Kaarten: Menselijke biologie en ziekteleer H13 NEDERLANDS | Quizlet

Sperma

Mannelijke voorplantingscellen

Eicel

Vrouwelijke voortplantingscel

Gepaarde teelballen (één testis)

De plaatsen van spermaproductie van de man

Scrotum

Een uitstulping van huid en gladde spieren

Epididymis (bijbal)

Een enkel opgerold kanaal net buiten de testis

Penis

Het mannelijke geslachtsorgaan

Erectie

Een vergroting van de lengte, diameter en stijfheid van de penis die het binnendringen in de vagina vergemakkelijkt

Sperma (definitie 2)

Dik, witachtig mengsel van vloeistoffen

Zaadvloeistof

Een waterig mengsel dat fructose en prostaglandinen bevat - geproduceerd door zaadblaasjes (seminal vesicle)

Fructose

Koolhydraten dat sperma van een energiebron voorziet

Prostaglandinen

Stimuleert spiercontracties in het vrouwelijke voortplantingssysteem waardoor sperma effectiever kan reizen

Alkalische vloeistof

Vloeistof geproduceerd door de prostaatklier

Slijm

Vloeistof geproduceerd door bulboutethrale klieren

Ongedifferentieerde cellen

Cellen die nog geen enkele soort gespecialiseerde cel zijn geworden

Spermatogenia (enkelvoud: spermatogonium)

Ongedifferentieerde cellen aan het buitenoppervlak van elke tubulus

Gameten

Geslachtscellen (sperma en eicellen)

Diploïde cellen

Cellen met 46 chromosomen

Haploïde cellen

Cellen met 23 chromosomen

Primaire spermatocyten

Spermatogenia na een eerste deling (mitose)

Secundaire spermatocyten

Primaire spermatocyten na een tweede deling (meiose)

Spermatiden

Secundaire spermatocyten na een derde deling (meiose) - zijn haploïde cellen en rijpen langzaam, worden de mannelijke gameten of sperma

Sertoli-cellen

Cellen die het grootste deel van de tubuli semniniferi vormen

Acrosoom

Een kapje met enzymen die het sperma helpen de eicel binnen te dringen

Kop

Deel van zaadcel dat het DNA bevat georganiseerd in chromosomen en bedekt door een acrosoom

Middenstuk

Deel van zaadcel waar mitochondriën energie produceren voor de staart

Staart

Zweepachtig deel van de zaadcel die het sperma naar voren beweegt, aangedreven door de energie geproduceerd in het middenstuk

Testosteron

Een steroïde hormoon dat wordt geproduceerd door interstitiële cellen die zich tussen de tubuli seminiferi in de teelballen bevinden

Gonaden

Geslachtsklieren

Inhibine

Hormoon uitgescheiden door de Sertoli-cellen dat de secretie van GnRH en FSH inhibeert

Twee eierstokken

Primaire vrouwelijke voortplantingsorganen

Oöcyten (onrijpe eieren)

Vrouwelijke gameten

Oestrogeen en progesteron

Vrouwelijke geslachtshormonen

Oviduct

Andere naam voor eileider

Fimbriae

Vingerachtige uitsteeksels die helpen de eicel in de eileider te verplaatsen

Baarmoeder

Een hol, peervormig orgaan waarin het embryo groeit en zich ontwikkelt

Endometrium

Binnenste laag van de baarmoeder

Implantatie

Een bevruchte eicel hecht zich aan het endometrium

Placenta

Voedt de zich ontwikkelende foetus en zorgt ook voor afvalverwijdering en gasuitwisseling

Myometrium

Buitenste laag van de baarmoeder

Baarmoederhals (cervix)

Het smalle deel van de baarmoeder dat iets in de vagina steekt

Vagina

Een hol spierorgaan van geslachtsgemeenschap en ook het geboortekanaal

Maagdenvlies

Dunne ring van weefsel dat de opening van de vagina gedeeltelijk kan bedekken

Vulva

De vrouwelijke uitwendige genitaliën

Grote schaamlippen

Een buitenste, groter paar met vet bekledje huidplooien die de kleine schaamlippen omringen en omsluiten

Kleine schaamlippen

Een zeer vasculair maar kleiner paar plooien

Clitoris

Een klein orgaan dat gedeeltelijk wordt omsloten door de kleine schaamlippen, speelt een belangrijke rol bij de vrouwelijke seksuele respons

Urethrale opening

Opening tussen de clitoris en de vaginale opening, waar urine doorheen gaat tijdens het plassen

Borstklieren

Gemodificeerde zweetklieren die technisch gezien deel uitmaken van de huid

Tepel

Deel in het midden van elke borst

Gepigmenteerde tepelhof

Deel rondom de tepel

Menstruatiecyclus

Een patroon van veranderingen die de eierstokken en baarmoeder elke maand ondergaan - bestaat uit twee aan elkaar gekoppelde cycli: de eierstokcyclus en de baarmoedercyclus

Eierstokcyclus

Een regelmatig patroon van groei, rijping en afgifte van eicellen uit de eierstok

Granulosacellen

Cellen die de primaire oöcyt omgeven en hem voeden

Follikel

Onrijpe cel gevormd door een primaire oöcyt en zijn granulosacellen

Antrum

Een met vloeistof gevulde ruimte in de follikel

Graafse follikel

Volwassen follikel die bestaat uit een secundaire oöcyt, een poollichaampje en talloze granulosacellen - allemaal omgeven door eierstok bindweefselcellen

Corpus luteum

Wat er overblijft van de gescheurde follikel na de ovulatie

Chorion

Weefsellaag afkomstig van het embryo

Baarmoedercyclus

Een reeks structurele en functionele veranderingen die optreden in het baarmoederslijmvlies van de baarmoeder terwijl het zich elke maand voorbereidt op de mogelijkheid dat er een bevruchte eicel aankomt

Menstruatie

Het proces waarbij de endometriumbekleding uiteenvalt en de kleine bloedvaten scheuren

Premenstrueel syndroom (PMS)

Een groep symptomen die vaak geassocieerd worden met de premenstruele periode, waaronder hunkeren naar eten, stemmingswisselingen, angst, rug-en gewrichtspijn, vasthouden van water en hoofdpijn

Dysmenorroe

Pijnlijke menstruatie

Menselijke seksuele respons

Een reeks gebeurtenissen die de seksuele functie coördineren om geslachtsgemeenschap en bevruchting te bewerkstelligen

Opwinding

Verhoogd seksueel bewustzijn en opwinding

Plateau

Intense en aanhoudende opwinding

Orgasme

Het hoogtepunt van seksuele sensaties

Resolutie of herstel

De vermindering van opwinding

Orgasme van een man

Een korte, intens plezierige reflexgebeurtenis die ejaculatie of de uitdrijving van sperma tot stand brengt

Refractaire periode

Periode waarin geen nieuwe erectie en orgasme kan worden bereikt - kan enkele minuten tot uren duren

Orgasme van een vrouw

Ritmische en onwillekeurige spiercontracties - samentrekkingen van de baarmoeder en de vagina gaan gepaard met intense gevoelens van genot en sensaties van warmte en ontspanning

Bevruchting

Wanneer een zaadcel een eicel in de eileider tegenkomt en de zona pellucida binnendringt

Onvruchtbaarheid

Na een jaar proberen niet zwanger geraken

Mannelijke onvruchtbaarheid

De insuffiëntie of het ontbreken van normaal, gezond sperma

Pelvic inflammatory disease (PID)

Een algemene term voor een uitgebreide bacteriële infectie van de inwendige vrouwelijke voortplantingsorganen

Endometriose

Een aandoening waarbij endometriumweefsel tijdens een menstruatieperiode door de eileider omhoog migreert en zich implanteert op andere organen, zoals de eierstokken, de wanden van de blaas of de dikke darm

Spontane abortus of miskraam

Het verlies van een foetus voordat deze buiten de baarmoeder kan overleven

Kunstmatige inseminatie

Sperma wordt met een injectiespuit in de vagina of baarmoeder geplaatst, zo dicht mogelijk bij de ovulatietijd

Kunstmatige reproductieve technologieën (ARTs)

Alle technieken waarbij zowel sperma als eicellen buiten het lichaam worden gehanteerd

In-vitrofertilisatie (IVF)

Eicellen rijpen in laboratoriumglaswerk en sperma wordt vervolgens eraan toegevoegd - 2 tot 4 dagen later wordt embryo via de vagina in de baarmoeder van de vrouw gebracht

Gamete intratubaire overdracht (GIFT)

Onbevruchte eicellen en zaadcellen rechtstreeks in eileider geplaatst via een kleine incisie in de buik van de vrouw (niet wachten op de ontwikkeling van de embryo)

Zygote intratubaire overdracht (ZIFT)

Eicel eerst buiten het lichaam bevrucht en vervolgens in de eileider geplaatst

Vruchtbaarheidsbevordende middelen

Medicijnen die de productie van zich ontwikkelende eieren stimuleren

Draagmoederschap

Een andere vrouw, een draagmoeder genaamd, wordt betaald om zwanger te worden en een baby te baren voor een ander paar

Seksueel-overdraagbare aandoeningen (SOA's)

Ziektes overgedragen door seksueel contact, zowel genitaal, oraal-genitaal of anaal-genitaal

Syfilis

Bacteriële SOA veroorzaakt door de bacterie Treponema pallidum

Penicilline

Antibacteriële stof

Chancre

Een harde, droge, met bacteriën gevulde zweer

Gonorroe

Bacteriële SOA veroorzaakt door de bacterie Neisseria gonorrhoeae

Chlamydia

Bacteriële SOA veroorzaakt door de bacterie Chlamydia trachomatis

Humaan immunodeficiëntievirus (HIV)

Het virus dat het verworven immunodeficiëntiesyndroom (AIDS) veroorzaakt

Hepatitis B-virus

Virus dat een ontsteking aan de lever kan veroorzaken

Humaan papillomavirus (HPV)

Virale SOA dat kan veroorzaakt worden door ongeveer 40 HPV-virussen

Genitale herpes

Virale SOA die wordt veroorzaakt door herpes simplex-virussen

Herpes simplex-virus type 1 (HSV-1)

Virus dat genitale herpes veroorzaakt dat koortslippen of blaren rond de mond veroorzaakt - kan tijdens orale seks naar het genitale gebied worden verspreid

Herpes simplex-virus type 2 (HSV-2)

Virus dat genitale herpes veroorzaakt als gevolg van seksueel contact of huid-op-huid contact

Candida albicans

Een gist (een type schimmel) die altijd aanwezig is in de mond, dikke darm en vagina

Trichomoniasis

SOA die wordt veroorzaakt door het protozoaire Trichomonas vaginalis

Vaginitis

Ontsteking van de vagina

Schaamluis

Kleine geleedpotigen die verwant zijn aan spinnen en krabben