Studied by 2 people
l'évènement
het evenement, de gebeurtenis
le fait divers
het nieuwsfeit
l'information
de informatie
le / la journaliste
de journalist, de journaliste
le monde
het volk, de wereld
la politique
de politiek
les sports
de sport
la vedette
de vedette
international(e)
internationaal
local(e)
lokaal, plaatselijk
national(e)
nationaal
régional(e)
regionaal
être à la recherche de
op zoek zijn naar
informer
informeren
mentir
liegen
oser
durven
se concentrer
zich concentreren
se tromper
zich vergissen
s'informer
zich informeren
suivre l'actualité
op de hoogte blijven van de actualiteit
zapper
zappen
à propos de
in verband met
la chaîne
de zender
l'écran
het scherm
l'émission
de uitzending, het programma
l'image
het beeld
l'info trafic
de verkeersinformatie
le journal télévisé
het tv-journaal
le présentateur, la présentatrice
de presentator de presentatrice
la radio
de radio
le speaker, la speakerine
de omroeper / omroepster
le technicien
de technicus
la télé
de tv
la télécommande
de afstandsbediening
le volume
het volume
augmenter le son
de klank luider zetten
baisser le son
de klank stiller zetten
écouter les nouvelles
naar het nieuws luisteren
enregister
opnemen
présenter
presenteren
regarder les information
naar het nieuws kijken
la pub, la publicité
de reclame
retenir
onthouden
le casque
de hoofdtelefoon
la session
de sessie
jouer à un jeu vidéo
een videospel spelen
le Net
het internet
le site
de site
lire un journal en ligne
een krant online lezen
surfer sur Internet
surfen op het internet
Note
Flashcard