dti woordenlijst

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/144

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Vocabulary flashcards in Dutch for review.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

145 Terms

1
New cards

Informatiemaatschappij

Maatschappelijke organisatie gebaseerd op wetenschap, rationalisering en reflexiviteit.

2
New cards

Data

Ruwe cijfers en gegevens die kunnen worden verwerkt en geanalyseerd om betekenisvolle informatie te extraheren.

3
New cards

Technologie

Tools, systemen en methoden die worden gebruikt om informatie te creëren.

4
New cards

Innovatie

Proces van creëren van nieuwe ideeën, producten, diensten of processen die waarde bieden of bestaande oplossingen verbeteren.

5
New cards

Uitvinding

Creëren van iets nieuws dat niet eerder bestond.

6
New cards

Innovatiediffusie

De verspreiding van innovatie.

7
New cards

Technologisch determinisme

Technologie als motor van sociale verandering.

8
New cards

Post-industriële samenleving

Informatie is belangrijkste productiekracht.

9
New cards

Netwerkmaatschappij/ network society

Technologie-gedreven netwerken zijn de dominante structuur.

10
New cards

Mediumtechnologische benadering

Vorm belangrijker dan de inhoud.

11
New cards

Maatschappijcentrisme

Samenleving is de drijvende kracht.

12
New cards

Mutual shaping

Idee dat de technologie en samenleving een wederzijdse beïnvloeding hebben op elkaar

13
New cards

Technologie is niet neutraal

Design, implementatie en gebruik maakt deel uit van menselijke besluitvorming.

14
New cards

Kritisch-normatieve positie

Bestuderen, analyseren en begrijpen van technologie in de samenleving.

15
New cards

Instrumentalisme

Impact van technologie wordt bepaald door gebruik, niet door de technologie zelf.

16
New cards

Substantivisme

Technologieën vormen en krijgen vorm door socio-economische en politieke structuren

17
New cards

Kritische theorie

Technologie wordt gevormd door macht en beïnvloed op zijn beurt machtsstructuren.

18
New cards

Social construction of technology (SCOT)

Inzicht in het succes of falen van een technologie. Technologische kenmerken zijn niet de verklarende factor. Verklaring vanuit technologie als een sociaal geconstrueerd fenomeen

19
New cards

Actor-network theory

Gelijkwaardigheid menselijke en niet-menselijke actoren. Actoren hebben geen betekenis buiten hun relatie tot andere actoren. Relaties zijn zowel materieel als conceptueel

20
New cards

Social shaping of technology (SST)

Focus op de dynamische interactie tussen technologie en gebruiker. Er is een wederzijdse beïnvloeding. Kijkt naar de actieve acties van gebruikers. Innovatie is een aanhoudend proces.

21
New cards

Domesticatie

Integratie van technologie binnen het dagelijks leven en huishouden.

22
New cards

Affordances

Mogelijkheid tot actie die ontstaat door de relatie van de gebruiker, technologie en context

23
New cards

ARPANET

Het eerste netwerk dat de basis heeft gelegd voor het moderne internet.

24
New cards

World wide web

Een systeem verbonden webpagina’s die toegankelijk zijn via het internet.

25
New cards

Hypertext

Een manier om verschillende soorten informatie in een netwerk raad te plegen, het is tekst verbonden met andere tekst

26
New cards

Hypertext markup language (html)

De basis voor het structureren van inhoud op het web, via tags verschillende soorten inhoud markeren

27
New cards

Head-element

Meta-informatie en koppeling naar externe bronnen

28
New cards

Body-element

Eigenlijke inhoud

29
New cards

Nesting

Elementen binnen elementen (denk aan inhoudstafel)

30
New cards

Uniform resource locator (URL)

Lokaliseren van een bron op het internet (het afdres). Zijn makkelijk te begrijpen, onthouden en delen. Het is een vertaling van IP-adressen door domein-naam-systeem

31
New cards

Internet protocol (IP-) adres

Numerieke identificatie verbonden met elke server, apparaat, website… dat gebruikt wordt ter identificatie en om gegevens te verzenden

32
New cards

Hypertext transfer protocol (HTTP)

Communicatieprotocol verzenden en ontvangen om www. Webbrowser kunnen via http communiceren met servers.

33
New cards

Request-respons protocol

Client verzendt verzoek naar server, server reageert met gevraagde gegevens of geeft error

34
New cards

Browsers

Gebruikers konden eenvoudig webpagina’s bezoeken zonder technische kennis.

35
New cards

Webbrowser

Software toepassing om het www te navigeren. Grafische interface

36
New cards

Dot-com boom en bust

Enorme investeringshausse rondom internetbedrijven, veel bedrijven kregen veel investeringen, maar door overwaardering en instorting van beursaandelen stortte de markt in rond 2000

37
New cards

Sociale media

Sociale media platforms zoals Facebook, YT, Twitter veranderden de manier waarop mensen online communiceerden en informatie deelden

38
New cards

Smartphone

Eerste iphone in 2007 markeerde begin van smartphone revolutie. Voor het eerst hadden mensen toegang tot het internet, apps en sociale media ten alle tijden en overal

39
New cards

Internet of Things (IoT)

Verwijst naar apparaten die met het internet verbonden zijn en gegevens uitwisselen

40
New cards

Artificiële intelligentie

Kunstmatige intelligentie speelt een cruciale rol in het internet

41
New cards

Web 1.0

Statische web en gericht op informatie. HMTL-gebaseerd

42
New cards

Web 2.0

Sociale web, interactief en gemeenschapsgericht.

43
New cards

Web 3.0

Slim en datagestuurd web met gedecentraliseerd internet. Nadruk op personalisatie en automatisering

44
New cards

Web 4.0

Mens-computer interactie wordt volledig natuurlijk. Slimme apparaten anticiperen op behoeften zonder directe input

45
New cards

Glasvezel

Dunne kabels waarlangs licht (en dus data) kan reizen

46
New cards

Local area Network (LAN)

Een computernetwerk dat apparaten verbindt binnen een klein geografisch gebied, meestal een huis, kantoor of gebouw

47
New cards

Servers

Krachtige computer om diensten beschikbaar te stellen voor andere computers

48
New cards

Internet service provider (ISP)

Bieden internettoegang tegen betaling en beheren vaak DNS servers

49
New cards

Domeinnaam servers (DNS)

Vertaling URL naar IP-adressen. Soort telefoonboek, bij ingeven URL stuurt computer een verzoek naar DNS. Essentieel doorgeefluik om info op te zoeken

50
New cards

Edge server/ content delivery networks (CDN)

Optimalisering van content-levering. Eigen toestellen op globale ISP-locaties.

51
New cards

Cloud

Computer on demand computerresources, gegevensopslag, rekenkracht en applicaties. Geen actief beheer door gebruikers

52
New cards

Digitale kloof

Voor een significant deel van de populatie is toegang tot het internet niet vanzelfsprekend

53
New cards

Splinternets

Een serie van parallelle internetten die functioneren als verschillende, private of autonome universums

54
New cards

Proxyservers

Tussenschakel om verbonden info door te spelen

55
New cards

Socio-technische systemen

Ontworpen door mensen, geeft sociale keuzes en gedragingen vorm

56
New cards

Fysieke dimensie

Demateriële omgeving en infrastructuur

57
New cards

Informatiedimensie

Binaire codes, data, software, interfaces

58
New cards

Cognitieve dimensie

Mensen hun interacties met het systeem en de bredere socio-culturele context

59
New cards

Solid

Specificatie die mensen hun data veilig laat opbergen in gedecentraliseerde data stores

60
New cards

Personal online data store (PODS)

Secure personal web server voor data

61
New cards

Elektrische telegraaf

Communicatiemethode, verstuurd elektro-magnetische signalen via kabels die de verzender en de ontvanger met elkaar verbinden

62
New cards

Switch board operators

Operator die kabel doorverbind zodat de beller doorverwezen wordt met het juiste netwerk

63
New cards

Elektromechanical switching system

Automatisch de beller doorverbinden naar het juiste netwerk zonder ene operator

64
New cards

Netwerken

Centraal binnen moderne informatie en communicatietechnologieën

65
New cards

Radiogolven

Elektromagnetische straling met uiteenlopende frequenties en amplitude, kunnen gecodeerde boodschappen dragen

66
New cards

Roaming

Gsm’s die bewegen binnen en tussen de cellen zender signalen naar verschillende gsm-masten in de buurt. Op deze manier weet het netwerk steeds welke mast het dichts in de buurt is

67
New cards

Mobile switching center (MSC)

Doorsturen van het signaal naar de juiste gsm-mast waar het toestel van de ontvanger zich het dichtste bij bevindt

68
New cards

SIM-kaart

Bezit identificatiegegevens en bevat de sleutel om berichten te (de-)encrypteren zodat de inhoud van berichten/gesprekken enkel gehoord/gelezen kunnen worden tussen zender/ontvanger

69
New cards

Communicatieve affordance

De interactie tussen hoe mensen technologie waarnemen en de objectieve kenmerken ervan die communicatie beïnvloeden

70
New cards

Structuration theory

Sociale structuren specificeren een bepaalde manier van handelen, ze installeren een logica in de samenwerking

71
New cards

Adoptive structuration theory

Er zijn sociale structuren in technologie ingebakken

72
New cards

Structuren

Templates, regels en hulpmiddelen voortgebracht door de technologie als da basis voor menselijke actie

73
New cards

Media logic micro niveau

Veranderen processen en routines in het alledaagse leven

74
New cards

Media logic macro niveau

Leiden sociale verandering in, zijn van invloed op de institutionele organisatie

75
New cards

Mobiele media

Draagbare ICT’s

76
New cards

Social logic

Oskoppeling sociale activiteiten van tijd en ruimte.

77
New cards

Network logic

Genetwerkte organisatie van het alledaagse leven.

78
New cards

Space of places

Gestructureerd obv ruimte waar we ons vinden

79
New cards

Space of flows

Informatie die wordt gewisseld is belangrijker dan de ruimte

80
New cards

Algoritmes

Een reeks regels of instructies die een taak uitvoeren of een probleem oplossen

81
New cards

Sociale media als bron van verbinding

Mensen gebruiken sociale media om relaties te onderhouden, informatie te delen en gemeenschappen te vormen

82
New cards

Sociale media als bron van stress

Overmatig gebruik van sociale media kan leiden tot stress, angst en verminderde mentale gezondheid

83
New cards

See-saw/wip-effect

Sociale media hebben dubbel effect: soms versterken ze welzijn, soms ondermijnen ze het

84
New cards

Content-based filtering

Recommendatiesysteem obv inhoud

85
New cards

Collaborative filtering

Recommendatiesysteem obv gelijkaardige profielen

86
New cards

Algoritmic profiling

Proces waarbij algoritmes automatisch gegevens analyseren en patronen herkennen om profielen van individuen of groepen op te stellen

87
New cards

Algorithmic gatekeeping

Algoritmes bepalen wat nieuwsgebruiker te zien krijgt

88
New cards

Algorithmic transparancy

Duidelijk welke data verzameld wordt en waarom, duidelijk waarom aanbevelingen worden gedaan

89
New cards

Algorithmic bias

Vertekenen door training. Verkeerde data: garbage in, garbage out

90
New cards

Nieuwspersonalisatie

Het geven van een persoonlijk karakter aan nieuws.

91
New cards

Expliciete personalisatie

Nieuwsgebruiker geeft interesses aan

92
New cards

Impliciete personalisatie

Zonder input nieuwsgebruiker

93
New cards

Nieuwsdiversiteit

Verscheidenheid in nieuwsaanbod

94
New cards

Singulariteit

Moment in de technologie waar het autonaam kan werken en de menselijke intelligentie overstegen

95
New cards

Strong AI

Geen emotie maar doet emotie na

96
New cards

Weak AI

1 taak tegelijk maar wel specifiek uitwerken

97
New cards

Agentic AI

Systemen die zichzelf aanleren iets te doen om heel specifieke taken uit te voeren

98
New cards

Natural Language model

Hoe we tekst lezen en zelf begrijpen

99
New cards

Kunstmatige intelligentie

Zelf-aangeleerde set van geprogrammeerde regels

100
New cards

Machine learning

Algoritmes wiens performance verbeterd naarmate ze aan meer data worden blootgesteld