onderverdeeld in klassen waarbij sociale mobiliteit
<--> standenmaatschappij
New cards
56

klassenstrijd

stelling Karl Marx

  • aaneenschakeling van verschillende klassenstrijden

New cards
57

klassenvijanden

vijanden communistische revolutie

New cards
58

kolonie

veroverd gebied dat uitgebuit wordt door Europees land

New cards
59

kolonisatie

uitoefenen gezag door staat over buitenlands gebied op alle domeinen

  • doel: uitbuiting voor eigen doel

New cards
60

kostwinnersmoddel

  • man: gezinsinkomen

  • vrouw: huismoeder

  • ideaal bij burgerij 19-20e E

New cards
61

Lenin

overtuigde Russische marxist die Rusland na oktoberrevolutie omvormde naar communistische staat

New cards
62

liberalisme

ideologie in 19e E

  • gebaseerd op ideeën verlichting

  • liberale vrijheden (grondwet)

  • constitutioneel parlementarisme en oligarchie

  • scheiding kerk en staat

  • economisch liberalisme

New cards
63

Karl Marx

grondlegger marxisme in 19e E

New cards
64

Marxisme

theorie Karl Marx

  • basis ontwikkeling van communistische en socialistische ideologie

New cards
65

modern imperialisme

streven naar machtsuitbreiding van een staat

  • kolonies opdringing eigen politieke, culturele en economische politiek --> groot imperium

New cards
66

multinationale staat

staat met meerdere volkeren met uiteenlopende culturen

New cards
67

mutualiteit

= ziekenfonds verzekering voor medische kosten

New cards
68

natiestaat

staat waarin 1 volk leeft

New cards
69

nazisme

ideeëngoed van Hitler

New cards
70

nationaliseren

onderneming, transportmiddelen, gronden...: eigendom staat

New cards
71

politiek landschap

theoretische weergave van posities ideolgieën (flexibel)

  • links: progressief / vooruitstrevend: gelijkheid en staatstussenkomst

  • rechts: conservatief / behoudsgezind: ongelijkheid en weinig tussenkomst

New cards
72

populisme

manier van politiek drijven

  • centrale tegenstelling: volk (populist) en elite

  • links en rechts populisten

  • geen ideologie

  • polarisatie

New cards
73

productiemiddelen

nodige middelen om te produceren: kapitaal, fabrieken,...

New cards
74

proletariaat

arbeiders in armoedige omstandigheden leven en overgeleverd zijn aan willekeur werkgever

New cards
75

propaganda

(misleidende) informatie

  • doel: aanhangers winnen

  • politieke doelen verwezenlijke

New cards
76

racisme

discrimineren op grond van raskenmerken

New cards
77

Rerum Novarum

probleemoplossing van paus voor uitbuiting arbeiders

  • armoedige omstandigheden vereisen structurele veranderingen

New cards
78

slavernij

gedwongen arbeid waarbij werker = lijfelijk eigendom van meester

New cards
79

sociaal darwinisme

groep in 19-20e E

  • darwinisme toepassen op sociale, politieke en econpomische processen

  • doel: verklaring of promoting van bepaalde ideologieën

  • rechtvaardiging koloniale uitbuiting, racisme en eugenetica

New cards
80

sociale strijd

strijd

  • doel: meer rechten verkrijgen die materiële leven van individu in samenleving garanderen en verbeteren

New cards
81

socialisten

= sociaaldemocraten ideologie

  • gebaseerd op communistisch manifest Karl Marx

  • doel: emancipatie van arbeiders via wetgevend parlementair werk

  • staatstussenkomst

  • AES

  • socialisten = vrijzinnig

New cards
82

sovjet

Russische woord voor raad

New cards
83

Staat

Verzameling van mensen op een bepaald grondgebied

Mensen verenigd onder soeverein gezag

  • Politiek regime : #mensen dat deelneemt aan politiek

  • Bestuurlijk regime: manier waarop volk bestuurd wordt

  • Staatsvorm: staatshoofd

  • Staatsstructuur: organisatie van grondgebied en souvereiniteit

  • Economisch regime: wel/geen staatstussenkomt in de economie

New cards
84

Staatsinterventie

Staatstussenkomst, geen vrijhandel

New cards
85

Swastika

Hakenkruis, gebruikt door nazi’s als propagandamateriaal

New cards
86

Totalitarisme

Bestuurlijk regime:

  • Verwerpt principes van rechtsstaat

  • Voert beleid van een sterke staat die maatschappelijk en individuele leven controleert

  • Individuele belang is ondergeschikt aan het staatsbelang

New cards
87

Vakbond/syndicaat

Organisatie die de belangen van de werknemer binnen éénzelfde beroep behartigt

New cards
88

Verzuiling in België

(1850-2000)

Samenleving wordt opgedeeld in verschillende grote groepen op basis van geloof of ideologie

Zuilen vormden minimaatschappijen + geen contact met andere zuilen

In België: socialisten, katholieken en liberale

New cards
89

Volk/natie

Groep van mensen die het gevoel hebben samen te horen.

(Zelfde streek, zelfde cultuur, zelfde leefgewoonten,…)

New cards
90

Zelfbeschikkingsrecht der volkeren

Een volk heeft het recht om te leven en zichzelf te besturen op een door iedereen erkend grondgebied.

New cards
91

Discriminatie

Op ongeoorloofde wijze onderscheid maken.

<p>Op ongeoorloofde wijze onderscheid maken.</p>
New cards
92

Maatschappelijke domeinen

  • Politiek:

    • Macht uitoefenen

    • Organistatie om te beslissen

    • Hoe gebied/landen met elkaar omgaan

  • Economisch

    • Voedselvoorzieningen

    • Wie wat produceert en waar

    • Wie wat verhandelt en waar

    • Wie welke diensten levert aan wie en waar

  • Cultureel

    • Geloof/levensbeschouwing

    • Kunst

    • Technieken en technologiën

    • Wetenschap

    • Gebruiken, waarden, normen en tradities

  • Sociaal

    • (On)gelijkheid

    • Vrouwen - Mannen

    • Hoe groepen het beter/slechter hebben

    • Alledaagse leven

    • Evolutie van de bevolking

    • (On)vrijheid

    • Oorlog, geweld, vrede

New cards
93

Evolutie

Een trage manier van verandering in de samenleving

New cards
94

Ras

In de 19de eeuw werd deze term vaak gebruikt.

Iedereen wist wel ongeveer wat er mee bedoeld werd, maar niemand verwoordde het duidelijk.

Soms duidde het op de lichamelijke kenmerken van mensen uit verschillende werelddelen.

  • Soms werd het gebruikt om culturele verschillen aan te stippen.

  • Soms werd het gebruikt om sprekers van verschillende talen te onderscheiden (Germaanse t.o.v. Latijnse ras)

  • Soms werden de sociale klassen als andere rassen aanzien.

Na WOII zijn wetenschappers het er over eens dat een wetenschappelijke grond ontbreekt om rassen te duiden als herkenbare aanduidbare groepen.

New cards
95

Revolutie

Een snelle ingrijpende verandering in de samenleving.

De mens heeft drie revoluties gekend: agrarische (ca. 8000 vC) , industriële (ca. 1750) en postindustriële revolutie (ca. 1960).

New cards
96

Identiteit

Iedere persoon heeft een meervoudige identiteit.

New cards
97

Asmogenheden

Duitsland, Italië en Japan tijden de tweede wereldoorlog

New cards
98

Auschwitz

Een van de zes concentratiekampen die omgebouwd werden tot vernietigingskampen met gaskamers. Dit gebeurde uitsluitend in Polen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Niet enkel joden werden er door de Nazi’s geïnterneerd en vergast.

New cards
99

Bloedlanden

Gebied in Midden–Europa (o.a. de Baltische staten, het huidige Polen, Wit-Rusland en Oekraïne) waar, in de eerste helft van de 20ste eeuw, miljoenen bewoners zijn vermoord door nazi’s (Duitsers) of door Sovjets (Russen). Beide partijen hadden de intentie om de landen te ontdoen van hun politieke tegenstanders.

<p>Gebied in Midden–Europa (o.a. de Baltische staten, het huidige Polen, Wit-Rusland en Oekraïne) waar, in de eerste helft van de 20ste eeuw, miljoenen bewoners zijn vermoord door <strong>nazi’s (Duitsers) of door Sovjets (Russen</strong>). Beide partijen hadden de intentie om de landen te ontdoen van hun politieke tegenstanders.</p>
New cards
100

Bolsjewieken

Radicale communisten ten tijde van de Russische Revolutie

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 29 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 26 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 11 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 9 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 37 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 32 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 3 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 22 people
... ago
5.0(1)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (35)
studied byStudied by 2 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (27)
studied byStudied by 130 people
... ago
4.0(2)
flashcards Flashcard (75)
studied byStudied by 7 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (42)
studied byStudied by 42 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (86)
studied byStudied by 404 people
... ago
5.0(6)
flashcards Flashcard (36)
studied byStudied by 5 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (56)
studied byStudied by 1 person
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (46)
studied byStudied by 5 people
... ago
5.0(1)
robot