1/47
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Skeletspieren
Spieren die samenwerken met het skelet en ervoor zorgen dat botten ten opzichte van elkaar bewegen of voorkomen dat ze bewegen
Synergetische spieren
Spiergroepen die samenwerken om dezelfde beweging te creëren
Antagonistische spieren
Spieren die tegenover elkaar staan en de tegenovergestelde beweging maken
Het skelet
Complex geheel van hefbomen die in vele richtingen kunnen worden getrokken door skeletspieren samen te trekken of te ontspannen
De oorsprong
Het ene uiteinde van een skeletspier dat samen komt met een bot dat relatief stationair blijft - dicht bij middellijn van het lichaam
De insertie
Het andere uiteinde van de spier dat zich hecht aan een ander bot over een gewricht - ver van middellijn van het lichaam
Samentrekken
De insertie naar de oorsprong trekken
Enkele of hele spier
Een groep individuele spiercellen met dezelfde oorsprong en aanhechting en met dezelfde functie
Fasicles
Bundel skeletspiervezels omgeven door een soort fibreus bindweefsel (fascia)
Fascia
Fibreus bindweefsel rond bundel skeletspiervezels
Myofibrillen
Lange cilindrische structuren die vol zitten met contractiele eiwitten genaamd actine en myosine
Z-lijn
Een donkere lijn in het myofibril
Sarcomeer
Een segment van een myofibril van de ene Z-lijn naar de volgende
Spiercontractie
Wanneer de myosine- en actinefilamenten langs elkaar glijden, waardoor de Z-lijnen dichter bij elkaar komen
Motorneuronen
Zenuwcellen die de bewegingsspieren aansturen
Acetylcholine (ach)
Een neurotransmitter die wordt afgescheiden door motorneuronen
Neurotransmitter
Een chemische stof die door zenuwcellen wordt vrijgegeven en die een stimulerend of remmend effect heeft op andere prikkelbare cel
Neuromusculaire overgang
De verbinding tussen een motorneuron en een skeletspiercel
T-tubuli
Buisachtige verlengingen van het celmembraan
Sarcoplasmatisch reticulum
Een reeks membraangebonden kamers (vergelijkbaar met glad endoplasmatisch reticulum - maar andere vorm, omdat het moet passen in cel vol myofibrillen)
Samentrekkingsmechanisme van de glijdende filamenten
Spieren trekken samen wanneer sarcomeren korter worden (sarcomeren worden korter wanneer de dikke en dunne filamenten langs elkaar glijden)
Spiercontractie (definitie 2)
Treedt op wanneer de myosinekoppen contact maken met de dunne filamenten en een kruisbrug vormen tussen de twee filamenten
Myasthenia gravis
Immuunsysteem van het lichaam valt de acetylcholinereceptoren op het celmembraan van spiercellen aan vernietigt deze
Rigor Mortis of starre dood
Opgespannen lichaam omdat calcium uit het sacroplasmatisch reticulum lekt en er geen ATP is om spiercontractie te laten eindigen
Spiervermoeidheid
Een afname van spierprestaties tijdens inspanning
Isotone contracties
Contractie die op treedt wanneer een spier korter wordt met behoud van een constante kracht
Isometrische contracties
Contractie waarbij de gegenereerde kracht toe neemt, de spierspanning neemt ook toe en de spier kan zelfs een beetje korter worden, omdat pezen enigszins worden uitgerekt - botten en voorwerpen bewegen niet
Motorische eenheid
Het motorneuron en alle spiercellen die het aanstuurt
Spierspanning
De mechanische kracht die spieren genereren wanneer ze samentrekken
Spiertonus
Een algemeen krachtniveau dat spieren behouden
Actiepotentiaal
Elektrische impuls van motorneuronen
Rekrutering
Het vermogen van de kracht door meer motorunits te activeren
Myogram
Opname van contractiele activiteit van een hele spier
Latente periode
Tijdsvertraging tussen neurale stimulatie en het begin van contractie = tijd die zenuwimpuls nodig heeft om naar sarcoplasmatisch reticulum te reizen, calcium vrij te maken en myosinekoppen te binden aan actinefilamenten
Contractie
Actinefilamenten worden door het glijdend filamentmechanisme naar het midden van de sarcomeer en spiercel wordt korter
Ontspanning
Calcium wordt teruggevoerd naar het sarcoplasmatisch reticulum, troponine-tropomysoine-eiwitcomplex verschuift terug naar oorspronkelijke positie en sarcomeer strekt zich passief uit tot zijn oorspronkelijke lengte
Optelling of somatie
Verhogen van de spiercelkracht door de stimulatiesnelheid van motorunits te verhogen
Tetanus-contractie
Staat van maximale samentrekking, wanneer de stimulatie zo frequent wordt dat de spiercel zich helemaal niet kan ontspannen
Slow-twitch vezels
Vezels die ATP langzaam afbreken en langzaam samentrekken
Fast-twitch vezels
Vezels die ATP snel afbreken en snel samentrekken
Twitch
Een complete cyclus van contractie en ontspanning
Krachttraining (weerstandstraining)
Oefeningen die specifieke spieren versterken - door bieden van weerstand
Aerobe training (uithoudingstraining)
Oefeningen waarbij het lichaam zijn zuurstofopname verhoogt
Spierdystrofie
Verzamelnaam voor verschillende erfelijke spierziekten (vb. Duchenne-spierdystrofie)
Tetanus
Spierziekte die veroorzaakt wordt door bacteriële infectie - opgelopen door een steekwond in een sier
Spierkrampen
Pijnlijke, oncontroleerbare, reflexgemedieerde spiercontracties
Gespannen spieren
Andere naam voor gescheurde spieren - gevolg van uitrekken van een spier waardoor sommige vezels uit elkaar scheuren
Fasciitis
Ontsteking van bindweefselschade of fascia die een spier omringt