1/43
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
wat beschrijft de distributie van een populatie?
het beschrijft de ruimtelijke locatie over het gebied waarin plaatsvindt.
waarop is distributie gebaseerd?
het is gebaseerd op de aanwezigheid en de afwezigheid van individuen.
wat is een geografische range?
wanneer het gedefinieerde gebied alle individuen van een soort omvat, de distributie beschrijft dan de populatie zijn geografische range.
individuen bevinden zich alleen in die gebieden die aan hun eisen voldoen.
Geografisch bereik beschrijft het ruimtelijke gebied waar een soort wordt aangetroffen
welke factoren beïnvloeden de distributie?
geschikte omgeving en bronnen condities → habitat geschiktheid
competitie en predatie
wat wordt er verstaan onder ubiquitous?
soorten met een geografische brede distributie
wat wordt er verstaan onder endemic?
een soort met een distributie die is beperkt tot een specifiek lokaal habitat
wat is het resultaat van omgeving heterogeniteit?
de meeste populatie zijn verdeeld in subpopulaties, elk bevind zich in habitat patches in verschillende vormen en grootte in een groter landschap van een niet geschikte habitat.
wat is een metapopulatie?
de gemeenschappelijke subpopulaties samen
wat is abundance?
het definieert de grote— het aantal individuen in een populatie
abundance is de functie van 2 factoren. noem deze factoren
de populatie dichtheid
het gebied waarover de populatie is verspreid
wat is de populatie dichtheid?
het aantal individuen per eenheid gebied(per km², hectare, of m² of per eenheid volume(per liter of m³))
wat wordt er verstaan onder de ruwe(crude) dichtheid?
de dichtheid gemeten door het aantal individuen er eenheid gebied.
welke type distributies zijn er?
random
uniform
clumped: meest vootkomende
wat is ecologische dichtheid?
het aantal individuen per eenheid van de beschikbare levensomgeving
waarom zijn kleine populatie meer vatbaar voor extinctie dat grote populaties?
omdat ze gevoeliger zijn voor demografische en omgeving stochasticiteit (fluctuaties in fysische, chemische, biologische en ecologische processen als gevolg van de natuurlijke variabiliteit en inherente willekeurigheid.) eb verlies van genetische varaitie.
welke factoren kunnen leiden tot extinctie?
extreme activiteiten in de omgeving/milieu. zoals droogte, overstromingen en extreme temperaturen.
een tekort aan bronnen, zoals overexploitatie
het introduceren van een niet thuishorend organisme(nonnative)
verlies van habitat
wat is reproductief succes?
het aantal nakomelingen die overleven en zich voortplanten. het is een maat voor fitness.
wat zegt het principe allocatie?
elk individueel organisme heeft een beperkte hoeveelheid hulpbronnen die het kan gebruiken voor alle noodzakelijke levensprocessen, inclusief groei, voortplanting, het verkrijgen van voedingsstoffen en hulpbronnen, het ontsnappen aan roofdieren of ziekteverwekkers, en andere processen.
welke vormen van reproductie worden beïnvloed door tarde-offs?
leeftijd van reproductie
allocatie naar reproductie
hoeveelheid en de grote van eieren
de timing van reproductie
deze trade-offs worden beïnvloed door de beperking van fysiologie, energie en heersende fysieke en biotische omgevingen
wat wordt er verstaan onder fecunditeit(vruchtbaarheid)?
het aantal nakomelingen geproduceerd per eenheid van tijd.
wat is reproductieve inspanning?
de totale energie kosten van reproductie per eenheid van tijd. dit verschilt per organisme.
het wordt gedacht dat reproductieve inspanning geassocieerd is met adaptieve respons tot leeftijd en volwassenheid.
waaraan kan de allocatie naar reproductie gelinkt worden?
de allocatie naar reroductie is gerelateerd aan patronen van mortaliteit veoorzaakt door extrinsieke factoren.
patronen van mortaliteit zijn echter beïnvloed door reproductieve inspanning
wat zijn de 2 patronen die essentieel zijn voor het begrijpen hoe natuurlijke selectie functioneert om de reproductieve inspanning te optimaliseren?
wanneer reproductieve inspanning groter wordt en dus het aantal nakomelingen ook omhoog gaat, maar de kans dat de nakomelingen overleven gaat omlaag.
reproductief succes = aantal nakomelingen * de kans van overleving
als reproductieve inspanning omhoog gaat, verminderd de ouderlijke overleving
wat is het voordeel van het verdelen van energie voor reproductie over zoveel mogelijk jongen?
door dit te doen verhogen de ouders de kansen dat sommige jongen succesvol vestigen en in de toekomst reproduceren.
de hoeveelheid energie hangt af van het aantal, grote en de volwassenheid van de individuen bij geboorte.
wat zijn nestblijvers(articial)?
jongen die geboren worden in een hulpeloze conditie en dus aanzienlijke ouderlijke zorg nodig hebben.
wat zijn nestvlieders(precocial)?
dieren die een langere incubatie of zwangerschap hebben, zodat de jongen worden geboren in een gevorderde fase van de ontwikkeling. zij kunnen zorgen voor hunzelf niet lang na de geboorte.
wat is de benadrukking van de “fast-slow continuum hypotisis”?
de selectieve krachten opgelegd door mortaliteit op verschillende fases van de levenscyclus.
het idee dat populaties van zoogdieren langs een snel-langzaam continuüm kunnen worden geplaatst, waarbij soorten die vroeg volwassen worden, een hoge voortplantingssnelheid en korte generatietijden hebben het “snelle” uiteinde van het continuüm innemen, en soorten met het tegenovergestelde pakket kenmerken het “langzame” uiteinde van het continuüm innemen
een manier van het classificeren van omgevingen heeft betrekking op de variatie over tijd, welke 2 type habitatten kunnen we ons voorstellen die tegengesteld aan elkaar zijn?
diegene die variabal zijn in tijd op kortdurend
diegene die relatief stabiel zijn met random fluctuaties in de omgeving.
wat is een r-stratigist?
zijn kortdurend, ze hebben hoge reproductieve snelheden bij lage populatie dichtheden, snelle ontwikkeling, kleine lichaamsgrote, groot aantal nakomelingen, en minimale ouderlijke zorg.
ze maken gebruik van tijdelijke habitatten.
wat is een k-strategist?
competitieve soorten met stabiele populaties van langlevende individuen. ze hebben een langzamere groeisnelheid, bij lage populaties, maar ze behouden een groeisnelheid bij hoge dichtheden.
ze kunnen omgaan met fysieke en biotische drukken. grote lichaamsgrote en een langzamere ontwikkeling. en produceren minder nakomelingen.
hoe wordt stres gedefinieerd?
condities die de plantengroei en productiviteit beperken
waarmee wordt verstoring geassocieerd?
de gedeeltelijke of totale destructie van de planten biomassa die voortkomt uit de activiteiten van herbivoren, pathogenen, en natuurlijke rampen
wat is een demografische transitie?
Het Demographic Transition Model (DTM) is gebaseerd op historische bevolkingstrends van twee demografische kenmerken – geboortecijfer en sterftecijfer – en suggereert dat de totale bevolkingsgroei van een land stadia doorloopt naarmate dat land zich economisch ontwikkelt.
eerst een daling van de sterfte die de bevolkingsgroei in gang zet, en vervolgens een daling van de vruchtbaarheid die een einde maakt aan de bevolkingsgroei. De bevolkingsgroei is een tijdelijke gebeurtenis.
wat zijn de assumpties van het model met de volgende formule;
dN/dt= (b-d)N
de essentiële bronnen zijn ongelimiteerd
de omgeving is constant
hoe beschrijf je de verandering van birth rate als functie van de populatiegrootte?
b= b0 - aN
b0 → de waarde van b wanneer N bijna 0 is.
je kan het zelfde doen om de death rate als functie van de populatiegrootte te beschrijven.
hoe schrijf je deze formule dN/dt= (b-d)N om, als je wilt da het devariaties in birth en death rate bevat?
dN/dt = [(b0-aN)-(d0-cN)]N
wat is de carrying capacity?
de waarde waarbij b=d en de populatie groeisnelheid 0 is. het is de maximale verantwoorde populatiegrootte voor een bepaalde omgeving.
nu kan de formule worden omgeschreven naar;
dN/dt = rN(1-(N/K))
wat suggereert een carying capacity?
een negatieve feedback tussen het toenemen van de populatie en de beschikbare bronnen in de omgeving.
welke invloed heeft dichtheid afhankelijke effecten?
het beïnvloed de populatie in verhouding tot zijn grote. ze functioneren om de groeisnelheid van de populatie te verminderen, wanneer de dichtheid omhoog gaat, door de rate van mortaliteit te verhogen(density dependent mortality) het verminderen van de vruchtbaarheid rate(fecundity rate)
wat wordt er verstaan onder dichtheid onafhankelijkheid?
wanneer een omgevingsfactor effect heeft op de populatie, ongeacht het aantal individuen
wat is het allee effect?
dichtheidsafhankelijke mechanismen die dienen om de geboorte-overleving aantallen bij lage bevolkingsdichtheden te verlagen.
het relateert aan coöperatieve verdediging
wat is minimum viable population(MVP)?
het aantal individuen die nodig om een langdurige overleving te verzekerenw
at is population viability analysis(PVA)
een statistieke methode van risico evaluatie dat soorten karakteristieken en omgeving variatie bij elkaar brengt om de populatie dynamiek te voorspellen en de extinctie risico’s
wat is de minimum dynamic area(MDA)?
het gebied van geschikt habitat dat nodig is om de MVP te behouden