Looks like no one added any tags here yet for you.
DNA microarray
________ is een techniek die laat zien welke genen actief zijn in een cel.
plasmide
A (n) ________ is een cirkelvormige DNA-streng die zich buiten het chromosoom van eencellige organismen bevindt.
Denaturatie
________ is de permanente verandering in de structuur van een eiwit, dit kan worden veroorzaakt door een te hoge temperatuur of een verandering in de pH.
Exocytose
________ zorgt ervoor dat de eiwitten buiten de cel vrijkomen.
signaal erkenning molecuul
A (n) ________ hecht zich aan het adreslabel en blokkeert tijdelijk de vertaling → SHM bindt zich aan een SHM-receptor; het ribosoom hecht zich aan de receptor op de ER → GTP bindt zich aan SHM en de receptor; de bijbehorende eiwitpoort wordt geopend; de polypeptideketen komt de ER binnen → GTP (nu GDP+ Pi) heeft zijn energie vrijgegeven en SHM komt weer vrij → een enzym snijdt het adreslabel af; de vertaling gaat verder; de groeiende polypeptideketen komt de ER binnen → de voltooide polypeptideketen komt vrij in de ER; het ribosoom komt vrij uit de SHM-receptor en de eiwitpoort wordt gesloten.
Omgekeerd transcriptase
________ gebruikt mRNA om cDNA (complement-DNA) te maken, d.w.z.
lytisch fiets
In het ________ breekt het virus het bacteriële DNA af en sterft de gastheercel af.
virus DNA
Wanneer ________ „herkend „wordt, splitst CAS-helicase het ________ open en door de CAS-nuclease wordt het in stukken gesneden.
CDNA
________ wordt op een microarray geplaatst, met op elke plek een complementaire sequentie van een specifiek gen; de ________ kan zich eraan binden.
siRNA
________: er wordt virus-RNA of synthetisch RNA gebruikt; dit maakt het mogelijk om een gen kunstmatig (tijdelijk) uit te schakelen.
Genetisch wijziging
________: een organisme krijgt een gewenst gen in zijn genoom ingebouwd met behulp van een vector (een virus of plasmide)
Cisgeen
________: het organisme krijgt eigenschappen van een soortgelijk organisme.
Applicatie
________: Een knock-outgen wordt gebruikt om aan te geven dat een gen volledig uit het genoom is verwijderd of onbruikbaar is gemaakt: zo kan de genfunctie worden bepaald.
Archaea
________ hebben een afweermechanisme tegen virussen, (bacterio) fagen: namelijk CRISPR-Cas.
Transgeen
________: het organisme krijgt eigenschappen van een niet-congeneer.
RNAi
________ kan de productie van bepaalde eiwitten voorkomen.
amino zuren
________ zijn gekoppeld aan een peptidebinding; het type aminozuren en de volgorde bepalen de primaire structuur van een eiwit.
fagen
________ hebben een lysogene cyclus, waarbij de bacterie in leven blijft.
enzymen
________ zijn biokatalysatoren: ze worden gebruikt maar niet geconsumeerd.
kwartair structuur
Het ________ ontstaat wanneer meerdere polypeptideketens samengevouwen worden.
plasmide
Het ________ is uit de bacterie verwijderd; een restrictie-enzym snijdt het vervolgens open.
enzymen
________ zijn eiwitten die chemische reacties mogelijk maken.
plasmide
Het ________ is gereduceerd tot een bacterie.
This primary structure is folded in certain forms by hydrogen bonds, sulphur bonds (very strong), ion bonds and van der waals bonds
the result is the secondary structure (alpha helix or beta sheet)
Enzymes are biocatalysts
they are used but not consumed
End product inhibition
the end product of a reaction chain inhibits the first enzyme in the chain via allosteric inhibition
miRNA
created by the cell itself
siRNA
virus RNA or synthetic RNA is used; this allows a gene to be artificially (temporarily) shut down
Archaea have a defense mechanism against viruses, (bacterio) phages
namely CRISPR-Cas
The phage DNA integrates with the bacterial DNA
it is then called prophase DNA
Part of the bacterial DNA, the CRISPR locus, consists of repeats of bacterial DNA with spacer DNA in between
pieces of phages that once infected the bacteria (or its ancestors)
The bacteria makes an RNA copy of a CRISPR repeat and the associated spacer DNA
the guide RNA
Genetic modification
an organism gets a desired gene in its genome built in using a vector (a virus or plasmid)
Cisgene
organism gets property from a similar
Transgenic
organism gets property from a non-congener
The bacteria with the desired gene are isolated using a marker gene
for example, a gene that codes for antibiotic resistance