verlichting
cultuurstroming in 18e E
rationalisme en gezond verstand
oorzaak: wetenschappelijke revolutie
vrijheid en gelijkheid
afschaffing standensamenleving in Franse revolutie
cijnskiesrecht
verkiezingssysteem
belastingbetalers hebben stemrecht
constitutie / grondwet
document
opgesteld en goedgekeurd door volksvertegenwoordigers
rechten / plichten van burgers, vertegenwoordigers en staatshoofden
constitutioneel parlementarisme
bestuurlijk regime: besturing op basis van grondwet
vertegenwoordigers in parlement
constitutionele vorst
vorst regerend volgens grondwet
democratie
politiek regime
alle burgers nemen deel aan politiek
economisch liberalisme
economisch regime in 19e E tot WOII
vrije markt: vraag en aanbod
rol staat beperkt
Franse revolutie
revolutie in 1789 tot 1799
bewind van Napoleon (1799-1815)
afrekening verouderde structuren door revolutionairen --> afschaffing van vorstelijk absolutisme --> verovering van groot deel Europa --> verspreiding verlichtingsideeën <--> kloof tussen arm en rijk
liberale vrijheden
vrijheid van godsdienst, meningsuiting, drukpers,...
natuurrecht
onvervreemdbaar recht verworven door geboorte = mensenrechten
oligarchie
politiek regime
beperkte groep deelnemen aan politiek
rationalisme
leer: enkel verstand = ware kennis
rechtsgelijkheid
gelijkheid door onvervreemdbare rechten
onafhankelijk stand
niet afneembaar
rechtsstaat
staat
rechtsgelijkheid
rechtszekerheid
scheiding van de machten
volkssoevereiniteit
rechtszekerheid
zekerheid van onverveemdbare rechten
republiek
staatsvorm
verkozen burger staatshoofd
scheiding der staatsmachten
3 staatsmachten bij verschillende personen
wetgevende
uitvoerende
rechterlijke --> rechtszekerheid
soevereiniteit
hoogste macht binnen staat
staatsmachten
wetgevende: wetten opstellen en goedkeuren
uitvoerende: regels omzetten in concrete bestuursdaden
rechterlijke: nakijken van naleving wetten + overtreders bestraffen
volkssoevereiniteit
erkend gezag: macht door inwilliging van burgers
taak gezag: onvervreemdbare rechten waarborgen <--> gezag ontslaan door volk
idealen van mannen uit rijke burgerij
abolitionisme
benaming voor internationale beweging: afschaffinf slavernij
algemeen enkelvoud stemrecht
verkiezingssysteem in België
na WOI: mannen
na WOII: vrouwen en mannen
alle meerderjarige burgers 1 stem
objectief: leeftijd en nationaliteit
antisemitisme
jodenhaat / racisme tegen joden
arische ras
''volk" voor Hitler = ras <--> bevolking
Ariër = gezonde Germaan
autocraat
alleenheerser met 3 staatsmachten
autocratie
politiek regime
1 persoon neemt deel aan politiek
BLM
activisten tegen racisme in 2012 opgericht
zwarte vuist uit jaren 60: symbool verzet
bureaucratie
toestand
alles volgens regels, papieren en formulieren
centralisatie
samenbrengen van macht in 1 persoon of instelling
christendemocratie
ideologie in 19e E
gebaseerd op encycliek (= brief paus) Rerum Novarum (1891)
afzetting tegen conservatieven door christen-democraten
opkomen voor gewone man
politieke landschap: centrumpositie tussen socialisme en liberalisme
collectivisatie
in USSR jaren 30 onder Stalin
communistische landbouw
onteigening boeren --> werken op kolchozen of sovchozen
gemeenschappelijke productiemiddelen
communisme
ideologie in 19e E
gebaseerd op Communistische Manifest door Karl Marx
via revolutie gemeenschappelijke productiemiddelen --> lot arbeiders en boerne verbeteren
communist = vrijzinnig
corporatisme
visie op maatschappij
corporatie: belangrijkste socio-economische pijler
klassentegenstellingen afgewezen
corporatie
vereniging in 19e E
werkgever en werknemer zijn lid
nadeel: patroon macht over arbeiders
coöperatieve
geheel van samenwerkende verenigingen in 19e E
werkgever is geen lid
voorloper latere vakbonden
derde rijk
Duitsland onder het bewind van Hitler (1933-1945)
darwinisme
evolutietheorie
natuur selecteert onbewust geschikte individuen om te overleven in lokale condities
mens ontwikkeld uit primitieve soorten
emancipatie
toekennen van gelijke rechten = ontvoogding
Europese democratie crisis
links totalitair regime
vanaf 1917: USSR olv Lenin
vanaf 1924: USSR olv Stalin
rechts totalitair regime
vanaf 1922: Italië olv Mussolini (Duce)
vanaf 1933: duitsland olv Hitler (rijkskanselier)
fascisme
politiek systeem
berustend op ultrarationalistische, onverdraagzame anticommunistische totalitaire beginselen
Italië: fascisme
Duitsland: nationaal-socialisme
feminisme
streven naar gelijkheid voor vrouwen en mannen
gender
sociale, culturele en psychologische invulling van man of vrouw
genocide
daden om deel of hele nationale, etnische, rationale of religieuze groep te vernietigen
begrip ontstaan na WOII
gemengde economie
= begeleide vrije markteconomie in 20-21e E
staat begeleid economie
doel: uitbuiting of crisis voorkomen --> gereguleerde markt
goelag
systeem van gevangenissen en werkkampen in Sovjet-Unie door Stalin
ideologie
geheel van overuitgingen / ideeën om samenleving beter / anders te functioneren
interbellum
periode tussen 2 wereldoorlogen
judeocide
= holocaust vernietiging joden in interbellum
kapitalisme
economisch regime
productiemiddelen privé
vrije markt
zoveel mogelijk winst zonder staatstussenkomst
oorlogskapitalisme
kapitalisme in tijdens kolonisaties van niet Europese gebieden
inzet van soldaten in koloniale gebieden
oorsprong: onteigening en geweld
industrieel kapitalisme
kapitalisme in 19e E
oprichting van katoenfabrieken
Keynes John Maynard
economist tijdens interbellum
theorie: volledige tewerkstelling inmenging van staat nodig
grote investeringen doen en belastingen verlagen door staat
geestelijke vader van gemengde economie
Keynesiaanse revolutie
revolutie in 1935-1940
landen grijpen in hun economie in --> gereguleerde markten
klassenmaatschappij
klassenstrijd
stelling Karl Marx
aaneenschakeling van verschillende klassenstrijden
klassenvijanden
vijanden communistische revolutie
kolonie
veroverd gebied dat uitgebuit wordt door Europees land
kolonisatie
uitoefenen gezag door staat over buitenlands gebied op alle domeinen
doel: uitbuiting voor eigen doel
kostwinnersmoddel
man: gezinsinkomen
vrouw: huismoeder
ideaal bij burgerij 19-20e E
Lenin
overtuigde Russische marxist die Rusland na oktoberrevolutie omvormde naar communistische staat
liberalisme
ideologie in 19e E
gebaseerd op ideeën verlichting
liberale vrijheden (grondwet)
constitutioneel parlementarisme en oligarchie
scheiding kerk en staat
economisch liberalisme
Karl Marx
grondlegger marxisme in 19e E
Marxisme
theorie Karl Marx
basis ontwikkeling van communistische en socialistische ideologie
modern imperialisme
streven naar machtsuitbreiding van een staat
kolonies opdringing eigen politieke, culturele en economische politiek --> groot imperium
multinationale staat
staat met meerdere volkeren met uiteenlopende culturen
mutualiteit
= ziekenfonds verzekering voor medische kosten
natiestaat
staat waarin 1 volk leeft
nazisme
ideeëngoed van Hitler
nationaliseren
onderneming, transportmiddelen, gronden...: eigendom staat
politiek landschap
theoretische weergave van posities ideolgieën (flexibel)
links: progressief / vooruitstrevend: gelijkheid en staatstussenkomst
rechts: conservatief / behoudsgezind: ongelijkheid en weinig tussenkomst
populisme
manier van politiek drijven
centrale tegenstelling: volk (populist) en elite
links en rechts populisten
geen ideologie
polarisatie
productiemiddelen
nodige middelen om te produceren: kapitaal, fabrieken,...
proletariaat
arbeiders in armoedige omstandigheden leven en overgeleverd zijn aan willekeur werkgever
propaganda
(misleidende) informatie
doel: aanhangers winnen
politieke doelen verwezenlijke
racisme
discrimineren op grond van raskenmerken
Rerum Novarum
probleemoplossing van paus voor uitbuiting arbeiders
armoedige omstandigheden vereisen structurele veranderingen
slavernij
gedwongen arbeid waarbij werker = lijfelijk eigendom van meester
sociaal darwinisme
groep in 19-20e E
darwinisme toepassen op sociale, politieke en econpomische processen
doel: verklaring of promoting van bepaalde ideologieën
rechtvaardiging koloniale uitbuiting, racisme en eugenetica
sociale strijd
strijd
doel: meer rechten verkrijgen die materiële leven van individu in samenleving garanderen en verbeteren
socialisten
= sociaaldemocraten ideologie
gebaseerd op communistisch manifest Karl Marx
doel: emancipatie van arbeiders via wetgevend parlementair werk
staatstussenkomst
AES
socialisten = vrijzinnig
sovjet
Russische woord voor raad
Staat
Verzameling van mensen op een bepaald grondgebied
Mensen verenigd onder soeverein gezag
Politiek regime : #mensen dat deelneemt aan politiek
Bestuurlijk regime: manier waarop volk bestuurd wordt
Staatsvorm: staatshoofd
Staatsstructuur: organisatie van grondgebied en souvereiniteit
Economisch regime: wel/geen staatstussenkomt in de economie
Staatsinterventie
Staatstussenkomst, geen vrijhandel
Swastika
Hakenkruis, gebruikt door nazi’s als propagandamateriaal
Totalitarisme
Bestuurlijk regime:
Verwerpt principes van rechtsstaat
Voert beleid van een sterke staat die maatschappelijk en individuele leven controleert
Individuele belang is ondergeschikt aan het staatsbelang
Vakbond/syndicaat
Organisatie die de belangen van de werknemer binnen éénzelfde beroep behartigt
Verzuiling in België
(1850-2000)
Samenleving wordt opgedeeld in verschillende grote groepen op basis van geloof of ideologie
Zuilen vormden minimaatschappijen + geen contact met andere zuilen
In België: socialisten, katholieken en liberale
Volk/natie
Groep van mensen die het gevoel hebben samen te horen.
(Zelfde streek, zelfde cultuur, zelfde leefgewoonten,…)
Zelfbeschikkingsrecht der volkeren
Een volk heeft het recht om te leven en zichzelf te besturen op een door iedereen erkend grondgebied.
Discriminatie
Op ongeoorloofde wijze onderscheid maken.
Maatschappelijke domeinen
Politiek:
Macht uitoefenen
Organistatie om te beslissen
Hoe gebied/landen met elkaar omgaan
Economisch
Voedselvoorzieningen
Wie wat produceert en waar
Wie wat verhandelt en waar
Wie welke diensten levert aan wie en waar
Cultureel
Geloof/levensbeschouwing
Kunst
Technieken en technologiën
Wetenschap
Gebruiken, waarden, normen en tradities
Sociaal
(On)gelijkheid
Vrouwen - Mannen
Hoe groepen het beter/slechter hebben
Alledaagse leven
Evolutie van de bevolking
(On)vrijheid
Oorlog, geweld, vrede
Evolutie
Een trage manier van verandering in de samenleving
Ras
In de 19de eeuw werd deze term vaak gebruikt.
Iedereen wist wel ongeveer wat er mee bedoeld werd, maar niemand verwoordde het duidelijk.
Soms duidde het op de lichamelijke kenmerken van mensen uit verschillende werelddelen.
Soms werd het gebruikt om culturele verschillen aan te stippen.
Soms werd het gebruikt om sprekers van verschillende talen te onderscheiden (Germaanse t.o.v. Latijnse ras)
Soms werden de sociale klassen als andere rassen aanzien.
Na WOII zijn wetenschappers het er over eens dat een wetenschappelijke grond ontbreekt om rassen te duiden als herkenbare aanduidbare groepen.
Revolutie
Een snelle ingrijpende verandering in de samenleving.
De mens heeft drie revoluties gekend: agrarische (ca. 8000 vC) , industriële (ca. 1750) en postindustriële revolutie (ca. 1960).
Identiteit
Iedere persoon heeft een meervoudige identiteit.
Asmogenheden
Duitsland, Italië en Japan tijden de tweede wereldoorlog
Auschwitz
Een van de zes concentratiekampen die omgebouwd werden tot vernietigingskampen met gaskamers. Dit gebeurde uitsluitend in Polen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Niet enkel joden werden er door de Nazi’s geïnterneerd en vergast.
Bloedlanden
Gebied in Midden–Europa (o.a. de Baltische staten, het huidige Polen, Wit-Rusland en Oekraïne) waar, in de eerste helft van de 20ste eeuw, miljoenen bewoners zijn vermoord door nazi’s (Duitsers) of door Sovjets (Russen). Beide partijen hadden de intentie om de landen te ontdoen van hun politieke tegenstanders.
Bolsjewieken
Radicale communisten ten tijde van de Russische Revolutie