Stijlfiguren en Poëzie

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/32

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards met belangrijke stijlfiguren en poëzie termen in het Nederlands.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

33 Terms

1
New cards

Tegenstelling

Woorden of zinnen die tegen elkaar gesteld zijn, zoals leven-dood en mooi-lelijk.

2
New cards

Herhaling

Een woord dat alleen maar herhaald wordt.

3
New cards

Paradox

Tegengestelde woorden die met elkaar verbonden zijn, bijv. een oude jeugd.

4
New cards

Litotes

Iets als onbelangrijk aanduiden door het omgekeerde te ontkennen, bijv. niet slecht voor heel goed.

5
New cards

Ironie

Niet kwetsend bedoelde zelfspot.

6
New cards

Eufemisme

Vervanging van aanduidingen die te negatief zijn, bijv. zelfdoding in plaats van zelfmoord.

7
New cards

Chiasme

Twee paren van woorden of woordgroepen die als in een kruis zijn gesteld.

8
New cards

Parallellisme

De terugkeer van dezelfde woordvolgorde.

9
New cards

Pleonasme

Een vanzelfsprekende eigenschap, bijv. de witte sneeuw.

10
New cards

Tautologie

Hetzelfde begrip dat meerdere malen met een synoniem wordt uitgedrukt.

11
New cards

Hyperbool

Sterke overdrijving, bijv. ik sta al 50 uur op je te wachten.

12
New cards

Retorische vraag

Een vraag waar je het antwoord al op weet.

13
New cards

Beeldspraak

Figuurlijk taalgebruik waarbij woorden iets anders betekenen dan letterlijk.

14
New cards

Vergelijking-met-als

Het beeld en het object worden beide genoemd verbonden door vergelijkende woorden.

15
New cards

Personificatie

Levenloze voorwerpen of abstracties krijgen menselijke eigenschappen.

16
New cards

Nadruk op taalgebruik

Belang van verwoording in verschillende tekstsoorten.

17
New cards

Inhoudelijke herhaling

Gebruikt om nadruk te leggen op een woord of zin.

18
New cards

Rijm

Gelijkheid van klank in verzen of woordgroepen.

19
New cards

Binnenrijm

Rijmende woorden die in dezelfde regel staan.

20
New cards

Eindrijm

Rijmende woorden aan het einde van de regel.

21
New cards

Rijmschema

Patroon van eindrijm weergegeven.

22
New cards

Gekruist rijm

Rijmschema van abab.

23
New cards

Alliteratie

Rijm met woorden met dezelfde beginletter.

24
New cards

Assonantie

Rijm met klanken of klinkers.

25
New cards

Volrijm

Beklemtoonde klinker en volgende klanken zijn hetzelfde.

26
New cards

Vormvaste gedichten

Gedichten met een vaste lengte en structuur.

27
New cards

strofe

een groepje versregels

28
New cards

mannelijke rijm

de klemtoon ligt op de laatste lettergreep.

29
New cards

vrouwelijke rijm

de klemtoon ligt op de voorlaatste lettergreep.

30
New cards

glijdende rijm

de klemtoon ligt op de laatste lettergreep van het eerste woord en op een niet-geaccentueerde lettergreep van het tweede woord.

31
New cards

Acrosichon

waarin de beginletters een woord vormen

32
New cards

elegie

een klaaglied of zang

33
New cards

ode en hymne

een lofzang of eerbetoon, vaak aan een persoon of gebeurtenis.