Kaarten: Voorbeeldvragen | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
full-widthCall with Kai
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/19

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

20 Terms

1
New cards

Interdisciplinair team: bij welke van de 5 i's hoort het?

Bij interactief: het bekomen van een gedeeld begrip via interdisciplinaire dialoog en co-constructief proces met de cliënt

2
New cards

Wat houdt teamformulering in in de praktijk?

Een teamformulering is een proces waarin een team van professionals een gedeeld begrip ontwikkelt over de moeilijkheden van de cliënt aan de hand van casusformulering. Met de nadruk op samen kijken naar de casus om tot casusformulering te komen

- Organische samenstelling van het team obv hulpvraag, hulpverleningsproces, -geschiedenis, cliëntnoden

- Bepaal wie deel uitmaakt van het het (professioneel) netwerk, wie kan een waardevol perspectief bieden?

- Neem voldoende tijd

- Aandacht voor het proces

- Cliënt niet uit het oog verliezen

- Indien zinvol cliënt mee aan tafel

3
New cards

Wat zijn de voordelen van een teamformulering?

- Gedeeld begrip: helpt om bij complexe problemen samen een gedeeld begrip te ontwikkelen van de bevorderende en belemmerende factoren

- Inzicht: biedt inzicht in de casus, waardoor crisissen en weerstand effectiever kunnen worden aangepakt

- Reflexiviteit: door kennis van verschillende professionals samen te brengen, stimuleert het reflexiviteit en vermindert het vooroordelen en bias

4
New cards

Wat is participatie?

- inzetten op participatie van de cliënt omdat het een recht is, motiverend werkt, zorgt voor betrokkenheid en gevoel van erkenning en eigenaarschap

- gaat over cliënten betrekken en naar hun stem luisteren

5
New cards

Hoe kan je participatie bevorderen? Link aan participatieladder

Schijnparticipatie: afkopen, decoratie, manipulatie

Informeren is de basis: informeren, raadplegen, co-produceren, (mee)beslissen

6
New cards

Leg uit wat interindividuele en intra-individuele analyse is, en pas toe op scores

Interindividuele analyse: scores van cliënt vergelijken met die van de normgroep (<85, >115)

Intra-individuele analyse: scores binnen het eigen profiel van de cliënt (BI>GIS)

7
New cards

ADHD: 2 hoofdsymtomen

Onoplettendheid, hyperactiviteit, impulsiviteit

8
New cards

ADHD 4 criteria die nodig zijn voor diagnose

- Onoplettendheid (min. 6 symptomen, gedurende 6 maanden)

- Hyperactiviteit en impulsiviteit (min. 6 symptomen gedurende 6 maanden)

- Symptomen zijn aanwezig voor de leeftijd van 12 jaar

- Symptomen komen voor in twee of meer omgevingen

- Er is bewijs van klinisch significante belemmeringen of beperkingen

- De symptomen kunnen niet beter verklaard worden door een andere aandoening

9
New cards

ADHD op 3 domeinen en levensfasen

- Werk: ontslag

- Romantische relaties: meer conflicten

- Sociaal: gemakkelijk vriendschappen aangaan

10
New cards

Kwalitatieve methoden uitleggen, voorbeelden geven

complexiteit van iemands functioneren in kaart brengen; nadruk op ervaring van cliënt

Bv. open interview, gesprek

11
New cards

Kwaliteitscontrole

betrouwbaarheid, validiteit, bruikbaar

12
New cards

Sterktes kwalitatieve methoden

actieve zelfreflectie, actieve rol van cliënt, holistisch beeld van cliënt, diagnostiek en therapie complementeren elkaar

13
New cards

valkuilen kwalitatieve methoden

risico dat persoonsgebonden accenten van diagnosticus of biases of vertekeningen leiden tot minder onderbouwde interpretaties, overdiagnostisering van bepaalde problematiek, blinde vlekken

14
New cards

Wat zijn naast de hulpvraag 4 andere zaken waar je rekening mee moet houden bij het kiezen van een methode/ test?

- Kwaliteit vd test

- Eigenschappen en voorkeuren van de cliënt

- Type informatie dat je wenst te verzamelen

- Hypothese die je wilt beantwoorden

- Triangulatie (multi-methodisch, multi-informant, overleg)

15
New cards

Leg de 7 p's uit

hoort bij idiografisch

1. Prestatieklacht

2. Predisponerende factoren

3. Precipiterende factoren

4. Perpetuating

5. Positieve/ protectieve factoren

6. Persoon

7. Plan

16
New cards

Leg het 5 i-model uit

1. Idiografisch

2. Integratief

3. Interventiegericht

4. Interactief

5. Introspectief

17
New cards

Som de 8 vuistregels van het CFI op

1. Informeer de cliënt over het CFI

2. Geef de cliënt de gelegenheid om zijn verhaal te doen

3. Luister zonder vooroordelen

4. Stel open vragen

5. Vraag zo nodig om toelichting met voorbeelden

6. Ga na of je de cliënt goed begrepen hebt

7. Zet zo nodig een professionele tolk in

8. Laat bevindingen steeds terugkomen in cliëntenbesprekingen

18
New cards

Wat is diversiteitssensitieve houding

open, nieuwsgierige houding naar eigen normen en waarden en die van de ander. bereidheid om je eigen achtergrond te achterhalen. De attitude erkent dat er verschillende denkkaders bestaan over eenzelfde thema en impliceert bereidheid tot open communicatie daarover

19
New cards

Leg uit wat crossbatterijbenadering is

er is geen instrument die alle BCV's meet. de meeste tests bevatten extra subtests om dieper in te gaan op bepaald BCV indien gewenst (minimaal 2 subtests nodig per BCV)

20
New cards

Leg uit wat professioneel en alledaags observeren is en pas dat toe op een casus

Alledaags observeren: voortdurend waarnemen, daarna pas perceptie

Professioneel observeren: bewust, doelgericht en systematisch verloop