Kaarten: Computers, informatica en het internet - Ordinateurs, informatique et internet | Quizlet

0.0(0)
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/73

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

74 Terms

1

Un ordinateur hybride

een 2-in-1 laptop

2

un ordinateur de bureau

een desktop

3

un ordinateur portable

een laptop

4

une tablette tactile

een touch tablet

5

une unité centrale / une tour

een pc-toren, een CPU

6

un composant

een onderdeel

7

la mémoire vive

het RAM-geheugen

8

la batterie

de batterij

9

le processeur

de processor

10

la carte mère

het moederbord

11

l'alimentation

de voeding

12

le ventilateur

de ventilator

13

le câble

de kabel

14

le câble d'alimentation

de voedingskabel

15

un clavier

een toetsenbord

16

un scanner

een scanner

17

une tablette graphique

een grafische tablet

18

une souris

een muis

19

une webcam

een webcam

20

un lecteur CD ou DVD

een CD- of DVD-speler

21

une imprimante

een printer

22

un casque

een koptelefoon

23

un écran

een scherm

24

les haut-parleurs

de luidsprekers

25

un graveur CD ou DVD

een CD- of DVD-brander

26

une puce / un mini-circuit électronique

een chip

27

un octet / combinaison de 8 bits

8 bytes

28

une bogue / un défaut de fonctionnement

een bug

29

une fente

een sleuf

30

le châssis

het frame, de computer case

31

un lecteur

een lezer, drive

32

une pilote

een driver

33

le fond (d'écran)

de achtergrond

34

la réparation / la restauration

de reparatie / het herstel

35

une partition

een onderverdeling

36

les données / les informations

de gegevens / de informatie

37

irrémédiablement

onomkeerbaar

38

définitivement sans solution

definitief zonder oplossing

39

le réglage / le paramétrage

de instelling / de afstelling

40

mettre en marche / démarrer

opstarten / in werking zetten

41

cocher / sélectionner par une croix

aankruisen

42

copier pour avoir un double

back-up maken

43

sauvegarder

opslaan

44

s'éteindre et se rallumer / redémarrer

uit- en aanzetten / heropstarten

45

la carte wifi

de wifi-kaart

46

le réseau local

het lokaal netwerk

47

la connexion wifi

de wifiverbinding

48

un internaute

een internetgebruiker

49

surfer

surfen

50

naviguer

navigeren

51

le navigateur

de browser

52

le logiciel

de software

53

la page d'accueil

de startpagina

54

le moteur de recherche

de zoekmachine

55

le réseau

het netwerk

56

un hypertexte

een hypertekst (klikbare link op website)

57

le portail

het portaal

58

non reconnu(e)

niet herkend

59

le mot de passe

het wachtwoord

60

mal saisi

verkeerd ingegeven

61

une connexion trop lente

een te trage vertraging

62

le signal wifi

het wifi-signaal

63

allumer

aanzetten

64

branché

aangesloten

65

le clé USB

de USB-stick

66

cliquer

klikken

67

double-cliquer

dubbelklikken

68

enregistrer

opnemen / opslaan

69

exécuter

uitvoeren

70

numerisé(e)

gedigitaliseerd

71

un pavé numérique

een numeriek toetsenblok

72

un système d'exploitation

een besturingssysteem

73

un utilitaire

een hulpprogramma

74

une application

een app