1/103
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
wat toont het probleem rond de 7 bruggen van Köningsburg aan?
de verandering van de representatie van een probleem is soms nodig om tot een oplossing te komen
aan welke vier voorwaarden moet voldaan worden opdat er sprake is van probleemoplossing?
1) het gaat om 2 verschillende toestanden
2) de oplosser bevindt zich in de ene toestand in wil zich in de andere toestand bevinden
3) het is niet direct duidelijk hoe het verschil tussen deze 2 toestanden overbrugd moet worden
4) het overbruggen wordt onder bewuste controle, in meerdere stappen uitgevoerd
goed gedefinieerd probleem
alle aspecten van het probleem zijn volledig gedefinieerd
- begintoestand
- mogelijke stappen en strategieën
- eindtoestand
= volledig gedefinieerd
waarom is een schaakspel een bijzonder voorbeeld van een goed gedefinieerd probleem?
de uitkomst ligt niet op voorhand vast (<-> puzzel, doolhof)
slecht gedefinieerd probleem
zijn niet gespecifieerd
- niet duidelijk welke opties er zijn
- alles is afhankelijk van de situatie
- verschillende opties hebben onbekende voordelen of nadelen
hoe zijn de meeste problemen die we tegenkomen in het dagelijks leven?
welke problemen worden bestudeerd door onderzoekers? rede? (2)
- meeste = ongestructureerd
- door onderzoekers: goed gedefinieerde problemen
reden: deze problemen hebben een optimale oplossingsstrategie en een gedefinieerde oplossing
kennisarme problemen
- wat is het?
- voorbeeld
- voor wat zijn deze problemen minder gevoelig?
wnr de oplossingsstrategie geen specifieke achtergrondkennis vraagt of de relevante kennis is onderdeel van de probleembeschrijving
vb.: negenstippenprobleem: negen stippen proberen verbinden adhv 3 lijnen
minder gevoelig voor individuele verschillen in oplossingsstrategieën
kennisrijke problemen
kunnen alleen maar worden opgelost indien de oplosser over relevante kennis beschikt om het probleem te kunnen oplossen
= meeste problemen die we in het dagelijks leven tegenkomen zijn kennisrijk
probleemoplossing is ALTIJD ... ,
doelgericht - oplossingsstrategieën zijn er altijd op gericht om je bij je doel te brengen
indien je iets toevallig vindt is er geen sprake van probleemoplossing!!!
welk systeem is vereist voor probleemoplossing?
systeem 2
als de oplossing automatisch komt dan is er geen sprake van probleemoplossing
wat is een voorwaarde om iets een probleem te kunnen noemen?
de oplossing kan niet onmiddellijk gevonden worden -> doordat doordat de oplosser niet bekend is met de strategie
hieruit volgt: wat een probleem is voor de ene persoon, is dat niet noodzakelijk voor de ander
van welk soort denken is er sprake bij problemen oplossen? wat is dit?
-> hoe dacht men vroeger?
productief denken:
- actief oplossingen genereren
- innovatief herstructureren van het probleem
-> zodat aard van het probleem doorzien kan worden
<-> vroeger: reproductief denken: gebruik maken van eerdere ervaringen, zonder dat er actief naar de oplossing van een probleem wordt gezocht
hoe werd reproductief redeneren onderzocht? door wie werd dit gedaan?
wat formuleerde ... (persoon) op basis van deze resultaten?
Thorndike
puzzelbox: katten moesten aan hendeltjes trekken om eten te krijgen
law of effect: handelingen die effectief zijn, hebben een groter kans op herhaling
hoe lossen dieren vaak problemen op?
via reproductief denken
wnr werd het eerste onderscheid tussen reproductief en productief denken gemaakt? door wie?
1920-1940
-> door Gestaltpsychologen
wat beargumenteerden de Gestaltpsychologen?
dat problemen die productief denken vereisen kunnen opgelost worden op basis van inzicht
waarvan is inzicht vaak het gevolg?
een plotselinge herstructurering van het probleem
-> wordt vaak vergezeld door een subjectieve 'aha-ervaring'
wat is een goed voorbeeld van een inzichtsprobleem?
leg uit hoe het werkt
hoe kan het opgelost worden?
Het verminkte dambord
- dambord is bedekt met dominostenen, elke dominosteen bedekt twee vakjes
- daarna 2 witte vakje weggehaald van de rand van het bord
- kan je het dambord nu nog steeds volledig bedekken met dominostenen?
oplossen: door inzicht wnr je aandacht getrokken wordt door een onderliggende eigenschap van de dominostenen
het bord heeft even veel zwarte vlakken nodig als witte om het te knn bedekken met dominostenen -> er zijn meer zwarte dan witte stenen -> het is niet mogelijk !!!
remote associaties-taak (RAT)
- leg uit hoe het werkt?
- waarvoor dient het?
- doel?
= een veelgebruikte methode om inzicht te onderzoeken
- er worden drie woorden gepresenteerd
- doel = woord vinden dat geassocieerd is met alle drie de woorden
waarmee gaat het vinden van de oplossing van een inzichtsprobleem vaak samen?
met de subjectieve ervaring dat je de oplossing gevonden hebt, nog voor dat de uitwerking van de oplossing beschikbaar is
gevoel van warmte en inzichtsproblemen vs non-inzichtsproblemen
inzichtsproblemen: pp rapporteren een sterke, plotse toename van warmte vlak voor dat ze oplossing vonden
non-inzichtsproblemen: pp rapporteren geleidelijkere toename van warmte
hoe kan die subjectieve ervaring van warmte ontstaan nog voor dat de oplossing voor het probleem is gevonden?
voor dat de oplossing gevonden wordt: geen info aan het bewustzijn beschikbaar
-> transitie van een staat van geen oplossing naar wel oplossing vindt plaats in één discrete transitie
welke hemisfeer is betrokken bij inzichtsproblemen? waarom?
rechterhemisfeer, omdat daar vooral zwakke en verre associaties tot stand komen - die essentieel zijn voor inzicht
functionele gefixieerdheid
- wat is het?
- wnr treedt het op?
- voorbeeld van een probleem?
= negatieve invloed van eerdere ervaring op probleemoplossing
treedt op wnr we denken dat bepaalde gebruiksvoorwerpen alleen maar één specifiek doel hebben -> we missen andere, creatieve gebruiksmogelijkheden
vb.: kaarsprobleem
kaarsprobleem
- wat was volgens Duncker de voornaamste reden wrm pp de oplossing niet vonden?
- Wat deed Duncker opdat meer mensen de juiste oplossing vonden?
- ze zagen het doosje als container voor de punaises
- hij haalde de punaises al uit het doosje, zodat mensen dit minder als een container zagen, en meer als een gebruiksvoorwerp voor het probleem
experiment gebruiksmogelijkheden: beslissen of gebruiksmogelijkheden geschikt waren voor een eerste taak en daarna beslissen of ze ook geschikt waren voor een tweede taak
-> wat werd gevonden?
-> wat knn we hieruit concluderen?
wnr pp een object geschikt achtten voor een eerste taak, waren ze minder goed in staat om een tweede gebruiksmogelijkheid voor dit object aan te duiden
-> conclusie: we focussen ons te snel op 1 specifieke gebruiksmogelijkheid
wat zijn 2 manieren om functionele gefixeerdheid te kunnen overwinnen?
- functievrije beschrijving van voorwerpen geven
- pp zo vee mogelijk functies van een voorwerp laten opsommen
Einstellung
- wat is het?
- voorbeeld?
= negatieve invloed van eerdere ervaringen op probleemoplossing
wnr je eenmaal bent ingesteld om een probleem op een bepaalde manier op te lossen, is het moeilijk om deze instelling los te laten en een andere strategie te hanteren = het persisteren van een oplossingsstrategie die eerder werkte, maar die niet langer adequaat is voor een huidig probleem
vb. waterpottenprobleem (Luchins)
representationele veranderingstheorie
- hoe kunnen we het probleem op een andere manier representeren op basis van 3 mechanismen
we komen in een impasse (= vastzitten) bij het oplossen van een probleem, omdat we het probleem op een verkeerde manier representeren
3 mechanismen op het probleem op een andere manier te representeren:
1) constraint relaxation: de beperking wegnemen die we zelf aan het probleem opleggen
2) hercodering: een deel van de probleemstrategie moet opnieuw geïnterpreteerd worden
3) elaboratie: nieuwe informatie toevoegen aan de representatie van het probleem
wat gebruiken we als vuistregel om te signaleren of we in een impasse zijn geraakt of niet?
de mate waarin we vooruitgang boeken met het vinden van een oplossing
wat is één van de redenen wrm veel mensen niet in staat zijn om het negenstippenprobleem op te lossen?
ze leggen zichzelf de beperking op om niet buiten de lijnen te gaan, maar dit is noodzakelijk voor de oplossing van het probleem!!
contraint relaxation = realisatie dat men wel buiten de lijnen mag gaan
hoe komt het dat mensen na contraint relaxation nog vaak de oplossing voor het negenstippenprobleem niet vinden?
omdat ze per lijn zo veel mogelijk stippen met elkaar willen verbinden
wat stimuleert pp om hun beperking op te heffen bij het negenstippenprobleem
gebrek à voortgang
wat beschrijft het verder uitgewerkt model van representationele verandering?
hoe de processen die betrokken zijn bij representationele verandering samenhangen met elkaar
experiment lucifeerprobleem:
-> type 1 vs type 2 - welke is moeilijker en waarom?
-> waarop fixeerden proefpersonen hun oogbewegingen het meest? wat impliceert dit?
type 1: waarden van de cijfers moeten veranderd worden
type 2: je moet van een + een - maken = toestandsteken moet veranderd worden
-> type 2 = moeilijker, omdat we onder normale omstandigheden enkel numerieke info manipuleren
pp fixeerden oogbewegingen vooral op de waarden, impliceert dat de intitiële probleemrepresentatie gebaseerd was op het idee dat de waarden veranderd moesten worden
zoeken na inzicht
inzichtsprobleem is nog NIET meteen opgelost nadat er een representatieverandering optreedt -> je moet actief zoeken naar de oplossing binnen de representatieverandering!!
incubatie
het tijdelijk loslaten van een probleem - onbewuste mentale processen blijven op de achtergrond doorwerken terwijl we actief met iets anders bezig zijn
wat zijn de bevindingen rond incubatie? (2)
- stimuleert het vinden van een oplossing
- zorgt dat we de gefaalde oplossingsstrategie kunnen vergeten
gefaalde oplossingsstrategie kunnen vergeten: hoe werd hier evidentie voor gevonden?
via remote associaties taak
-> pp krijgen 3 woorden en moeten een woord vinden dat deze 3 woorden verbind
-> afleiders gegeven
-> wnr pauze gegeven kon men afleiders vergeten en men deed het beter
de general problem solver
een computerprogramma dat ontwikkeld is om verschillende goed gedefinieerde problemen te kunnen oplossen
op welke assumptie is de general problem solver gebaseerd?
dat informatieverwerking serieel is: er wordt één oplossingsstap per keer in beschouwing genomen
waaruit bestaat de probleemruimte? (3)
1) begintoestand
2) doeltoestand
3) toegestane mentale operaties
waaruit bestaan de problemen die door de general problem solver opgelost kunnen worden?
uit elementen die in een specifieke volgorde van positie verplaatst moeten worden
toren van Hanoi
- initiële toestand: pin met 5 schijven in oplopende grootte
- doel: die 5 schijven naar een andere pin krijgen (3 pinnen in totaal)
- regels:
- één schijf per keer verplaatsen
- er mag nooit een grotere schijf op een kleinere schijf liggen
rivieroversteekpuzzels
- wolf, geit en kool aan de ene kant van de rivier
- boer moet ze allemaal aan de overkant krijgen
- regels:
- 1 object/dier per keer op de boot meenemen
- wolf mag geit niet opeten en geit mag kool niet opeten
-> er moet een paar keer heen- en teruggegaan worden, waarbij soms een dier/object terug mee moet worden genomen naar de oorsprong
wat geldt door zowel de Toren van Hanoi als de Rivieroversteekpuzzels?
de doeltoestand kan NIET bereikt worden zonder dat er stappen terug worden gezet, die je op dat moment tijdelijk verder brengen van de doeltoestand
waarin ligt het verschil tussen de Toren van Hanoi en de Rivieroversteekpuzzels?
in de framing: het achtergrondverhaal kan verhinderen dat we realiseren dat we in staat zijn om een stap terug te Deon
algoritme
- wat is het? tot wat leidt het?
- wat is een beperking? wat doen we daardoor?
- complexe procedure of methode die gegarandeerd tot een oplossing leidt
beperking
- beperking: vraagt heel veel cognitieve capaciteit
-> daardoor vallen we heel vaak terug op heuristieken
wat impliceert het feit dat de general problem solver problemen anders oplost dan wij?
dat wij als mens gebruikmaken van heuristieken
means-ends-analyse
- hoe werkt het?
- leidt dit gegarandeerd tot een oplossing?
je breekt je probleem op in verschillende subdoelen en ieder subdoel brengt je dichter bij de oplossing
eerst: verschil bepalen tussen de huidige probleemtoestand en de doeltoestand
daarna: we formuleren subdoelen om dit verschil te verkleinen
!! leidt niet gegarandeerd tot een oplossing!!
experiment doolhof en means-ends-analyse
-> resultaten?
-> wat knn we concluderen?
pp die het doel wel wisten maakten gebruik van een means-ends-analyse, maar dit was zinloos! (want de finish lag eigenlijk voor de start)
pp die het doel niet wisten kwamen veel sneller tot de oplossing!
DUS kennis van de eindtoestand had een negatieve impact op de taakprestatie !!!
-> soms wordt er heel sterk vastgehouden aan de means-ends-analyse, ookal resulteert dit niet in een oplossing!!
hill climbing
- wat is het?
- probleem?
- wat moet je soms doen?
- een methode door een probleem stap voor stap op te lossen door steeds de keuze te maken die het meest lijkt te verbeteren - de volgende stap brengt ons constant iets dichter bij de doeltoestand
- probleem: je kan vast komen te zitten (vb. je zit vast op een heuveltop waarbij je eerst een dal moet oversteken om tot de top te komen)
- soms moet je stappen achteruit zetten
voortgangsmonitoring
= het monitoren van progressie
mensen wisselen van strategie of heuristiek wnr de gebruikte strategie inefficiënt is
tot wat kan de illusie dat we voortgang boeken leiden?
kan leiden tot een weerstand om van strategie te veranderen
waarin resulteert de initiële keuze van een relatief inefficiënte strategie?
snellere switch naar een nieuwe strategie
over het algemeen plannen we heel weinig vooruit: wat zijn 2 redenen hiervoor?
1) beperkte capaciteit KT-geheugen
2) planning kost veel tijd en moeite + vaak onnodig omdat heuristieken vaak volstaan in dagelijkse situaties
wat kunnen we afleiden uit experiment waarbij GEEN/WEL instructies werden aangeboden om expliciet te plannen bij het waterpottenprobleem? + wat waren de resultaten?
WEL instructies: veel sneller oplossing vinden
afleiden: we maken veel minder gebruik van plannen dan we eigenlijk aankunnen, we kiezen er vaak voor om niet te plannen (ookal kunnen we het wel)
cognitieve gierigheid
we gaan economisch om met de tijd en moeite die we steken in taken die veel denkwerk vereisen
positieve transfer
negatieve transfer
positief: eerdere ervaringen worden succesvol toegepast op een gelijkaardig probleem
negatief: eerdere ervaringen worden NIET succesvol toegepast op een gelijkaardig probleem -> kan je dus ook hinderen
stralingsprobleem van Dunker
-> wnr konden proefpersonen wel het probleem oplossen?
wnr aan hen een gerelateerd verhaal werd verteld
men zei dat 1 verhaal gelijkend was aan de situatie -> 80% kon het oplossen
wnr men niet zei dat het verhaal gelijkend was (maar het verhaaltje op zich werd wel verteld) -> 40% kon het oplossen
het gebruik van een analogie is NIET automatisch, wat moet men doen?
men moet actief op zoek gaan naar de analogie; men moet de overeenkomsten herkennen tussen het huidige probleem en het eerdere probleem
oppervlakkige overeenkomsten
details die voor de oplossing irrelevant zijn en die in beide problemen voorkomen
structurele overeenkomsten
oplossingsprincipes die door beiden problemen gedeeld worden
procedurele overeenkomsten
procedures die in het ene probleem gebruikt worden komen overeen met die welke nodig zijn om het huidige probleem op te lossen
weeg de olifant-probleem
- wat is het?
- wat is het gevolg van het ontbreken van oppervlakkige overeenkomsten? tot wat droeg het echter niet bij?
- een jongetje moet een olifant wegen
- geen weegschaal beschikbaar die groot genoeg is
- wel een kleine weegschaal
- oplossing = kleinere objecten verzamelen die tezamen evenveel wegen als de olifant en die vervolgens afzonderlijk van elkaar te wegen
ontbreken van oppervlakkige overeenkomsten: het verhindert dat pp de relevantie van een analogie doorzien -> men is minder geneigd om een analogie te gebruiken
-> droeg niet bij à vinden van de oplossing! MAAR het heeft dus wel een faciliterende functie!
DUS ook oppervlakkige overeenkomsten kunnen een rol spelen !!
wat is efficiënter: actief zoeken naar een analogie/er één aangeboden krijgen?
actief op zoek gaan
vier-term-analogieproblemen
- onderzoek nr wat?
- wat is de bedoeling?
- om te onderzoeken welke cognitieve processen betrokken zijn bij analogisch probleemoplossen
- a:b::c:d: hebben a en b dezelfde relatie tot elkaar zoals c en d dat hebben?
-
welke stadia zijn betrokken bij analogisch probleemoplossen?
hoe verlopen deze processen?
hersengebieden?
1) ophaling = ophalen van relevante info uit het geheugen
2) mapping = leggen van links
3) inferentie = maken van een gevolgtrekking
4) inductie = trekken van een conclusie
-> strikt serieel !!
groot netwerk van hersengebieden is hierbij betrokken?!!
welk soort geheugen is betrokken bij analogisch probleemoplossen?
werkgeheugen
vaardigheid
wanneer we in staat zijn om een taak binnen een bepaald domein met een hoge mate van efficiëntie uit te voeren
-> mogelijkheid om doelen te bereiken binnen dit domein groeit in functie van de hoeveelheid oefeningen
waarover gaan de meeste studies over expertise (obv kennisrijke problemen) (3)
- medische wetenschappen
- fysica
- schaken
wat zijn de grootste verschillen tussen beginners en experts op basis van probleemoplossing?
beginners: toepassen van formele formules + gebruik maken van oppervlakkige kenmerken
experts: doorzien de essentie heel snel + gebruik maken van de onderliggende structuur
medische problemen: kenmerken (2)
- niet-gestructureerde problemen
- vereisen een aanzienlijke hoeveelheid inhoudelijke vakkennis
wat stellen Chase en Simon over het geheugen van schakers?
wat is hierbij een belangrijke aanname van hen?
waarom kunnen schaakexperts zo sterk spelen volgens hen?
hoe noemt men deze theorie?
zij proberen bordposities te onthouden door ze op te delen in 7 chunks -> aanname: deze chunks bevatten meer info dan die van beginners
schaakexperts kunnen zo sterk spelen omdat ze een enorm grote hoeveelheid chunks hebben opgeslagen in hun LT-geheugen
= de chunkingtheorie
groter en gedetailleerder geheugen is niet enige voordeel dat een pxpertschaker heeft, wat nog? door welke theorie worden deze voordelen niet beschreven?
experts in schaken hanteren substantieel andere strategieën, die niet door de chunking strategie beschreven worden!
hoe noemt men de uitbreiding van de chunkingtheorie?
de sjabloontheorie
welke 2 aspecten van het schaakspel kan de chunking theorie niet verklaren?
1) kan niet verklaren hoe de individuele chunks worden geïntegreerd in hogere-orderepresentaties
2) encadreren van bordposities zou volgens de chunking-theorie veel meer tijd kosten dan in wlh het geval is
sjabloontheorie
- schaker bepaalt de volgende zet door een associatief netwerk te doorkruisen
- dit netwerk bestaat uit knopen (chunks) die aan elkaar gelinkt zijn in de vorm van een boomstructuur
- iedere knoop bestaat uit een aantal tests: kunnen gebruikt worden om een aantal eigenschappen van de externe stimuli te checken
- resultaat van de tests bepaalt welke link gevolgd wordt naar het volgende niveau in de boom
- einde beslissingsboom bereikt: chunk op deze positie wordt vergeleken met daadwerkelijke stelling op het bord dmv patroonherkenningsmechanisme
- chunks die veel gebruikt worden ontwikkelen zich verder tot sjablonen
op basis van welke 2 leermechanismen groeit het associatieve netwerk in de sjabloontheorie?
1) familiarisatie
2) discriminatie
welke info bevatten sjablonen?
info over 10-20 schaakstukken
welke voorspellingen maakt de sjabloontheorie?
1) schaakposities worden opgeslagen in maximaal 3 sjablonen
2) beste schakers hebben hun supergoede prestaties te danken aan hun superieure sjabloongebaseerde kennis (niet zozeer aan hun vermogen om strategisch te denken)
oogbewegingen expert schakers vs beginners?
experts kijken meteen naar de meest relevante info op het bord
-> experts fixeren vaker op saillante stukken en lege posities
wat volstaat er om medische beslissingsprocessen te bestuderen?
het volstaat om medische beslissingsprocessen te bestuderen in functie van het aantal jaren ervaring
wat is een belangrijke determinant van expertise?
patroonherkenning
waarop zijn medische probleemoplossingsstrategiën gedeeltelijk gebaseerd?
gelijkenissen met een eerder specifiek exemplaar waar de diagnosticus ervaring mee heeft gehad
voor wat is snelle detectie van een probleem een goede predictor?
diagnostische accuratesse
wat staat expertise toe?
een efficiënter gebruik van systeem 1
bij welk soort deliberatie vinden we betere resultaten voor complexe problemen?
bewuste deliberatie
experiment pathologisch weefsel: tumor herkennen met 1, 2, 3 of 4 jaar ervaring
-> resultaten?
hoe meer ervaring -> hoe sneller men meteen de aandacht richt op de juiste locatie
experts detecteren pathologisch weefsel veel sneller !!!
experiment extra verbale beschrijving bij foto's van huidziekten
-> resultaten?
-> conclusie?
experts in de groep waarbij een extra beschrijving werd gegeven presteerden minder goed !!! ->
-> experts gebruiken efficiënte visuele strategie waarbij de verbale beschrijving interfereert!
recognition-primed decision-model - wat stelt dit model?
-> in wat resulteert dit proces? op basis van wat?
-> waarmee contrasteert het model sterk?
experts proberen oplossingen te vinden op basis van eerdere ervaringen -> situaties vergelijken
wnr match: een eerder gekozen oplossing zal gebruikt worden! (geen match: op zoek nr een nieuwe oplossing)
het proces resulteert in het ophalen van 1 oplossing obv patroonherkenning!
contrasteert sterk met systeem 1 (Kahneman) omdat:
model: richt zich vooral op beslissingsgedrag van experts
systeem 1: menselijke fouten verklaren
waarin slagen experts zelfs bij nieuwe situaties?
om deze nieuwe situatie te interpreteren als een voorbeeld van een bekend type probleem
wanneer is er sprake van routineuze expertise?
wnr iemand bijzonder efficiënt wordt in het uitvoeren van routineuze procedures (inspecteren van mammogrammen of röntgenfoto's)
additieve experts
- mensen die ... ? obv wat?
- van wat is er continue inzet?
mensen die blijven groeien in hun vakgebied, obv intentionele betrokkenheid om steeds op nieuwe en innovatieve manieren problemen op te lozen
continue inzet van cognitieve processen
ervaring vs expertise? samenhang?
hangen vaak samen maar niet altijd !!
waaraan kan doelbewust oefenen van een vaardigheid bijdragen?
aan het verkrijgen van een vaardigheid
4 voorwaarden opdat doelbewust oefenen effectief kan zijn?
1) taak heeft juiste moeilijkheidsniveau
2) bij het oefenen krijg je informatieve feedback over je prestatie
3) je hebt voldoende gelegenheid om de taak te herhalen
4) je hebt de gelegenheid om je fouten te corrigeren
welke voorwaarde is moeilijk te realiseren bij medische expertise?
onmiddellijke feedback (het resultaat van een behandeling laat vaak weken, jaren op zich wachten)
indrukwekkende demonstratie voor effectiviteit van doelbewust oefenen: SF
- SF gedurende 260 u gespreid over 20 maanden getraind
- onthouden van lange cijferreeksen
- cijferspanne verbeterde van 7 -> 80 !!!
- hoe? door zijn kennis van hardloopwedstrijden te gebruiken
- trainde zo het LT-geheugen
van welk hersengebied maken experts efficiënter gebruik? in welke hersengebieden wordt een toename van activatie gevonden?
van het werkgeheugen
toename van activatie: hersengebieden die geassocieerd zijn met het LT-geheugen!!