H17 DNA

Chromatine

________ bestaat uit nucleosomen, opgebouwd uit DNA en histonen.

Euchromatine

________: plaats waar chromatine veel minder compact (actief) is, vindt vertaling plaats.

Introns

________: DNA in een gen wordt echter niet gebruikt om een eiwit te coderen.

Heterochromatine

________: plaats waar chromatine zeer dicht is verpakt (inactief)

enzym

De ________ leest een DNA-streng in de 3'→5'-richting.

Helicase

________: enzym dat ketens splitst, breekt de waterstofbruggen tussen twee strengen (C & G moeilijker te scheiden dan A & T)

DNA

________ bestaat uit vier deoxyribonucleotiden, bestaande uit een fosfaatgroep, een suikermolecuul (deoxyribose) en een stikstofbase (A & T, C & G)

DNA replicatie

________ is semi-conservatief.

Repetitief DNA

________: korte DNA-sequenties die vaak worden herhaald, b.v.

DNA

________ verdubbeling creëert replicatievorken, waarbij een (n) ________ polymerase replicatie begint.

Heterochromatin

place where chromatin is very tightly packed (inactive)

Euchromatin

place where chromatin is much less compact (active), translation does take place

Repetitive DNA

short DNA sequences that are repeated frequently, e.g

Introns

DNA within a gene, however, is not used to encode a protein

Helicase

enzyme that splits chains breaks the hydrogen bonds between two strands (C&G more difficult to separate than A&T)

DNA ligase

connects the individual DNA fragments together