Les 8: C3.2

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/61

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

62 Terms

1
New cards

Complex netwerk van organen, cellen en eiwitten dat functioneren om infecties te vermijden of te limiteren door de omgeving aan te voelen, te interpreteren en op de gedetecteerde stimuli te reageren

Definitie immuunsysteem

2
New cards

Self: moleculen van het eigen lichaam

non-self: vreemde moleculen

Het immuunsysteem maakt onderscheid tussen twee soorten moleculen

3
New cards

Major Histocompatibility Complex (MHC)

moleculen op de oppervlakte van cellen dat dienen als ‘labels’ om ‘self’ en ‘non-self’ cellen te onderscheiden

4
New cards

Antigenen

Vreemde moleculen dat het immuunsysteem herkent als ‘non-self’

5
New cards

immuuncellen

deze worden geactiveerd bij het detecteren van antigenen

6
New cards

Moleculen aanwezig op het oppervlak of binnen in pathogenen dat herkend worden door het immuunsysteem

Definitie microbiële antigenen

7
New cards

Proteïnen

Lipiden

Polysacchariden

Nucleïnezuren

Dit soort moleculen kunnen microbiële antigenen zijn

8
New cards

B cellen

T cellen

Twee voorbeelden van immuuncellen

9
New cards

Grote, complexe moleculen die normaal niet gevonden worden in het lichaam (non-self)

De ultieme targets van alle immuunresponsen

10
New cards

Microbe-associated molecular patterns (MAMPs)

Geconserveerde microbiële kenmerken die essentieel zijn voor overleving en door het immuunsysteem worden herkend

11
New cards

Pattern Recognition Receptors (PRRs)

Deze herkennen MAMPs

12
New cards

Toll-Like Receptors (TLRs)

C-type lectin receptors (CLRs)

Nucleotide Oligomerization Domain (NOD) -like receptors (NLRs)

Collectines

4 voorbeelden van PRRs

13
New cards

Toll-Like Receptors (TLRs)

Membraangebonden signaalreceptoren

14
New cards

Oppervlak van immuuncellen als heterodimeren of homodimeren: herkennen membraancomponenten pathogenen

In endosomen als homodimeren: herkennen nucleïnezuren van MO

TLRs op basis van locatie

15
New cards

NOD-like receptors (NLRs)

PRRs die zich in het cytoplasma bevinden

16
New cards

Aangeboren / innate (niet-specifiek) systeem

Adaptief (specifiek) systeem

Twee intrinsieke defensiesystemen van het immuunsysteem

17
New cards

Huid, slijmvliezen, bloed-hersenbarrière… (voorkomen binnenkomst MO)

Antimicrobiële eiwitten, fagocyten,… (voorkomen verspreiding)

Specifieke reactie op vreemde stoffen

Drie verdedigingslinies

18
New cards

Keratine

Belangrijke component in de huid als fysische barrière tegen MO

19
New cards

Mucosae

Gelijkaardig aan keratine

20
New cards

Epitheelcellen

Mucus laag (slijmlaag)

Twee fysieke barrières door het epithelium

21
New cards

Keratinisatie

Proces dat zorgt voor een droge, chemisch en fysiek resistente oppervlakte, onherbergzaam voor microben op huidoppervlakken

22
New cards

Desquamatie

Verwijderen van microben die erin geslaagd zijn het epitheeloppervlak te koloniseren

23
New cards

Collageen en laminine verbinden deze met het basaal lamina

Met wat en hoe is het epithelium verbonden

24
New cards

Apicale zijde: buitenwereld

Basolaterale zijde: zijde van basaal lamina

Twee zijdes van het epithelium

25
New cards

Microvilli

structuren op het epithelium dat zorgen voor absorptie

26
New cards

Junctions

Manier van verbindingen tussen epitheelcellen

27
New cards

> 90% water

2-10% mucin

samenstelling mucus

28
New cards

Mucines

Grote, sterk geglycosyleerde eiwitten die voornamelijk in slijm voorkomen en een cruciale rol spelen bij de bescherming en smering van epitheliale oppervlakken

29
New cards

Koolhydraten

Hieruit bestaan mucines vooral

30
New cards

Glycoproteïnen

Dit soort moleculen zijn mucines

31
New cards

N-terminal: fysische eigenschappen mucine

C-terminal: signaaldomeinen

Functies van de domeinen van mucine

32
New cards

Glycocalyx

Dit vormen mucines, als ze geen grote polymeren vormen

33
New cards

Fagocyten

Natural Killer cellen

Ontstekingsreactie

Antimicrobiële eiwitten

Herkenning van ziekteverwekkers via koolhydraatstructuren op het oppervlak

5 niet-specifieke cellulaire en moleculaire afweermechanismen

34
New cards

Macrofagen

Neutrofielen

Dendritische cellen

Deze behoren tot de fagocyten

35
New cards

Fagocytose

Het opnemen van bacteriën en celresten en ze verteren

36
New cards

Granulocytaire lymfocyten

Type witte bloedcellen die kenmerken van zowel granulocyten (cellen met korrels) als lymfocyten (type immuuncel) vertonen. NK-cellen zijn van dit type

37
New cards

Herkennen en elimineren van abnormale cellen zonder specifieke herkenning

functie van NK-cellen

38
New cards

Perforines en andere cytolytische stoffen

Dodingsmechanisme van NK-cellen

39
New cards

Voorkomen van verspreiding van infectie, verwijderen pathogenen en starten van herstelprocessen

doel van ontsteking

40
New cards

Direct aanvallen van MO of hun voortplanting belemmeren

Functie antimicrobiële eiwitten

41
New cards

Interferonen

Complementsystemen

Twee belangrijkste antimicrobiële eiwitten

42
New cards

Humorale immuniteit: B-cellen (antilichamen)

Cellulaire immuniteit: T-cellen (cellen doden)

Twee takken van adaptieve immuniteit

43
New cards

B-cellen in het beenmerg

T-cellen in de thymus

Waar een lymfocyt een B- of T-cel wordt

44
New cards

Locatie van maturatie

Bepaalt of een lymfocyt een B- of een T-cel wordt

45
New cards

Antigen-presenterende cellen (APCs)

Cellen die antigenen presenteren aan lymfocyten, om immuunresponsen op te starten

46
New cards

Dendritische cellen

Deze migreren actief naar de lymfeklieren en secundaire lymfoïde organen om antigenen te presenteren aan T- en B-cellen

47
New cards

Immunoglobulines

Ander woord voor antilichamen

48
New cards

Geactiveerde B-cellen

Plasmacellen

Deze secreteren antilichamen

49
New cards

IgD

IgM

IgG

IgA

IgE

De maan glanst als echt.

5 klassen antilichamen met ezelbrug

50
New cards

IgG

Monomeer, meest overvloedige en diverse antilichaam in primaire en secundaire responsen

51
New cards

IgA

Dimeer, helpt voorkomen dat pathogenen zich hechten

52
New cards

IgD

monomeer, gebonden aan het oppervlak van B-cellen, voor deze te activeren

53
New cards

IgM

Pentameer: afgegeven door plasmacellen tijdens de primaire immuunrespons

54
New cards

IgE

Monomeer: zorgt voor afgifte van histamine

55
New cards

Twee heavy (H) chains

Twee light (L) chains

4 ketens waaruit een antilichaam bestaat

56
New cards

Variabele en constante regio

Twee regio’s die aanwezig zijn in elke keten van een antilichaam

57
New cards

Antilichamen zijn ineffectief tegen intracellulaire antigenen

Reden dat we T-cellen nodig hebben

58
New cards

CD4+ cellen (helper T cellen)

CD8+ cellen (cytotoxische T cellen)

Twee belangrijkste soorten T-cellen

59
New cards

Class 1 MHC: op bijna alle cellen van het lichaam

Class 2 MHC: op gespecialiseerde immuuncellen

Twee klasses MHC

60
New cards

Binden antigen

Co-stimulatie

Twee stappen van T-cel activatie

61
New cards

Ingebouwde verdediging

Basale verdedigingssystemen

Weerstandgenen

Drie types verdediging door plantenimmuniteit

62
New cards

Autoimmuunziektes

allergische reacties

Als het immuunsysteem reageert wanneer er geen echte dreiging is