1/19
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Interdisciplinair team: bij welke van de 5 i's hoort het?
Bij interactief: het bekomen van een gedeeld begrip via interdisciplinaire dialoog en co-constructief proces met de cliënt
Wat houdt teamformulering in in de praktijk?
Een teamformulering is een proces waarin een team van professionals een gedeeld begrip ontwikkelt over de moeilijkheden van de cliënt aan de hand van casusformulering. Met de nadruk op samen kijken naar de casus om tot casusformulering te komen
- Organische samenstelling van het team obv hulpvraag, hulpverleningsproces, -geschiedenis, cliëntnoden
- Bepaal wie deel uitmaakt van het het (professioneel) netwerk, wie kan een waardevol perspectief bieden?
- Neem voldoende tijd
- Aandacht voor het proces
- Cliënt niet uit het oog verliezen
- Indien zinvol cliënt mee aan tafel
Wat zijn de voordelen van een teamformulering?
- Gedeeld begrip: helpt om bij complexe problemen samen een gedeeld begrip te ontwikkelen van de bevorderende en belemmerende factoren
- Inzicht: biedt inzicht in de casus, waardoor crisissen en weerstand effectiever kunnen worden aangepakt
- Reflexiviteit: door kennis van verschillende professionals samen te brengen, stimuleert het reflexiviteit en vermindert het vooroordelen en bias
Wat is participatie?
- inzetten op participatie van de cliënt omdat het een recht is, motiverend werkt, zorgt voor betrokkenheid en gevoel van erkenning en eigenaarschap
- gaat over cliënten betrekken en naar hun stem luisteren
Hoe kan je participatie bevorderen? Link aan participatieladder
Schijnparticipatie: afkopen, decoratie, manipulatie
Informeren is de basis: informeren, raadplegen, co-produceren, (mee)beslissen
Leg uit wat interindividuele en intra-individuele analyse is, en pas toe op scores
Interindividuele analyse: scores van cliënt vergelijken met die van de normgroep (<85, >115)
Intra-individuele analyse: scores binnen het eigen profiel van de cliënt (BI>GIS)
ADHD: 2 hoofdsymtomen
Onoplettendheid, hyperactiviteit, impulsiviteit
ADHD 4 criteria die nodig zijn voor diagnose
- Onoplettendheid (min. 6 symptomen, gedurende 6 maanden)
- Hyperactiviteit en impulsiviteit (min. 6 symptomen gedurende 6 maanden)
- Symptomen zijn aanwezig voor de leeftijd van 12 jaar
- Symptomen komen voor in twee of meer omgevingen
- Er is bewijs van klinisch significante belemmeringen of beperkingen
- De symptomen kunnen niet beter verklaard worden door een andere aandoening
ADHD op 3 domeinen en levensfasen
- Werk: ontslag
- Romantische relaties: meer conflicten
- Sociaal: gemakkelijk vriendschappen aangaan
Kwalitatieve methoden uitleggen, voorbeelden geven
complexiteit van iemands functioneren in kaart brengen; nadruk op ervaring van cliënt
Bv. open interview, gesprek
Kwaliteitscontrole
betrouwbaarheid, validiteit, bruikbaar
Sterktes kwalitatieve methoden
actieve zelfreflectie, actieve rol van cliënt, holistisch beeld van cliënt, diagnostiek en therapie complementeren elkaar
valkuilen kwalitatieve methoden
risico dat persoonsgebonden accenten van diagnosticus of biases of vertekeningen leiden tot minder onderbouwde interpretaties, overdiagnostisering van bepaalde problematiek, blinde vlekken
Wat zijn naast de hulpvraag 4 andere zaken waar je rekening mee moet houden bij het kiezen van een methode/ test?
- Kwaliteit vd test
- Eigenschappen en voorkeuren van de cliënt
- Type informatie dat je wenst te verzamelen
- Hypothese die je wilt beantwoorden
- Triangulatie (multi-methodisch, multi-informant, overleg)
Leg de 7 p's uit
hoort bij idiografisch
1. Prestatieklacht
2. Predisponerende factoren
3. Precipiterende factoren
4. Perpetuating
5. Positieve/ protectieve factoren
6. Persoon
7. Plan
Leg het 5 i-model uit
1. Idiografisch
2. Integratief
3. Interventiegericht
4. Interactief
5. Introspectief
Som de 8 vuistregels van het CFI op
1. Informeer de cliënt over het CFI
2. Geef de cliënt de gelegenheid om zijn verhaal te doen
3. Luister zonder vooroordelen
4. Stel open vragen
5. Vraag zo nodig om toelichting met voorbeelden
6. Ga na of je de cliënt goed begrepen hebt
7. Zet zo nodig een professionele tolk in
8. Laat bevindingen steeds terugkomen in cliëntenbesprekingen
Wat is diversiteitssensitieve houding
open, nieuwsgierige houding naar eigen normen en waarden en die van de ander. bereidheid om je eigen achtergrond te achterhalen. De attitude erkent dat er verschillende denkkaders bestaan over eenzelfde thema en impliceert bereidheid tot open communicatie daarover
Leg uit wat crossbatterijbenadering is
er is geen instrument die alle BCV's meet. de meeste tests bevatten extra subtests om dieper in te gaan op bepaald BCV indien gewenst (minimaal 2 subtests nodig per BCV)
Leg uit wat professioneel en alledaags observeren is en pas dat toe op een casus
Alledaags observeren: voortdurend waarnemen, daarna pas perceptie
Professioneel observeren: bewust, doelgericht en systematisch verloop