Statistiek 3 voor Pedagogen – Week 1 College

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/50

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Vocabulaire-flashcards met kernbegrippen uit het eerste hoorcollege Statistiek 3. Ze behandelen definities, meetniveaus, verdelingen, hypothesetoetsing en basistechnieken als t-test, ANOVA en regressie.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

51 Terms

1
New cards

Statistiek

De wetenschap van het verzamelen, ordenen en interpreteren van numerieke gegevens (data).

2
New cards

Beschrijvende statistiek

Statistische technieken die een steekproef of populatie samenvatten met getallen, tabellen of grafieken.

3
New cards

Inferentiële statistiek

Statistische technieken die op basis van een (willekeurige) steekproef conclusies of voorspellingen doen over populatie-parameters.

4
New cards

Populatie

De volledige groep eenheden (personen, objecten) waarover men uitspraken wil doen.

5
New cards

Steekproef

Een deelverzameling van de populatie waarover daadwerkelijk data worden verzameld.

6
New cards

Betrouwbaarheid

Precisie van metingen; de mate waarin herhaalde metingen hetzelfde resultaat opleveren.

7
New cards

Validiteit

Geldigheid; de mate waarin een meetinstrument meet wat het beoogt te meten (afwezigheid van bias).

8
New cards

Variabele

Kenmerk dat kan variëren tussen onderzoekseenheden, zoals leeftijd of testscore.

9
New cards

Nominaal meetniveau

Categorisch meetniveau zonder orde (bv. haarkleur, geslacht).

10
New cards

Ordinaal meetniveau

Categorisch meetniveau mét rangorde maar onbekende afstanden (bv. eens/oneens-schalen).

11
New cards

Interval meetniveau

Kwanti­tatief meetniveau met gelijke afstanden maar zonder absoluut nulpunt (bv. °C).

12
New cards

Ratio meetniveau

Kwanti­tatief meetniveau met gelijke afstanden én een absoluut nulpunt (bv. lengte in cm).

13
New cards

Discrete variabele

Variabele met ondeelbare meeteenheden (bv. aantal broers).

14
New cards

Continue variabele

Variabele waarvan tussenliggende waarden oneindig deelbaar zijn (bv. lengte).

15
New cards

Centrummaten

Maten voor een ‘typische’ score, zoals modus, mediaan en gemiddelde.

16
New cards

Spreidingsmaten

Maten voor variabiliteit, zoals standaarddeviatie, variantie en interkwartielafstand.

17
New cards

Positiematen

Maten die de relatieve positie tonen, zoals percentiel en kwartiel.

18
New cards

Sampling distributie

Verdeling van een steekproefstatistiek (bv. het gemiddelde) over alle mogelijke steekproeven van omvang n.

19
New cards

Centrale Limiet Stelling

Stelt dat de sampling distributie van het gemiddelde naar een normale verdeling neigt naarmate n toeneemt.

20
New cards

Z-verdeling

Standaardnormale verdeling (μ=0, σ=1); gebruikt wanneer σ bekend is.

21
New cards

t-verdeling

Verdeling voor toetsen van gemiddelden wanneer σ onbekend is; afhankelijk van vrijheidsgraden.

22
New cards

Chi-kwadraatverdeling

Verdeling voor toetsing van frequenties en varianties; basis voor χ²-statistieken.

23
New cards

F-verdeling

Verdeling van de verhouding van twee varianties; gebruikt in ANOVA-tests.

24
New cards

Hypothesetoets

Procedure om op basis van steekproefdata te beslissen of een nulhypothese wordt verworpen.

25
New cards

p-waarde

Kans, gegeven H0, om een teststatistiek te vinden die minstens zo extreem is als de waargenomen.

26
New cards

Type I-fout (α)

Ten onrechte H0 verwerpen terwijl deze waar is (vals-positief).

27
New cards

Type II-fout (β)

H0 niet verwerpen terwijl H1 waar is (vals-negatief).

28
New cards

Effectgrootte

Maat voor de sterkte van een effect, onafhankelijk van steekproefgrootte (bv. Cohen’s d).

29
New cards

Onafhankelijke‐steekproef t-test

Toets voor verschil tussen gemiddelden van twee ongepaarde groepen.

30
New cards

Gepaard-steekproef t-test

Toets voor verschil tussen twee metingen op dezelfde proefpersonen of gematchte paren.

31
New cards

ANOVA (Analysis of Variance)

Test die verschillen tussen drie of meer groepsgemiddelden analyseert via varianties (F-ratio).

32
New cards

F-ratio

Verhouding van variatie tussen groepen (MSbg) tot variatie binnen groepen (MSwg) in ANOVA.

33
New cards

Post-hoc test

Vergelijking tussen specifieke groepen na een significante ANOVA (bv. Tukey).

34
New cards

Contrast

A priori geplande vergelijking tussen combinaties van groepsgemiddelden.

35
New cards

Regressieanalyse

Techniek die de relatie tussen afhankelijke en (een of meer) onafhankelijke variabelen modelleert.

36
New cards

Determinatiecoëfficiënt (R²)

Proportie verklaarde variantie in Y door het model (SSreg / SStotal).

37
New cards

Standaardfout van de schatting

Gemiddelde afstand tussen geobserveerde waarden en regressielijn; maat voor predictiefout.

38
New cards

Onafhankelijke variabele

Voorspeller (X); variabele waarvan het effect wordt onderzocht.

39
New cards

Afhankelijke variabele

Uitkomstmaat (Y); variabele die men probeert te verklaren of voorspellen.

40
New cards

Lineaire relatie

Verband waarbij verandering in X leidt tot constante verandering in Y (rechte lijn).

41
New cards

Homoscedasticiteit

Assumptie dat de variantie van de fouten gelijk is voor alle waarden van X.

42
New cards

Normaliteitsassumptie

Aanname dat (residuen van) de afhankelijke variabele normaal verdeeld zijn.

43
New cards

Matched samples

Steekproeven waarin observaties per paar worden gematcht (bv. echtparen).

44
New cards

Onafhankelijke observaties

Waarnemingen die statistisch niet onderling samenhangen binnen of tussen groepen.

45
New cards

Sampling error

Willekeurige afwijking tussen steekproefstatistiek en populatieparameter.

46
New cards

Sampling bias

Systematische vertekening door selectieve steekproeftrekking.

47
New cards

Response bias

Vertekening door onjuiste antwoorden van respondenten.

48
New cards

Non-response bias

Vertekening doordat bepaalde personen niet deelnemen of afhaken.

49
New cards

Generalized Linear Model (GLM)

Overkoepelend raamwerk waarbinnen ANOVA, regressie en (M)ANCOVA vallen.

50
New cards

Regression to the mean

Tendens dat extreme scores bij hertest minder extreem worden; kan schijn-effecten veroorzaken.

51
New cards

Sphericity

Assumptie bij herhaalde-metingen ANOVA dat varianties van verschillen gelijk zijn.