Bio voeding en vertering

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/70

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

71 Terms

1
New cards

Conserveren

voedsel langer houdbaar maken

2
New cards

Conserveermiddel

Stof die een voedingsmiddel langer goed houd

3
New cards

Enzym

eiwit dat reacties versneld zonder zelf te worden verbruikt

4
New cards

Enzymactiviteit

snelheid waarmee een enzym een reactie versneld

5
New cards

optimumkromme

Diagram van de enzymactiviteit met een minimum, optimum en maximum

6
New cards

optimumtemperatuur

temperatuur waarbij de enzymactiviteit optimaal en het snelst is

7
New cards

Pasteuriseren

een product voor een korte tijd verhitten tot 72 graden

8
New cards

steriliseren

een product verhitten tot 130-140 graden

9
New cards

voedselinfectie

besmetting door ziekmakende bacterien of schimmels in voedsel

10
New cards

zuurgraad

geeft aan of een stof zuur (pH<7) neutraal (pH =7) of basisch (pH>7) is

11
New cards

beschermende stof

stof die helpt om ziektes te voorkomen (mineralen en vitaminen)

12
New cards

bouwstof

stof die wordt gebruikt bij de vorming van cellen en weefsels (opbouw en herstel)

13
New cards

brandstof

stof die wordt gebruikt bij de verbranding (vooral glucose)

14
New cards

eiwitten

voedingsstoffen die vooral worden gebruikt als bouwstof, soms als brandstof

15
New cards

koohlydraten

voedingstoffen die worden gebruikt als brandstof, bouwstof en reservestof

16
New cards

mineralen

voedingstoffen die worden gebruikt als bouwstof en beschermende stof (zouten en ijzer)

17
New cards

onverzadigd vet

zit vooral in plantaardige producten (noten, avocado en ook vis) verkleint het risico op hart en vaatziekten. Bouwstof

18
New cards

reservestof

stof die wordt opgeslagen voor later

19
New cards

verzadigd vet

zit vooral in dierlijke producten. Verhoogt risico op hart en vaatziekten. Brandstof

20
New cards

vetten

voedingstoffen die vooral worden gebruikt als brandstof, die ook kan worden opgeslagen als reservestof

21
New cards

Vitaminen

voedingstoffen die dienen als beschermende stof worden aangeduid met een letter en soms en nummer

22
New cards

voedingsmiddel

product at je eet en of drinkt

23
New cards

voedingsstof

bruikbaar bestanddeel van voedingsmiddelen (eiwitten, koohlydraten,vetten,water,mineralen en vitaminen)

24
New cards

voedingsvezel

plantaardige stof die mensen niet kunnen verteren; bevordert de darmbeweging en de stoelgang

25
New cards

water

voedingsmiddel die wordt gebruikt als bouwstof

26
New cards

energieverbruik

hoeveelheid energie er wordt verbruikt voor stofwisseling en lichamelijke activiteit samen

27
New cards

ondervoeding

tekort aan bepaalde voedingstoffen

28
New cards

schijf van vijf

hulpmiddel om alle voedingstoffen via voeding binnen te krijgen die per dag nodig zijn

29
New cards

darmperistaltiek

het afwisselend samentrekken van kring en lengtespieren

30
New cards

vertering

het afbreken van voedingsstoffen die niet door de darmwand heen kunnen. De verteringsproducten die wel door de darmwand heen kunnen worden in het bloed opgenomen

31
New cards

overvoeding

meer eten dan het lichaam nodig heeft aan energie

32
New cards

verteringsklieren

maken verteringssappen die vaak enzymen bevatten (speekselklieren,maagsapklieren,lever,alvleesklier en darmsapklieren)

33
New cards

verteringssap

kan voedingstoffen verten (bv speeksel en maagsap)

34
New cards

alvleesklier

produceert alvleessap

35
New cards

alvleessap

Verteringssap dat bestaat uit verschillende enzymen die eiwitten, koolhydraten en vetten verteren

36
New cards

anus

kringspier die de uitgang van de endeldarm afsluit

37
New cards

darmsap

verteringssap dat bestaat uit verschillende enzymen die de vertering van eiwitten en koolhydraten afmaken

38
New cards

dikke darm

hier wordt een groot deel van het water aan de voedselbrij onttrokken: hierin leven veel soorten bacterien die helpen bij de vertering

39
New cards

dunne darm

hier wordt de darmsap afgegeven aan de voedselbrij en wordt water met opgeloste voedingsstoffen opgenomen

40
New cards

emulgeren

grote vetdruppels verdelen in kleine vetdruppeltjes

41
New cards

endeldarm

slaat ontlasting op totdat je aandrang krijgt om te poepen

42
New cards

gal

vloeistoffen die vetten emulgeert

43
New cards

kiezen

vermalen het voedsel in de mondholte

44
New cards

lever

produceert gal

45
New cards

maag

hier wordt voedsel gekneed en vermengd met maagsap

46
New cards

maagportier

kringspier die de uitgang van de maag afsluit

47
New cards

maagsap

verteringssap dat onder andere bestaat uit water, zoutzuur en een enzym dat eiwitten verteerd

48
New cards

maagsapklieren

produceren maagsap

49
New cards

maagzuur

verteringssap dat zorgt voor een lage pH in de maag: doodt bacterien

50
New cards

mondholte

hier wordt voedsel gekauwd en vermengd met speeksel

51
New cards

slokdarm

hier wordt voedsel voortgeduwd naar de maag

52
New cards

speeksel

slijmerig verteringssap dat oa bestaat uit water en een enzym dat zetmeel verteerd: doodt bacterien

53
New cards

speekselklieren

produceren speeksel

54
New cards

tanden

delen het voedsel in kleine stukjes

55
New cards

tong

duwt gekauwd voedsel naar de kleeholte

56
New cards

twaalfvingerige darm

hier worden gal n alvleessap afgegeven aan de voedselbrij

57
New cards

verteringsenzymen

breken voedingsstoffen af tot verteringsproducten die kunnen worden opgenomen in het bloed

58
New cards

alleseter

organisme dat plantaardig en dierlijk voedsel eet

59
New cards

cement

dun laagje dat het tandbeen van de wortel bedekt

60
New cards

fluoride

een behandeling met fluoride zorgt ervoor dat het glazuur sterker wordt, waardoor de tanden beter beschermd zijn tegen zuur

61
New cards

glazuur

harde stof die het tandbeen van de kroon bedekt

62
New cards

knipkiezen

scherpe kiezen; knippen voedsel in stukken

63
New cards

knobbelkiezen

kiezen met een knobbelig oppervlak: knippen voedsel in stukken

64
New cards

planteneter

organisme dat plantaardig voedsel eet

65
New cards

plooikiezen

kiezen met harde richels en glazuur: malen voedsel fijn

66
New cards

tandbederf

aantasting van het gebit ddoor tandplak

67
New cards

tandbeen

het grootste deel waaruit tanden en kiezen bestaan: is bedekt met glazuur

68
New cards

tanderosie

aantasting van het gebit door zure voedingsstoffen

69
New cards

tandplak

dun laagje aanslag op tanden en kiezen: kan verkalken tot tandsteen

70
New cards

vleeseter

organisme dat dierlijk voedsel eet

71
New cards

wortel

hiermee zit een tand of kies bevestigd in de kaak