Bepaling vd lichaamssamenstelling: dubbel indirecte methoden

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/44

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

45 Terms

1
New cards

dubbel indirecte methoden

  • antropometrie

  • BIA

  • creatinine excretie

== Bepalen densiteit of watergehalte op een onrechtstreekse manier

🡪volume vetmassa/vetvrije massa afleiden

2
New cards

voordelen en nadelen v dubbel indirecte methode

voordelen:

  • klinisch bruikbare methoden

  • snel

  • goedkoop

nadeel:

  • minder precies

  • gebruik predictieformules (afgeleid v direct/indirecte methoden)

3
New cards

antropometrie

= “het meten van mensen”

metingen vd variatie in samenstelling en afmetingen vh lichaam

  • beoordeling groei: lichaamsniveau

  • beoordeling lichaamssamenstelling: weefselniveau: AT - LBM

4
New cards

antropometrie voordelen + risico’s

  • makkelijk uitvoerbaar

  • eenvoudig materiaal

  • screening ondervoeding

  • opvolging ifv tijd

  • !! ervaren uitvoerder voor juiste gegevens!!

5
New cards

antropometrie groei en lichaamssamenstelling

groei: afmetingen:

  • metingen: gewicht, lengte/gestalte, hoofdomtrek

  • indices (=omzetten in info)

  • interpretatie

  • evaluatie voedingstoestand bij kind

  • evaluatie voedingstoestand vd volwassene

lichaamssamenstelling:

  • metingen: omtrek lidmaat, huidplooien, middelomtrek

  • indices (=omzetten in info)

  • interpretatie

  • schatten lichaamsvetmassa

  • beoordelen lichaamsvetverdeling

6
New cards

antropometrie: meting v groei: gewicht

lichaamsgewicht: BW = eiwitten + lipiden + water + botmineraal

== wijziging BW = verandering in 1 of meer v biochemische compartimenten

  • gezonde personen: 0,5kg verschil dag per dag

  • ziekte: negatieve energie- en stikstofbalans (spieren) == gewichtsdaling:

    • starvation = -30% (redelijk snel dood)

    • semi-starvation = -40-50%

  • positieve energiebalans = opstapeling vetweefsel:

    • BW +1,27 kg = vet +1 kg

      ∆ BW = ±75% FM en 25%FFM

7
New cards

growth faltering

= afbuigen groeicurve

8
New cards

groeicurve

sensitieve, specifieke, eenvoudige methode voor evaluatie voedingstoestand

<p>sensitieve, specifieke, eenvoudige methode voor evaluatie voedingstoestand</p>
9
New cards

antropometrie: meting v groei: gestalte/lengte

= achterstand ontstaat traag

  • lengte = liggend gemeten

  • gestalte = staand gemeten

afhv: leeftijd, geslacht, afkomst, genetica

10
New cards

antropometrie: meting v groei: hoofdomtrek

= meet hersenontwikkeling tot 2j

indicator v voedingstoestand

  • intra-uteriene groeivertraging (baarmoeder)

  • chronische ondervoeding in eerste levensmaanden

    • gevolgen: abnormaal lage hoofdomtrek = minder hersencellen

11
New cards

antropometrische indices

= resultaten v metingen kunnen interpreteren

  • gewicht voor leeftijd = WFA

  • gewicht voor gestalte of lengte = WFH of WFL

  • gestalte of lengte voor leeftijd = HFA of LFA

== tot 18j

  • queteletindex QI = BMI = gewicht/lengte2

12
New cards

referentiepopulatie voor antropometrische indices

  • normaal gevoed

  • gezond

  • genetisch groeipotentieel

  • (regionaal/lokaal)

13
New cards

Antropometrie: indices van groei: curve referentiewaarden

referentiewaarden uitgedrukt als % v mediaan en percentielen

standaarddeviatiescore: Z-score = (meting-mediaan)/SD

14
New cards

interpretatie voedingstoestand bij kinderen: ondergewicht

  • ondervoeding: WFA

    • geen onderscheid klein gestalte vs acuut verlies weefselmassa

  • wasting of magerheid: WFH / WFL

    • verlies aan spierweefsel en/of vetreserve

    • relatief leeftijdsonafhankelijk

    • vlot omkeerbaar

    • voorspeller voor mortaliteit op korte termijn

  • stunting of groeivertraging: HFA / LFA

<ul><li><p>ondervoeding: WFA</p><ul><li><p>geen onderscheid klein gestalte vs acuut verlies weefselmassa</p></li></ul></li><li><p>wasting of magerheid: WFH / WFL</p><ul><li><p>verlies aan spierweefsel en/of vetreserve</p></li><li><p>relatief leeftijdsonafhankelijk</p></li><li><p>vlot omkeerbaar</p></li><li><p>voorspeller voor mortaliteit op korte termijn</p></li></ul></li><li><p>stunting of groeivertraging: HFA / LFA</p></li></ul><p></p>
15
New cards

interpretatie voedingstoestand bij kinderen: overgewicht

BMI kan gebruikt worden bij kinderen als de waarde vergeleken wordt met leeftijds- en geslachtsspecifieke referentiewaarden (vanaf 3j)

16
New cards

gewichtsveranderingen interpreteren (volwassenen)

korte termijn: kan door vochtbalans

lange termijn: nettowijziging weefsel

maat voor ondervoeding:

  • laatste 3 tot 6 maanden:

    • < 5% = licht

    • 5-10% = matig

    • > 10% = ernstig

    • 10-15% = ernstig

maat voor overvoeding: BMI > 25


17
New cards

belgen gewicht gemiddelden

16% —> 18% = obesitas (laatste 10j)

bijna helft = overgewicht

!! steigende lijn!!!!

18
New cards

obesitas

Overmatige opstapeling van vet (vetweefsel) in het lichaam, gecorreleerd met gezondheidsrisico

≠ exces gewicht —> exces lichaamsvet = ziekte

19
New cards

gevolgen obesitas

knowt flashcard image
20
New cards

BMI

relatief leeftijdsonafhankelijk van 18-59j (daarna begint vetpercentage toe te nemen)

  • goede correlatie gezondheidindices

  • goede correlatie %BF

  • geen onderscheid vetzucht, oedeem, spierontwikkeling

BMI = gewicht/lengte2

<p>relatief leeftijdsonafhankelijk van 18-59j (daarna begint vetpercentage toe te nemen)</p><ul><li><p>goede correlatie gezondheidindices</p></li><li><p>goede correlatie %BF</p></li><li><p>geen onderscheid vetzucht, oedeem, spierontwikkeling</p></li></ul><p>BMI = gewicht/lengte<sup>2</sup></p>
21
New cards

BRI

body roudness index

resultaat score tussen 1 en 20 (1 weinig lichaamsvet, 20 veel)

22
New cards

chronische energiemalnutritie CED

ondergewicht gevolgen:

  • geleverd werk omlaag — productiviteit daalt — inkomen daalt

  • minder in staat om te reageren op stresstoestanden

  • leeftijdsonafh

  • overeenstemmend BF% =/ man en vrouw en tussen populaties

  • referenties enkel volwassenen 20-65j (niet zwanger)

<p>ondergewicht gevolgen:</p><ul><li><p>geleverd werk omlaag — productiviteit daalt — inkomen daalt</p></li><li><p>minder in staat om te reageren op stresstoestanden</p></li></ul><p></p><ul><li><p>leeftijdsonafh </p></li><li><p>overeenstemmend BF% =/ man en vrouw en tussen populaties</p></li><li><p>referenties enkel volwassenen 20-65j (niet zwanger)</p></li></ul><img src="https://knowt-user-attachments.s3.amazonaws.com/f3a4a4aa-204c-4d19-b3ad-46c87a7dbe6e.png" data-width="100%" data-align="center"><p></p>
23
New cards

antropometrie

knowt flashcard image
24
New cards

lean body mass

  • skeletspieren: eiwitten (afname reserves tijdens chronische ondervoeding)

  • viscerale organen

  • hersenen

  • skelet

25
New cards

adipose tissue (AT)

  • lichaamsvetweefsel = variabele component

  • vet = stapelvorming v energie — gevoelig aan acute malnutritie

  • veranderingen in lichaamsvet (>0,5 kg) geven indirect een schatting van verandering in energiebalans

26
New cards

antropometrie: lichaamssamenstelling: arm

  • midbovenarmomtrek (mid upper arm circumference of MUAC)

    • linkerbovenarm

    • interobserver variabiliteit tot 0,5cm = 3-5%

    • meting spieren en subcutaan vetweefsel

    • als MUAC daalt == aanwijzing voor wasting

    • redelijke stabiele waarden

  • probleem:

    • onderschat bij ouderen (ondervoeding)

    • overschat bij jonge kinderen (ondervoeding)

= oplossing: MUAC meer leeftijdsspecifiek maken

— ontwikkelingslanden: 

  • onderhuidsvetweefsel vaak dun (dicht bij evenaar = warm) — wnr lage waarden = afname spiermassa

  • kleurenbandje ipv meter

<ul><li><p>midbovenarmomtrek (mid upper arm circumference of MUAC)</p><ul><li><p>linkerbovenarm</p></li><li><p>interobserver variabiliteit tot 0,5cm = 3-5%</p></li><li><p>meting spieren en subcutaan vetweefsel</p></li><li><p>als MUAC daalt == aanwijzing voor wasting</p></li><li><p>redelijke stabiele waarden</p></li></ul><p></p></li><li><p>probleem:</p><ul><li><p>onderschat bij ouderen (ondervoeding)</p></li><li><p>overschat bij jonge kinderen (ondervoeding)</p></li></ul></li></ul><p>= oplossing: MUAC meer leeftijdsspecifiek maken</p><p></p><p>— ontwikkelingslanden:&nbsp;</p><ul><li><p>onderhuidsvetweefsel vaak dun (dicht bij evenaar = warm) — wnr lage waarden = afname spiermassa</p></li><li><p>kleurenbandje ipv meter</p></li></ul><p></p>
27
New cards

antropometrie: lichaamssamenstelling: huidplooidikten

vrij grote interindividuele verschillen, maar globaal gezien 30-50% v vet is onderhuidsvet (=subcutaan)

  • meting: huidplooidikte calipers = meten samengedrukte laag v vet + huid

    • verschil in hoe meten en in kwaliteit v materiaal

    • 1 tot 12 plaatsen metingen uitvoeren (in praktijk meestal volgende 4 plaatsen gdn)

      • tricepsplooi

      • bicepshuidplooi

      • subscapulair

      • supra-iliacaal

  • via tabel gegevens vertalen nr bruikbaar materiaal

  • huidplooidikten verschillen afhv: leeftijd, ras, geslacht, ziektetoestand + interobserver variabiliteit groot

<p>vrij grote interindividuele verschillen, maar globaal gezien 30-50% v vet is onderhuidsvet (=subcutaan)</p><ul><li><p>meting: huidplooidikte calipers = meten samengedrukte laag v vet + huid</p><ul><li><p>verschil in hoe meten en in kwaliteit v materiaal</p></li><li><p>1 tot 12 plaatsen metingen uitvoeren (in praktijk meestal volgende 4 plaatsen gdn)</p><ul><li><p>tricepsplooi</p></li><li><p>bicepshuidplooi</p></li><li><p>subscapulair</p></li><li><p>supra-iliacaal</p></li></ul></li></ul></li><li><p>via tabel gegevens vertalen nr bruikbaar materiaal</p></li><li><p>huidplooidikten verschillen afhv: leeftijd, ras, geslacht, ziektetoestand + interobserver variabiliteit groot</p></li></ul><p></p>
28
New cards

gebruik huidplooidiktes

  • Nutritionele beoordeling (cfr. referentietabellen)

  • Combinatie met MUAC:

    • midbovenarmspieromtrek (MAMC) = maat nutritionele eiwitstatus of spiermassa

      • Cm = Ca - πS

    • midbovenarmspieroppervlak (M)

      • botvrije spieroppervlakte

      • beter dan MAMC

      • niet voor bejaarden en obesen

    • midbovenarmvetoppervlak (F)

      • schatting totale vetmassa

      • leeftijdsonafh tussen 1-7j

      • maat voor energiereserve

  • Schatting lichaamsvet

  • Opvolging van atleten

<ul><li><p><span style="background-color: transparent;">Nutritionele beoordeling (cfr. referentietabellen)</span></p></li><li><p><span style="background-color: transparent;">Combinatie met MUAC:</span></p><ul><li><p><span style="background-color: transparent;"> midbovenarm<strong>spier</strong>omtrek (MAMC) = maat nutritionele eiwitstatus of spiermassa</span></p><ul><li><p><span style="background-color: transparent;"><strong>C<sub>m </sub>= C<sub>a </sub>- πS</strong></span></p></li></ul></li><li><p>midbovenarmspieroppervlak (M)</p><ul><li><p>botvrije spieroppervlakte</p></li><li><p>beter dan MAMC</p></li><li><p>niet voor bejaarden en obesen</p></li></ul></li><li><p>midbovenarmvetoppervlak (F)</p><ul><li><p>schatting totale vetmassa</p></li><li><p>leeftijdsonafh tussen 1-7j</p></li><li><p>maat voor energiereserve</p></li></ul></li></ul></li></ul><ul><li><p><span style="background-color: transparent;">Schatting lichaamsvet</span></p></li><li><p><span style="background-color: transparent;">Opvolging van atleten</span></p></li></ul><p></p>
29
New cards

antropometrie: lichaamssamenstelling: lichaamsomtrek

  • taille + heupomtrek == waist-to-hip ratio = VEROUDERD

  • middelomtrek of buikomtrek = halfweg tussen heup en onderste rip (meestal rond navel)

30
New cards

interpretatie lichaamssamenstelling huidplooimetingen via lichaamsdensiteit

foute veronderstellingen:

  • subcutaan vet is een vaste proportie lichaamsvet

  • gemeten plaatsen zijn representatief voor de dikte vh onderhuids vetweefsel

maar!!

  • Enkel subcutaan vet meten 🡪 onderschatting vetmassa bij obesen

  • Overschatting bij oedeem, zwangerschap

  • Vereist ervaring

  • Interobserver variabiliteit

31
New cards

vetverdeling via middelomtrek beoordelen

associaties gemaakt tussen middelomtrek en het viscerale adipose tissue

⇒  middelomtrek steigen bij adipose AT aanwezigheid

bij visceraal AT = meer kans op diabetes en hart en vaatziekten


insuline gevoeligheid = geeft weer hoe lgoe lichaam nog reageert op hormoon insuline.

⇒  associatie tussen te vinden ⇒  hoe meer centrale abdominale vet aanwezig, hoe lager de insuline gevoeligheid = meer kans op diabetes


<p></p><img src="https://knowt-user-attachments.s3.amazonaws.com/774f94a5-387c-40bf-8fe7-4b7bc2f68cfd.png" data-width="100%" data-align="center"><p><span style="background-color: transparent;">associaties gemaakt tussen middelomtrek en het viscerale adipose tissue</span></p><p><span style="background-color: transparent;">⇒&nbsp; middelomtrek steigen bij adipose AT aanwezigheid</span></p><p></p><p><span style="background-color: transparent;">bij visceraal AT = meer kans op diabetes en hart en vaatziekten</span></p><p><br><span style="background-color: transparent;">insuline gevoeligheid = geeft weer hoe lgoe lichaam nog reageert op hormoon insuline.</span></p><p><span style="background-color: transparent;">⇒&nbsp; associatie tussen te vinden ⇒&nbsp; hoe meer centrale abdominale vet aanwezig, hoe lager de insuline gevoeligheid = meer kans op diabetes</span></p><p><br></p>
32
New cards

vetverdeling via middelomtrek beoordelen: risico’s

associaties gemaakt tussen middelomtrek en het viscerale adipose tissue

⇒  middelomtrek steigen bij adipose AT aanwezigheid

bij visceraal AT = meer kans op diabetes en hart en vaatziekten


insuline gevoeligheid = geeft weer hoe lgoe lichaam nog reageert op hormoon insuline.

⇒  associatie tussen te vinden ⇒  hoe meer centrale abdominale vet aanwezig, hoe lager de insuline gevoeligheid = meer kans op diabetes

== metabole syndroom

<p><span style="background-color: transparent;">associaties gemaakt tussen middelomtrek en het viscerale adipose tissue</span></p><p><span style="background-color: transparent;">⇒&nbsp; middelomtrek steigen bij adipose AT aanwezigheid</span></p><p></p><p><span style="background-color: transparent;">bij visceraal AT = meer kans op diabetes en hart en vaatziekten</span></p><p><br><span style="background-color: transparent;">insuline gevoeligheid = geeft weer hoe lgoe lichaam nog reageert op hormoon insuline.</span></p><p><span style="background-color: transparent;">⇒&nbsp; associatie tussen te vinden ⇒&nbsp; hoe meer centrale abdominale vet aanwezig, hoe lager de insuline gevoeligheid = meer kans op diabetes</span></p><p></p><p>== metabole syndroom</p>
33
New cards

buikomtrek waardes

bij BMI hoger dan 35 is niet nuttig om meting te doen, want weten dat het ongezond is

<p>bij BMI hoger dan 35 is niet nuttig om meting te doen, want weten dat het ongezond is</p>
34
New cards

antropometrie voordelen

  • Eenvoudig, veilig, niet-invasief, bedside, toepasbaar op grote aantallen

  • Uitrusting goedkoop, draagbaar, duurzaam, lokaal te maken of te kopen

  • Geen grote opleiding nodig

  • Indien gestandaardiseerd: precies + accuraat

    • precisie: De mate waarin herhaalde metingen van dezelfde grootheid hetzelfde resultaat geven. = hoe dicht metingen 

    • accuraatheid: De mate waarin een gemeten waarde overeenkomt met de werkelijke (ware) waarde. = hoe juist de meting is

  • Info over voeding in verleden (uniek!)

  • Identificeert milde, matige en ernstige ondervoeding

  • Veranderingen in tijd; tussen generaties (seculaire trend)

  • Ontwikkeling screeningmethoden (risicopersonen)

35
New cards

antropometrie: aanbevelingen

knowt flashcard image
36
New cards

dubbel indirecte methode: BIA

= bio-elektrische-impedantieanalyse

  • Vet en bot => elektrische isolatoren

  • Elektrolyten in FFM => elektrische geleiders

  • Bepaling elektrische geleiding in lichaam

🡺 Maat voor LBM

🡺Schatting FM en FFM

  • Elektrische weerstand van het lichaam bij gebruik wisselstroom => impedantie

    • 1/diameter

    • 1/FFM

    • Gestalte2

37
New cards

uitvoering BIA

  • Elektroden op handen en voeten van liggende persoon

  • Wisselstroom (5 – 200kHz) gedurende enkele sec

  • Geleiding door water en elektrolyten LBM

  • Singlefrequentietoestellen (goedkoper) (slechtere resultaten)

  • Multifrequentietoestellen (totaal en ECW apart bepalen) (duurder)

38
New cards

BIA vereisten

  • Lichaam in rust (meestal liggend)

  • Gestandaardiseerde contactpunten (voeten en handen)

  • Nuchter

  • Lege blaas

  • Ledematen gespreid

  • Geen metalen voorwerpen

  • Gekende lengte, gewicht, leeftijd, geslacht

39
New cards

resultaten/verwerking BIA

  • Schatting TBW

    • > berekening FFM

    • > berekening FM

  • Enkel geldig bij normale hydratatie

  • Op basis van predictieformules

40
New cards

BIA voordelen en nadelen

  • Voordelen:

    • Snel

    • Veilig

    • Accuraat

    • Niet-invasief

  • Nadelen:

    • Geldig voor beperkte populatie

    • Onnauwkeurige goedkope toestellen

41
New cards

dubbel indirecte methoden: creatinine excretie

  • Urinaire metabolieten zoals bv. creatinine (zit in urine = afvalstof die uit spieren komt v stof creatine = evenredige hoeveelheid in urine)

🡺 Indirecte maat voor spiermassa

  • Principe:

    • Creatine voor 98% in spieren

    • Omzetting creatine(fosfaat) => creatinine

    • Uitscheiding creatinine via nieren

    • Uitscheiding evenredig met creatinegehalte in spieren

    • 1 mg creatinine = 17-18 g spiermassa (vrouw)

    • 1 mg creatinine = 23 g spiermassa (man)

<ul><li><p><span style="background-color: transparent;">Urinaire metabolieten zoals bv. creatinine (zit in urine = afvalstof die uit spieren komt v stof creatine = evenredige hoeveelheid in urine)</span></p></li></ul><p><span style="background-color: transparent; font-family: &quot;Noto Sans Symbols&quot;, sans-serif;">🡺</span><span style="background-color: transparent; font-family: &quot;Times New Roman&quot;, serif;"> </span><span style="background-color: transparent;">Indirecte maat voor spiermassa</span></p><ul><li><p><span style="background-color: transparent;">Principe:</span></p><ul><li><p><span style="background-color: transparent;">Creatine voor 98% in spieren</span></p></li><li><p><span style="background-color: transparent;">Omzetting creatine(fosfaat) =&gt; creatinine</span></p></li><li><p><span style="background-color: transparent;">Uitscheiding creatinine via nieren</span></p></li><li><p><span style="background-color: transparent;">Uitscheiding evenredig met creatinegehalte in spieren</span></p></li><li><p><span style="background-color: transparent;">1 mg creatinine = 17-18 g spiermassa (vrouw)</span></p></li><li><p><span style="background-color: transparent;">1 mg creatinine = 23 g spiermassa (man)</span></p></li></ul></li></ul><p></p>
42
New cards

creatinine excretie voor en nadelen

  • Voordelen

    • Courante laboanalyse

    • Eenvoudig

  • Nadelen

    • 24u collectie met risico op onder en overcollectie

    • Intra-individuele variabiliteit (tot 10%)

    • Invloed voeding, koorts, ziekte,…

    • Minder nauwkeurig dan densitometrie en 40K bepaling

43
New cards
44
New cards
45
New cards