1/51
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
conventies
impliciete afspraken die gemaakt zijn door ons, bijvoorbeeld de letters H O N D betekenen hond.
compositionality
letters hebben geen betekenis, maar door de manier waarop ze bij elkaar staan heeft het woord een betekenis
substitutivity
de betekenis van een woord dat je vervangt verandert, maar de rest blijft hetzelfde
functionality
de volgorde van woorden verandert de functie van de zin
coherence effect
we leren meer als alleen relevante informatie wordt gepresenteerd
spacial contuigity
tekst en bijbehorende afbeelding moeten dichtbij elkaar gepresenteerd worden, zodat eht multimedia effect sterker is.
ideologische metafunctie taal
we praten over ervaringen, mensen en dingen.
interpersoonlijke functie van taal
taal zorgt ervoor dat er relaties ontstaan en onderhoduen worden
textuele metafunctie van taal
taaluitingen worden gecombineerd tot complexe gehelen. zoals zinnen naar teksten
langue
een taalsysteem in het geheel, de regels en structuren die we delen. zoals grammatica en woordenschat
parole
het daadwerkelijke gebruik van de taal, de manier waarop we in het dagelijkse leven spreken.
anchorage
bevestigen, tekst helpt mee te sorteren wat je ziet en zorgt ervoor dat je gedachten op het goede pad komt. inperking van de reikwijdte
gestaltpsychology
tegenovergestelde van compositionlaity, we herkennen het geheel en gebruiken dit om onderdelen te bepalen net als bij een optische illusie.
resembelance
een gelijkenis kan beperkt zijn, foto van een hond lijkt op een hond maar het woord hond niet.
visual proportions
afbeeldingen kunnen niet liegen, ze laten niet zien wat er niet is. ze laten simpelweg een moment zien.
retorische techniek van ekphrasis
intensief visuele ervaring van een kunstwerk of isuatuie verwekken door een gedetailleerde mondelinge beschrijving.
representamen
“ik heb een huis”
interpretant
het idee wat wij bij het huis hebben
object
het werkelijke huis
inducie
van een specifieke ervaring naar een algemene conlusie.
Bijv: “ ik zie elke ochtend de zon op komen, dus de zon komt elke dag op”
deductie
van een algemene theorie naar een specifieke conclusie.
Bijv: “een mens is sterfelijk”
“socrates is een mens”
“socrates is sterfelijk”
abductie
een waarneming met daarna de meest logische redenering.
bijv: “ de straat is nat dus het zal wel geregend hebben”
discourse analysis
het bestuderen van taalgebruik in sociale contexten, richt zich niet alleen op woorden maar ook op hoe taal gebruikt wordt om betekenid te construeren
mediazation
concept dat wordt gebruikt om kritisch de interrelatie tussen veranderingen in enerzijds de media en communicatie, en anderzijds cultuur en maatsch
postal model
zender-boodschap-ontvanger model
bijv: '“ De hond bijt de man” de relatie tussen hond en man is duidelijk.
canvas
alles wat een material regularity kan opnemen.
affordances
de mogelijkheden die een object biedt voor een actie voor een persoon.
bijv: een deurklink voor het openen van een deur.
design
kan gezien worden als het vergroten van affordances. bijv als een platte kiezel 2 zijdes heeft. deze kan je dan beide gebruiken
observer vs participant
kijk je alleen (hoorcollege) of doe je ook mee (werkgroep)
permanent vs fleeting
Blijft het voor altijd of vergaat het
static vs dynamic
static verandert niet (tekst) vs dynamic verandert wel ( film)
lineair
je leest van links naar rechts, er is geen andere mogelijke manier
ergodic
je kan zelf kiezen waar je begint
micro-ergodic
je kan zelf kiezen waar je kijkt, bijv een filkm met een split screen. je kan dan uit 2 beelden kiezen. of een tekst met een plaatje
immutable-ergodic
je kan kiezen waar je begnt en er zijn meerdere wegen naar het einde. zoals het museum nemo
mutable-ergodic
je kan alles zelf kiezen, bijvoorbeeld een dialoog
myhtonomy
een object woprdt gekoppeld aan een woord, bijvoorbeeld een pak aan business
asyndeton
het missen van verbindingswoorden tussen een zin
synthagm
een taalkundig geheel bestaat uit een set van taalkundige vormen. een reeks woorden die een betekenisvolle eenheid vormen.
methodologie
de theorie achter het gebruik van methoden, welke stappen moet je zetten om een communicatieve situatie te analyseren?
onthologie
zijnswijze van de situatie, waar hebben we het over?
medium
een middel waarmee informatie mee wordt overgebracht, het draagt een canvas. bijvoorbeeld een computer (medium) draagt de app word (canvas)
nominaal meetniveau
categorieën zonder volgorde,bijv kleuren
ordinaal meetniveau
categorieen met rngorde. bijv kledingmaten
interval
continu meetniveau zonder nulpunt. bijv: temperatuur
ratio
continu meetniveau met nulpunt, bijv geiwcht of leeftijd
gelegenheidssteekproef
je kiest random beschikbare mensen uit
systematische tseekproef
doormiddel van een systeem, bijvoorbeeld de 10e van de lijst
aselecte steekproef
iedereen in de populatie heeft evenveel kans om mee te doen
random sampling
iedereen heeft dezelfde kans er is geen loting
stratified sampling
populatie wordt verdeelt in groepen, bijv op leeftijd en in die groepen wordt steekproef gedaan
quota sampling
je weet van te voren al hoeveel van elke groep je wilt