BIO V5T3 voeding en vertering

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/67

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

68 Terms

1
New cards

Voedingsmiddel

Alles wat je eet of drinkt

2
New cards

Voedingsstof

Een bruikbare stof in een voedingsmiddel die het lichaam gebruikt als brandstof

3
New cards

Voedingsvezel

Plantaardig onderdeel van voedsel dat niet wordt verteerd

4
New cards

Eiwit (proteïne)

Een voedingsstof opgebouwd uit aminozuren; belangrijk als bouwstof voor cellen en enzymen

5
New cards

Essentieel aminozuur

Een aminozuur dat het lichaam niet zelf kan aanmaken en dat dus uit de voeding moet komen (bijv. via dierlijke of plantaardige eiwitten).

6
New cards

Niet-essentieel aminozuur

Een aminozuur dat het lichaam zelf kan maken

7
New cards

Transaminering

Het proces waarbij in de lever een aminogroep wordt overgedragen om een niet-essentieel aminozuur te vormen.

8
New cards

Dissimilatie van eiwitten

Afbraak van overtollige aminozuren waarbij ammoniak vrijkomt

9
New cards

Koolhydraat

Voedingsstof die vooral dient als brandstof; komt voor als mono-

10
New cards

Monosaccharide

Een enkelvoudige suiker die snel opgenomen wordt in het bloed; voorbeelden zijn glucose (energie) en fructose (fruitsuiker).

11
New cards

Disaccharide

Een suiker die bestaat uit twee monosacchariden; moet eerst worden afgebroken voor opname (zoals sacharose en maltose).

12
New cards

Polysaccharide

Lange keten van suikermoleculen die eerst verteerd moeten worden

13
New cards

Glycogeen

Een korte-termijn energievoorraad in de lever en spieren

14
New cards

Vet (lipide)

Voedingsstof bestaande uit glycerol en vetzuren; gebruikt als energiebron

15
New cards

Verzadigd vetzuur

Vetzuur zonder dubbele bindingen; komt voor in dierlijke vetten en verhoogt het cholesterolgehalte in het bloed.

16
New cards

Onverzadigd vetzuur

Vetzuur met een of meer dubbele bindingen; komt voor in plantaardige oliën en vette vis

17
New cards

Essentieel vetzuur

Vetzuur dat je lichaam niet zelf kan maken

18
New cards

Cholesterol

Vetachtige stof die nodig is voor celmembranen en hormonen

19
New cards

Water

Onmisbare stof in het lichaam die dient als bouwstof

20
New cards

Zout (mineraal)

Essentiële anorganische stof zoals calcium

21
New cards

Spoorelement

Mineraal dat je in zeer kleine hoeveelheden nodig hebt

22
New cards

Vitamine

Organische stof die in kleine hoeveelheden nodig is voor gezondheid en werking van enzymen; tekort leidt tot gebreksziekten.

23
New cards

Vetoplosbare vitaminen

Vitaminen A

24
New cards

Wateroplosbare vitaminen

Vitaminen B en C die je niet kunt opslaan en via urine uitscheidt; je moet ze regelmatig binnenkrijgen.

25
New cards

Gezonde voeding

Voeding die alle noodzakelijke voedingsstoffen bevat in de juiste verhouding en variatie om het lichaam gezond te houden.

26
New cards

Additief

Toegevoegde stof in voeding die zorgt voor houdbaarheid

27
New cards

Conserveringsmiddel

Additief dat bederf van voedsel door bacteriën en schimmels tegengaat

28
New cards

Antioxidant

Additief dat voorkomt dat vetten ranzig worden en zo de smaak en houdbaarheid van voedsel verbetert.

29
New cards

Emulgator

Stof die ervoor zorgt dat water en vet gemengd blijven in een voedingsmiddel

30
New cards

Voedselveiligheid

De mate waarin voeding vrij is van schadelijke stoffen zoals bestrijdingsmiddelen

31
New cards

E-nummers

Europese coderingen voor toegelaten additieven in voedingsmiddelen

32
New cards

Vertering

Het proces waarbij grote voedingsmoleculen worden afgebroken tot kleinere bouwstenen die het lichaam kan opnemen

33
New cards

Verteringskanaal

Een ongeveer 9 meter lange buis die loopt van mond tot anus

34
New cards

Verteringsklieren

Organen die verteringssappen met enzymen produceren

35
New cards

Peristaltiek

Een onwillekeurige spierbeweging (golvende contracties van kringspieren en lengtespieren) die voedsel voortbeweegt

36
New cards

Speeksel

Vocht dat wordt geproduceerd door speekselklieren en enzym amylase bevat

37
New cards

Amylase

Een enzym in speeksel en alvleessap dat zetmeel (polysacharide) afbreekt tot maltose (disacharide).

38
New cards

Slikreflex

Automatische reflex waarbij tong voedsel naar keel duwt

39
New cards

Slokdarm

Een gespierde buis die voedsel via peristaltiek naar de maag transporteert; zelf geen vertering.

40
New cards

Maag

Orgaan waar voedsel tijdelijk wordt opgeslagen

41
New cards

Maagsap

Vloeistof in de maag bestaande uit zoutzuur (pH ≈ 1

42
New cards

Pepsine

Een enzym in de maag dat eiwitten afbreekt tot polypeptiden en alleen werkt in een zuur milieu.

43
New cards

Maagportier (pylorus)

Een kringspier die de maag afsluit en kleine porties voedsel doorlaat naar de twaalfvingerige darm wanneer de pH daar voldoende is (basisch).

44
New cards

Lever

Maakt gal aan dat wordt opgeslagen in de galblaas en vetten emulgeert zodat enzymen beter kunnen werken.

45
New cards

Gal

Vloeistof die vetten emulgeert (verkleint vetdruppels) en galkleurstoffen bevat voor afbraak van rode bloedcellen.

46
New cards

Alvleesklier (pancreas)

Produceert alvleessap met enzymen (amylase

47
New cards

Trypsinogeen

Inactief pro-enzym uit alvleesklier

48
New cards

Twaalfvingerige darm

Eerste deel van dunne darm waar gal en alvleessap worden toegevoegd

49
New cards

Secretine

Hormoon dat lever en alvleesklier stimuleert tot productie van gal en basisch NaHCO₃.

50
New cards

Cholecystokinine (CCK)

Hormoon dat galblaas laat samentrekken en alvleesklier enzymproductie stimuleert.

51
New cards

Dunne darm (jejunum en ileum)

Plaats waar vertering wordt voltooid en voedingsstoffen worden opgenomen in bloed en lymfe.

52
New cards

Darmsap

Vloeistof met enzymen als peptidasen (peptides → aminozuren)

53
New cards

Hydrolyse

Chemische splitsing van voedingsstoffen door verteringsenzymen waarbij water (H₂O) wordt gebruikt om bindingen te breken.

54
New cards

Actieve resorptie

Proces waarbij darmepitheelcellen voedingsstoffen tegen de concentratiegradiënt in opnemen

55
New cards

Darmvlokken

Kleine vingervormige uitstulpingen in de darmwand die het opnameoppervlak vergroten.

56
New cards

Microvilli

Microscopisch kleine uitsteeksels op darmepitheelcellen die het opnameoppervlak extreem vergroten (tot tennisveldformaat).

57
New cards

Poortader

Bloedvat dat voedingsstoffen uit de dunne darm direct naar de lever voert voor verwerking.

58
New cards

Blindedarm

Overgangsgebied tussen dunne en dikke darm; bevat appendix

59
New cards

Appendicitis

Ontsteking van de appendix die vaak operatief verwijderd moet worden.

60
New cards

Dikke darm

Orgaan waar water

61
New cards

Ontlasting (feces)

Onverteerde voedselresten

62
New cards

Endeldarm

Laatste deel van dikke darm dat ontlasting verzamelt en enige opname van vocht en zouten doet.

63
New cards

Anus

Kringspier die de endeldarm afsluit en uitscheiding van ontlasting regelt.

64
New cards

Lipase

Enzym uit alvleessap dat vetten afbreekt in glycerol en vetzuren door hydrolyse.

65
New cards

Peptidasen

Enzymen uit darmsap die kleine peptideketens afbreken tot aminozuren.

66
New cards

Maltase

Enzym uit darmsap dat maltose afbreekt tot twee glucosemoleculen.

67
New cards

Lactase

Enzym dat lactose afbreekt tot glucose en galactose.

68
New cards

Saccharase

Enzym dat sacharose afbreekt tot glucose en fructose.