Engels - toets 1
Studied by 0 people
Call Kai
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards
Knowt Play1/168
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
169 Terms
hereditary
erfelijk
ceremonial
ceremonieel
accountable
verantwoordelijk
compelling
overtuigend
the House of Commons
het Lagerhuis (resp.: het parlement)
the House of Lords
het Hogerhuis (resp.: de senaat)
a Member of Parliament (MP)
een volksvertegenwoordiger
a Prime Minister (PM)
een eerste minister / premier
a constituency
een kiesdistrict
a manifesto
een manifesto
the Speaker of the House
de voorzitter van het Lagerhuis
a hung parliament
een verdeeld parlement
a constituent
een kiezer
a peaceful protest
een vredevol protest
a leaflet
een folder
a petition
een petitie
a policy
een beleid
to lobby
lobbyen
to govern
regeren
because
omdat
since
aangezien
as
aangezien
due to
door
as a result of
als gevolg van
so that
zodat
in order to
om
a barrister
een advocaat
a charge
een aanklacht
a court of law
een rechtbank / gerechtshof
a courtroom
een rechtszaal
a crime
een misdaad
a defendant
een beklaagde
a fine
een boete
a judge
een rechter
a jury
een jury
a penalty / a sentence
een straf
a plaintiff
een aanklager
a plea
een pleidooi
a solicitor
een advocaat
a suspect
de verdachte
a trial
een rechtzaak
a verdict
een verdict
an indictment (against somebody)
een aanklacht
an offence
een overtreding
community service
gemeenschapsdienst
counsel
advies
cross-examination
een kruisverhoor
custody
bewaarneming
death penalty
doodstraf
house arrest
huisarrest
innocent
onschuldig
liable (for something)
aansprakelijk
life imprisonment
levenslange opsluiting
prison time
gevangenisstraf
probation
voorwaardelijke vrijlating
the accused
de beschuldigde
the dock
de beklaagdenbank
to accuse somebody
beschuldigen
to acquit somebody
iemand vrijspreken
to charge somebody
iemand beschuldigen
to clear somebody
iemand vrijspreken
to commit a crime
een misdaad plegen
to convict somebody
iemand veroordelen
to defend somebody
iemand verdedigen
to detain somebody
vasthouden
to dismiss (a case)
een zaak verwerpen
to drop (a case)
een zaak laten vallen
to file an appeal
beroep aantekenen
to find somebody guilty (of something)
iemand schuldig bevinden
to fine somebody
iemand beboeten
to hear a case
een zaak aanhoren
to prosecute somebody
vervolgen
to punish somebody
iemand bestraffen
to put somebody on trial
iemand terecht laten staan
to set somebody free
iemand vrijlaten
to settle something
schikken
to take somebody to court
iemand voor de rechter slepen
to testify
getuigen