informatica begrippen grammatica's (B4)

studied byStudied by 8 people
5.0(1)
learn
LearnA personalized and smart learning plan
exam
Practice TestTake a test on your terms and definitions
spaced repetition
Spaced RepetitionScientifically backed study method
heart puzzle
Matching GameHow quick can you match all your cards?
flashcards
FlashcardsStudy terms and definitions

1 / 20

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

21 Terms

1

Formele taal

Een taal waarbij de vorm en betekenis precies vastliggen.

New cards
2

Natuurlijke taal

Een taal die mensen gebruiken om onderling te communiceren, waarbij de regels achteraf blijken uit het taalgebruik. De taal houdt zich niet aan één vast ontwerp, maar verandert voortdurend.

New cards
3

Kunstmatige taal

Een taal die mensen gebruiken om onderling te communiceren, waarbij de regels vooraf zijn vastgelegd. De taal is door mensen ontworpen en verandert niet of nauwelijks.

New cards
4

Dubbelzinnigheid

Verschijnsel waarbij een tekst of een zin meerdere betekenissen heeft.

New cards
5

Imperatieve taal

Een taal waarmee je de computer stapsgewijs instructies geeft.

New cards
6

Objectgeoriënteerde taal

Een taal waarbij alles draait om objecten, elk met eigen data en taken.

New cards
7

Zuiver imperatieve taal

Een imperatieve taal die echt alleen imperatief is.

New cards
8

Declaratieve taal

Een taal waarmee je informatie of een functionaliteit beschrijft.

New cards
9

Functionele programmeertaal

Een programmeertaal die bestaat uit een verzameling functies.

New cards
10

Logische programmeertaal

Een programmeertaal die bestaat uit een aantal randvoorwaarden, waarna je een probleem kunt oplossen binnen die voorwaarden.

New cards
11

Syntaxis

De taalregels van een programmeertaal.

New cards
12

Drie niveaus van syntaxis

Woordniveau (spelling), zinsniveau (grammatica), en contextniveau (geldigheid van variabelen, objecten en typen).

New cards
13

Backus-Naurvorm (BNF)

Een manier om grammaticale regels voor formele talen te noteren.

New cards
14

Broncode

De code van een programma.

New cards
15

Parser

Software die code controleert op grammaticale fouten.

New cards
16

Compiler

Software die broncode vertaalt naar een executable.

New cards
17

Interpreter

Software die broncode leest en direct uitvoert.

New cards
18

Executable

Een bestand met uitvoerbare code.

New cards
19

Syntax error

Een fout in de syntaxis.

New cards
20

Runtime error

Een fout die gevonden is door de interpreter.

New cards
21

Semantiek

De betekenis van woorden en zinnen in een taal.

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 11 people
980 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 39 people
956 days ago
5.0(3)
note Note
studied byStudied by 7 people
398 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 17 people
853 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 11338 people
656 days ago
4.6(36)
note Note
studied byStudied by 116 people
488 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 30 people
700 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 20 people
828 days ago
5.0(1)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (83)
studied byStudied by 57 people
770 days ago
5.0(2)
flashcards Flashcard (40)
studied byStudied by 10 people
728 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (40)
studied byStudied by 2 people
607 days ago
5.0(2)
flashcards Flashcard (59)
studied byStudied by 46 people
273 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (54)
studied byStudied by 14 people
422 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (71)
studied byStudied by 35 people
492 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (352)
studied byStudied by 46 people
399 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (114)
studied byStudied by 2 people
9 minutes ago
5.0(1)
robot