Stijlfiguren

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/13

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

14 Terms

1
New cards

Beeldspraak: (metafoor, metonymia)

metafoor = dan heb je alleen nog maar een beeld

Bijv.: de rode bal zakt in de zee

metonymia = je bedoelt iets anders dan je zegt

Bijv.: Wil je nog een kopje?

2
New cards

Eufemisme:

iets op een verzachtende manier onder woorden brengen.

Bijv.: doodgaan - heengaan; achterlijk - zwak begaafd.

3
New cards

Herhaling:

Twee of meer keer hetzelfde woord gebruiken.

Bijv.: Hij is altijd en altijd ziek.

4
New cards

Tautologie:

Twee keer hetzelfde zeggen met andere woorden die tot dezelfde woordsoort horen.

Bijv.: Hij is altijd en eeuwig ziek.

Met veel pracht en praal werd hij begraven.

5
New cards

Pleonasme:

Twee keer hetzelfde zeggen met andere woorden die niet tot dezelfde woordsoort

horen.

Bijv.: Hij reed op een witte schimmel.

6
New cards

Antithese:

(=tegenstelling) Tegengestelde dingen worden gecombineerd, zodat ze echt opvallen.

Bijv.: Je hebt voor goed geld slechte dingen gekocht.

7
New cards

Paradox:

Een schijnbare tegenstelling.

Bijv.: Ik heb me heel jong al heel oud gevoeld.

8
New cards

Hyperbool:

Overdrijving.

Bijv.: Ik schaam me dood.

9
New cards

Understatement:

Het tegengestelde van een hyperbool, een spottende manier van verkleinen of

verzwakken.

Bijv.: Er zullen wel een paar foutjes in mijn proefwerk hebben gezeten, want ik had een 3.

10
New cards

Ironie:

Spot (lichte spot......niet sarcastisch)

Bijv.: Jij bent zeker de leukste thuis. (Bedoeld wordt....)

11
New cards

Retorische vraag:

Een vraag waarop geen antwoord verwacht wordt.

Bijv.: Denken jullie nou echt dat ik gek ben?

12
New cards

Climax:

Een reeks woorden die in betekenis steeds sterker worden.

Bijv.: Hij werd kwaad, woedend, nee, witheet toen hij dat zag.

13
New cards

Omgekeerde climax:

Het tegenovergestelde van een climax.

Hij dacht een auto te hebben gewonnen, maar het was zelfs geen fiets. Zijn prijs was een zakradiootje.

14
New cards

Anticlimax:

Eerst is er sprake van een climax, maar de laatste toevoeging geeft dan juist het

tegenovergestelde van een climax aan. Meestal is dat wel lachwekkende bedoeld.

Bijv.: Hij won de marathon van Eindhoven, van Londen, van New York en die van Bakel.