1/26
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
biotoop
gebied waar een levensgemeenschap zich kan ontwikkelen en voortplanten
habitat
plaats waar een organisme voorkomt omdat die plaats voldoet aan de eisen die dat organisme stelt om te kunnen overleven en zich voor te planten
niche
het bijzondere gebied of functie binnen een habitat bezet door een organisme
vb niche
eekhoorns gaan noten verstoppen (aan zichzelf denken) maar eekhoorn vergeet het soms en zo groeit er bomen
biotische factoren
invloeden van organismen op andere organismen uit de levensgemeenschap of van organismen op de niet-levende omgeving
abiotische factoren
invloeden van de niet-levende omgeving op de organismen in een biotoop
ecosysteem
is het geheel van een biotoop en de voorkomende levensgemeenschap, wordt beïnvloed door biotische en abiotische factoren van dat biotoop en de levensgemeenschap, is een geheel waarin de levensgemeenschap zichzelf kan onderhouden en op lange termijn constant blijft
voedselketen
is een aaneenschakeling van organismen, waarbij een organisme uit de keten zich voedt met de vorige schakel en zelf voedsel is voor de volgende schakel
producent
produceert energierlijke, organische stoffen (= biomassa) met behulp van zonlicht en energiearme anorganische stoffen aanwezig in lucht, water en bodem, doet aan fotosynthese 6H2O + 6CO2 —> 6O2 + C6H12O6, is autotroof, staat aan het begin van elke voedselketen
organische stoffen, anorganische stoffen
levende stoffen, niet levende stoffen
autotroof
organisme produceert zelf energierlijke, organische stoffen
consument
halen energierlijke organische stoffen bij andere organismen, is heterotroof
onderverdeling 1: consument
herbivoren, carnivoren, omnivoren, detrivoren
onderverdeling 2: consument
consument van de eerste orde = herbivoren, omnivoren - consument van de tweede orde = carnivoren, omnivoren
detrivoren
eten plantaardige of dierlijke resten en hun uitwerpselen bevatten nog steeds onvolledig verteerd organisch materiaal
heterotroof
halen energierlijke organische stoffen bij andere organismen
ecologisch of biologisch evenwicht
het aantal organisme wordt op lange termijn constant gehouden
voedselpiramide
is een kwantitatieve voorstelling van voedselrelaties, elk laag is één schakel uit voedselketen of trofisch niveau, voedselpiramide van aantallen, piramide van biomassa
verklaring verlies van biomassa
verbranding van biomassa voor: levensprocessen, lichaamswarmte, transport van stoffen,… + niet opgegeten materiaal: organismen sterven zonder dat ze opgegeten worden, prooien worden niet volledig opgegeten, uitwerpselen bevatten nog onverteerd materieel
reducenten
zijn bacteriën en schimmels, breken organisch materiaal af tot kleine anorganische verbindingen, sluiten zo materiekringloop omdat anorganische verbindingen weer kunnen opgenomen worden door autotrofe organismen, geen verlies van materie voor het ecosysteem
stikstof
een essentieel element in eiwitten, in DNA, en in bladgroen, dit zijn organische verbindingen
anorganisch stikstof is aanwezig in een ecosysteem onder de vorm van:
N2 in de atmosfeer, N03- (nitraat-ion) in de bodem, NH4+ (ammonium-ion) in de bodem
stikstofgas → ammonium
stikstoffixatie ( bacteriën )
ammonium → nitraat
stikstofdissimilatie ( bacteriën en schimmels)
nitraat + fotosyntheseproducten → eiwitten
stikstofassimilatie (planten)
afbraak eiwitten in dode organismen → ammonium
stikstofdissimilatie ( schimmels + bacteriën)
nitraat → stikstofgas
dentrificatie (bacteriën)