Menselijke biologie en celbiologie: les 1

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/32

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

33 Terms

1
New cards

celbiologie

studie vd cel

2
New cards

cel

kleinste structurele eenheid v leven

3
New cards
term image

escherichia coli = darmbacterie

4
New cards
term image

saccharomyces cerevisiae = bakkersgist

  • katabool proces: vergisting en fermentatie

5
New cards
term image

groene alg

  • fotosynthese (kleur)

6
New cards

algemene structuur vd cel

  • cytoplasma

  • membraanH2O-ige oplossing

  • vetachtig

7
New cards

prokaryote  en eukaryote cel (ontleding termen) + (grootste onderscheiding)

pro = voor

karion = kern

eu = goed/mooi

karion = kern

verschillen door complexiteit in cel !! intracellulair

8
New cards

chemische samenstelling ve bacteriële cel (in %)

anorganische ionen: fosfaat, NH4+ , Mg2+ , Ca2+ , K+ , Fe3+

<p>anorganische ionen: fosfaat, NH<sub>4</sub><sup>+</sup> , Mg<sup>2+</sup> , Ca<sup>2+</sup> , K<sup>+</sup> , Fe<sup>3+</sup></p><p></p>
9
New cards

covalente binding 

elk atoom vd binding geeft elektron vr binding in stand te houden

10
New cards

waterstofbruggen

partieel positief deel v molecuul water trekt positief negatief deel v molecuul water aan (en omgekeerd)

== geen covalente binding

— oplossen NaCl (zout) in water door Na elektron afgeven en Cl elektron opnemen = valt uit elkaar

<p>partieel positief deel v molecuul water trekt positief negatief deel v molecuul water aan (en omgekeerd) </p><p>== geen covalente binding</p><p>— oplossen NaCl (zout) in water door Na elektron afgeven en Cl elektron opnemen = valt uit elkaar</p>
11
New cards

polair eigenschappen

  • hydrofiel

  • wateraantrekkend: Watermolecules worden ook aangetrokken door een organisch molecule met polaire covalente bindingen

  • wateroplosbaar

  • trekken water molecules aan

<ul><li><p>hydrofiel</p></li><li><p>wateraantrekkend: <span style="background-color: transparent;">Watermolecules worden ook aangetrokken door een organisch molecule met polaire covalente bindingen</span></p></li></ul><ul><li><p>wateroplosbaar</p></li><li><p>trekken water molecules aan</p></li></ul><p></p>
12
New cards

apolair eigenschappen

  • hydrofoob

  • waterafstotend

  • lipofiel

  • vetoplosbaar

= elektrisch neutraal

<ul><li><p>hydrofoob</p></li><li><p>waterafstotend</p></li><li><p>lipofiel</p></li><li><p>vetoplosbaar</p></li></ul><p>= elektrisch neutraal</p>
13
New cards

comformatieveranderingen afhv oplossing

= vormverandering door inbrengen apolair of polair oplosmiddel bij amfipatisch molecule

14
New cards

biomoleculen

gemaakt uit bouwstenen met covalente bindingen

15
New cards

macromoleculen: biomoleculen

  • suikers

  • lipiden

  • eiwitten

  • nucleïnezuren

16
New cards

functie suikers

  • brandstof

  • bouwstof (plantaardige cel celwand)

  • bestanddeel erfelijk materiaal

17
New cards

monosachariden

C, H, O

  • minstens 2 OH groepen

  • carbonylfunctie (dubbele O binding met C)

telling (algemeen suikers):

  • laagst mogelijke nummer aan C met OH gebonden.

  • bij C gebonden aan = O altijd 1

<p>C, H, O</p><ul><li><p>minstens 2 OH groepen</p></li><li><p>carbonylfunctie (dubbele O binding met C)</p></li></ul><p></p><p>telling (algemeen suikers):</p><ul><li><p><span style="background-color: transparent;">laagst mogelijke nummer aan C met OH gebonden. </span></p></li></ul><ul><li><p><span style="background-color: transparent;">bij C gebonden aan = O altijd 1</span></p></li></ul><p></p>
18
New cards

naamgeving adhv aantal C-atomen (suikers)

  • triosen: 3

  • tetrosen: 4

  • pentosen: 5

  • hexosen: 6

  • heptosen: 7

19
New cards

ribose tekenen

voorkomen: RNA

<p>voorkomen: RNA</p>
20
New cards

glucose tekenen

voorkomen: bloed

eigenschap in water:

  • glucose bindt sterk aan water en lost op

  • dissocieert niet (zoals bij ionverbinding)

<p>voorkomen: bloed</p><p>eigenschap in water:</p><ul><li><p>glucose bindt sterk aan water en lost op</p></li><li><p>dissocieert niet (zoals bij ionverbinding)</p></li></ul><p></p>
21
New cards

fructose tekenen

voorkomen: fruit, groenten, honing

<p>voorkomen: fruit, groenten, honing</p>
22
New cards

ATP

adenosinetrifosfaat

  • fosfaat = zuur

  • covalente bindingen

  • adenosine = adenine + ribose

  • universeel energiemodel

  • ADP ATP: ADP Fosforylering = toevoegen Pi en energie

  • ATP → ADP: defosforylering ATP = afgave Pi en vrijkomen energie

<p>adenosinetrifosfaat</p><ul><li><p>fosfaat = zuur</p></li><li><p>covalente bindingen</p></li><li><p>adenosine = adenine + ribose</p></li><li><p>universeel energiemodel</p></li><li><p>ADP <span style="background-color: transparent;">→ </span> ATP: ADP <span>Fosforylering = toevoegen Pi en energie</span></p></li><li><p><span>ATP </span><span style="background-color: transparent;">→ ADP: defosforylering ATP = afgave Pi en vrijkomen energie</span></p></li></ul><p></p>
23
New cards

meervoudige suikers

oligosacchariden = enkele sacchariden (telbaar)

polysacchariden = veel sacchariden (niet telbaar)

bv: zetmeel = plantaardige polysaccharide: 2 lange ketens monomeer glucose langs elkaar

bouw: lineair, helix,…

24
New cards

lipiden

  • apolair

  • bouwstenen: C, H, O, P, N

  • (type bouwsteen v lipide): vetzuren: CH3-(CH2)n-COOH

    • onverzadigde vetzuren: dubbele binding tussen 2 C-atomen = knik in keten

      • meer vloeibaar (meestal plantaardige producten)

    • verzadigde vetzuren: enkelvoudige bindingen: rechte lijn

  • amfipatisch molecule of apolair (neutraal)

  • meestal gebonden aan glycerol — splitst bij binding telkens 1 H atoom af

<ul><li><p>apolair</p></li><li><p>bouwstenen: C, H, O, P, N</p></li><li><p><span style="background-color: transparent;">(type bouwsteen v lipide): vetzuren: CH<sub>3</sub>-(CH<sub>2</sub>)<sub>n</sub>-COOH</span></p><ul><li><p>onverzadigde vetzuren: dubbele binding tussen 2 C-atomen = knik in keten</p><ul><li><p>meer vloeibaar (meestal plantaardige producten)</p></li></ul></li><li><p>verzadigde vetzuren: enkelvoudige bindingen: rechte lijn</p></li></ul></li><li><p><span style="background-color: transparent;">amfipatisch molecule of apolair (neutraal)</span></p></li><li><p><span style="background-color: transparent;">meestal gebonden aan glycerol — splitst bij binding telkens 1 H atoom af</span></p></li></ul><p></p>
25
New cards

amfipatisch molecule

molecuul dat zowel een hydrofiel (waterminnend, polair) deel als een hydrofoob (watervrezend, apolair) deel bezit.

(meestal een lang molecule)

26
New cards

functie lipiden

  • brandstof: afbreken - verbranden C-verbindingen = energie

  • warmte-isolatie: plaats lichaam met meer vet voelt kouder aan want warmte wordt binnen gehouden

  • opbouw membraan

27
New cards

lipiden: fosfolipiden

bouw:

  • glycerol-ruggegraat

  • 2 vetzuurstaarten (apolair, hydrofoob)

  • fosfaatgroep + kopgroep (polair, vaak geladen)

    • fosfaat: zuurstofgroep die protonen kunnen afstaan = negatief geladenbij oplossen water

    • kopgroep: meestal alcohol met basische stikstof: proton opnemen = positieve lading

  • amfipatisch molecule

<p>bouw:</p><ul><li><p>glycerol-ruggegraat</p></li><li><p>2 vetzuurstaarten (apolair, hydrofoob)</p></li><li><p>fosfaatgroep + kopgroep (polair, vaak geladen)</p><ul><li><p>fosfaat: zuurstofgroep die protonen kunnen afstaan = negatief geladenbij oplossen water</p></li><li><p>kopgroep: meestal alcohol met basische stikstof: proton opnemen = positieve lading</p></li></ul></li><li><p>amfipatisch molecule</p></li></ul><p></p>
28
New cards

micellen

structuur die spontaan vormt bij vetcellen in polaire stof

  • lipiden (geen fosforlipiden want 2 staarten)

<p>structuur die spontaan vormt bij vetcellen in polaire stof</p><ul><li><p>lipiden (geen fosforlipiden want 2 staarten)</p></li></ul><p></p>
29
New cards

dubbellaag lipiden

fosfolipiden

<p>fosfolipiden</p>
30
New cards

eiwitten functies

  • structurele functie

  • enzymatische functie: substraat - enzym:

    • katalyseren

    • activeringsenergie voor drempelwaarde

    • reactiespecifiek

  • transport functie (bv hemoglobine)

  • defensieve functie: immuunsysteem: antistoffen specifiek

31
New cards

gedenatureerd eiwit

opdracht niet meer uitvoeren — structuur kapot = functie weg of veranderd

(koorts slecht)

32
New cards
<p>groepen bouwsteen aminozuur (eiwit)</p>

groepen bouwsteen aminozuur (eiwit)

  • conformatie v az bepaald door restgroep

  • vorm bepaald functie = polypeptide vorming

<ul><li><p>conformatie v az bepaald door restgroep</p></li><li><p>vorm bepaald functie = polypeptide vorming</p></li></ul><p></p>
33
New cards

nucleinezuren

  • covalente bindingen in polynucleotide

  • nucleotide

    • suiker: ribose of desoxyribose (telling C’s van suiker met accent)

    • fosfaatgroep

    • base

  • fosfaatgroep = begin

    • 5 nucleotide — einde: 3’ uiteinde